In het Bijbelboek Daniël komt de Seleukidische koning Antiochos IV Epifanes (r.175-164) er niet bepaald geweldig vanaf. Een monster en godslasteraar, dat is hij, maar God zal hem straffen:
De koning zal doen wat hij wil; in zijn hoogmoed zal hij zich verheffen boven welke god ook en tegen de God der goden zal hij ongehoorde dingen zeggen. Toch zal hij voorspoed genieten, totdat de toorn ten top gestegen is: dan wordt uitgevoerd wat besloten is. (Daniël 11.36)
Even eerder heeft de samensteller van Daniël Antiochos al getypeerd als een godslasteringen uitkramende hoorn van een van de vier beesten die hij in een van zijn visioenen uit zee ziet oprijzen. Zie het plaatje hierboven. De Griekse historicus Polybios van Megalopolis (c.200-c.118) dacht er niet heel anders over. “Wegens zijn gedrag kreeg Antiochos, bijgenaamd Epifanes [de verschenen godheid], ook de naam Epimanes [de dwaas]” schrijft hij (Wereldgeschiedenis 26.1). Daaraan voegt hij een catalogus van vreemde gedragingen toe.
Lees verder “Antiochos IV Epifanes”
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.