Toen Daan Hollander, leraar geschiedenis aan het DataCare College in Amsterdam, Hajar Nait Sibaha, uit vijf vwo, voor de eerste keer neukte, hield zij haar hoofddoek om – op zijn verzoek.
Je kunt niet zeggen dat Robert Anker (1946) zijn lezers niet heeft gewaarschuwd: de openingszin van Hajar en Daan is het lasciate ogni speranza van het barre land waardoor de titelhelden zich een weg moeten banen. Om een greep te doen: Hajar en Daan gaat over een seksuele relatie tussen docent en leerlinge, over xenofobie, over de aftakeling van het onderwijs, over de moeizame integratie van laaggeschoolde Marokkaanse jongens, over consumentisme, over straatgeweld, over drugs, over terrorisme. En over liefde, dat ook.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.