Poëzie

Ik kreeg een aardig boekje toegestuurd met de titel Lees! Ondertitel: “Vijftig gedichten uit de wereldpoëzie”, gekozen door Ahmed Aboutaleb, de burgemeester van Rotterdam. In zo’n bundel kan Jules Deelder vanzelfsprekend niet ontbreken, want de nachtburgemeester is in Rotterdam Aboutalebs enige collega. En de twee eerste burgers zijn het eens. “De Omgeving van de Mens is de Medemens”, schrijft Deelder, en Aboutaleb zegt het hem na:

Het is een selectie geworden van poëzie die voor mij persoonlijk veel betekent, doordat ze een brug slaat van de ene mens naar de ander.

Het is een leuke bundel, waarin Bram Vermeulen staat naast Rumi, Martin Bril naast Vivian Hester van Leeuwen en Quevedo naast Derek Otte. Lezenderwijs ontdekte ik dat vooral auteurs die in het buitenland zijn geboren en naar Nederland gekomen, me het meest troffen, zoals het onderstaande gedicht van Rodaan Al Galidi. Misschien wel omdat ik moest grinniken dat een burgemeester, toch bij uitstek de belichaming van de overlegcultuur, uitgerekend dit gedicht heeft geselecteerd.

Lees verder “Poëzie”

De tuinman en het plagiaat

Magere Hein / een tuinman bij de Sharestanbrug in Isfahan

Een van de bekendste gedichten in onze taal is “De tuinman en de dood” van P.N. van Eyck. Hieronder is een ander versie, geschreven door de auteur/filmmaker Jean Cocteau, die zich baseerde op de versie van de bekende islamitische mysticus Rumi (Mevlana), waarin koning Salomo de hoofdpersoon is en het decor wordt gevormd door Jeruzalem.

Cocteau verplaatste de scène naar Perzië, specificeerde de plaats van toevlucht in Isfahan en veranderde de hoofdfiguur in een edelman. Het feit dat Van Eyck beide aanpassingen overnam, bewijst dat hij Cocteau kopieerde en niet het verhaal van Rumi.

Lees verder “De tuinman en het plagiaat”

Liefde en orientalisme

Twee weeskinderen, het meisje Dodala en de jongen Zam, groeien op in een schip, dat ergens middenin de woestijn ligt. Om in leven te blijven, haalt hij water en verleent zij, in ruil voor voedsel, seksuele diensten aan karavaanreizigers. Uiteraard raken ze elkaar kwijt, zoeken ze elkaar, en hebben ze elkaar tegen het einde gevonden. Habibi, de vorig jaar verschenen graphic novel van Craig Thompson, is een smartlap.

En toch. Het lijvige boek blijft boeien doordat het in feite niet gaat over de twee weeskinderen. Thompson gebruikt hun avonturen slechts om de lezer mee te nemen door de islamitische wereld, waarvan hij de lezers zo’n beetje alle aspecten toont: legendes en volksverhalen, de poëzie van Rumi, de folklore van de islamitische kalligrafen. De getekende paleizen illustreren de architectuur van het Nabije Oosten, sommige pagina’s zijn opgemaakt als oosterse tapijten. We zien echter ook de moderne Derde Wereld-steden, waar klaplopers profiteren van de goedgeefsheid van de enige bewoner die zo handig was een waterzuiveringsapparaat te bouwen.

Lees verder “Liefde en orientalisme”