
Het Ishango-beentje is een interessant stukje oudheidkunde, niet alleen als voorwerp maar ook als case study voor de oudheidkunde zelf. De interpretatie van de feiten is immers onderhevig aan de belangen van betrokken personen, instituten en landen. Verder moeten we opletten als we de kennis die we vandaag hebben, projecteren op de mensheid van toen. Ten slotte hebben de disciplines van archeologie en wiskunde geen sterke interactie in de geschiedenis van de wetenschap. Ze laten het speelveld aldus aan deelnemers met uiteenlopende methodieken.
Het beentje (of twee beentjes) werd in 1960 gevonden in toenmalig Belgisch Kongo, in de regio Ishango, aan de oevers van de Semliki, vlakbij waar het Edwardmeer overloopt in die rivier. De Belgische archeoloog Jean de Heinzelin de Braucourt trof het beentje “ter grootte van een potlood” aan in gestold vulkanisch materiaal, samen met menselijke resten en andere tekenen van bewoning.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.