
[Deze weken plaats ik op mijn blog het verhaal met de oorlogsherinneringen van dhr Dick van Zoonen. Een overzichtspagina is daar.]
De bevrijding
In Tamoeang was niet veel te doen. We moesten een diepe droge gracht om het kamp heen graven van vier meter diep en breed, en viermaal 500 meter lang. Op de hoeken kwamen pillboxen met schietopeningen naar buiten en ook naar binnen. Het zag ernaar uit dat de Jappen ons hierin bij elkaar zouden drijven als de geallieerden dichtbij zouden komen. De Jappen konden ons dan makkelijk in bedwang houden en eventueel allemaal dood schieten. De geallieerden zaten echter nog ver, bij Rangoon, bijna 1000 km van ons kamp. Wel hoorden we regelmatig geallieerde bommenwerpers overvliegen.
Als er geen achterstand op het werk was kregen we ongeveer eens per maand een amateurcabaretvoorstelling. Op een augustusavond in 1945, terwijl wij net zo’n cabaretvoorstelling hadden, kwam plotseling een Engelse sergeant-majoor het toneel ophollen om te vertellen dat de Japanse kampcommandant liet mededelen dat de oorlog afgelopen was. Hierop werd spontaan het God Save the King en het Wilhelmus gezongen. We hebben die nacht niet meer geslapen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.