Sir Wilfred Thesiger (1910-2007) wordt algemeen gezien als een van de laatste van de grote romantische ontdekkingsreizigers. Hij was een typisch vertegenwoordiger van het koloniale Engeland: geboren in Aden, vader bevriend met de latere keizer van Ethiopië, Haile Salassie, opgeleid in Eton en Oxford, niet goed in studeren maar wel in boksen, en een verwoed jager. Zijn hele leven bewonderde hij het ongerepte en oorspronkelijke. Hoe harder de levensomstandigheden, des te beter zijn de mensen, was zijn romantische opvatting.
Daarom zijn bedoeïenen de nobelste Arabieren, zo laat hij in zijn Arabian Sands (1959) merken. Het boek beschrijft Thesiger’s reizen met bedoeïenen in het Empty Quarter (Rub al Khali woestijn) in het zuiden van Saoedi-Arabië in de jaren veertig.
Een wolk komt opzetten, er valt regen, mensen leven; de wolk waait over zonder regen, en mensen en dieren sterven. In de woestijnen van Zuid-Arabië ontbreekt het ritme van de seizoenen, er is geen opkomst en verval van vitaliteit, alleen lege ruimte waar slechts de verandering van temperatuur markeert dat de maanden verstrijken. Het is een bitter dor land, onbekend met zachtheid of gemak. Toch hebben hier sinds de vroegste tijden mensen gewoond.
Aldus de beroemde openingszin in mijn Nederlandse vertaling van het boek (1993).
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.