Die verdraaide babyboom toch

Ik wil niet al te larmoyant klinken maar mijn generatie moest nog wel in dienst, maar mocht niet meer naar een echte universiteit.

Fel stuk op GeenStijl vandaag. Lees het eerst maar even hier.

***

Bent u er weer? Het gaat me niet om de concrete aanleiding (de affaire-Kinneging) en ook niet om Rutger Castricum, maar om de eigenlijke analyse. Wat mij daaraan opvalt, is dat ze is nog zo sterk de sfeer uitstraalt van de jaren tachtig. De jongeren destijds – en daar was ik er zelf ook een van – analyseerden messcherp dat veel van de toenmalige bezuinigingen ten koste gingen van (a) jongeren en (b) de samenleving als geheel, en dat de generatie die de mond vol had gehad van idealen, haar eigen positie nooit ter discussie stelde. De babyboom was bezig met wat Rudi Dutschke de “Lange Mars door de Instituties” had genoemd, en was daarbij het hogere doel een beetje uit het oog verloren.

Het meest cynisch was, in mijn beleving, dat de babyboomers kortingen kregen op de aflossing van hun studieschulden, die werden gefinancierd door commerciële rente te rekenen aan de zittende studenten. De Utrechtse socioloog Becker rekende hen tot “de verloren generatie”, Doug Coupland schreef over Generation X, en een schitterend beeld van de ontgoocheling van die tijd is te vinden in Jan van Akens roman Het fluwelen labyrint.

GeenStijl beschouwt het optreden van Rutger Castricum als een goede manier om de hypocrisie van de babyboom te ontmaskeren. Dat roept twee vragen op. In de eerste plaats: wie moet daar dan nog van worden overtuigd? In elk geval niet de verloren generatie. In de tweede plaats: inmiddels verdedigt die verloren generatie hardnekkig en taai háár posities. We zouden een actuelere analyse verwachten, zo na een kwart eeuw.

Hier is de mijne, die is geïnspireerd door Christopher Lasch, en waarover ik schreef in Polderdenken. Wat de succesvolste leden van de babyboom en de verloren generatie bindt, is dat ze zijn gaan behoren tot een internationaal georiënteerde elite. De huidige elite – om dat woord op deze plaats even zonder verdere definitie te gebruiken – is opgeleid aan internationaal georiënteerde universiteiten, reist gemakkelijk door allerlei buitenlanden en is niet meer geworteld in het eigen land. Beide generaties hebben deelgenomen aan deze “revolt of the elites”.

Nu heeft iedereen van tijd tot tijd erkenning nodig, een compliment, een aai over de bol. Anders is het leven niet te harden. De leden van die internationale elite zoeken die erkenning vooral bij andere leden van diezelfde groep, en niet bij de mensen in het eigen land, die zich buitengesloten voelen.

Rutger Castricum kan een wezenlijker bijdrage leveren aan een actuelere discussie, als hij de simpele vraag stelde waarom de Nederlandse burger zo weinig terugziet voor de internationalisering. Begrijp me niet verkeerd: die internationalisering heeft vooral grote voordelen, maar veel mensen constateren terecht dat de grootste voordelen vooral zijn voor anderen. De burger verdient beter.

Deel dit:

2 gedachtes over “Die verdraaide babyboom toch

  1. Hannes

    De verloren generatie (geborenen tussen 1955-1965). De plaatsen werden overal, in politiek, cultuur, bedrijfsleven, universiteit, bezet door hun oudere broers en of zussen die geboren waren tussen 1945 en 1955. De generatie 1955-1965 is de meest gefrustreerde en machteloze generatie en de minst zichtbare. Ik ben van eind 1956…

  2. arie Nieuwenhuizen

    Een ieder in NL is aan het reaguren en klagen. We leven in een prachtig land met prima voorzieningen. Als je een paar jaar in de tropen hebt gewoond dan kijk je anders tegen al het obese geklaag aan.
    Wat Castricum betreft en POWNED, lager kunnen we bijna niet zinken. Wat zal de volgende stap zijn van interviewers, het bekend maken van de creche gegevens van de kinderen van mensen die niet mee willen werken?
    Triestheid ten top. Jan Hus zou gezegd hebben ” Sancta Simplicitas “

Reacties zijn gesloten.