
Ik beken dat er vele dagen, ja zelfs weken, voorbijgaan zonder dat ik de Cosmopolitan lees. Ik belandde onlangs echter op de website omdat ik ergens had gelezen dat mensen na het bezoek aan de laatste show van Miley Cyrus hun geld hadden teruggevraagd met als argument dat de voorstelling niks was voor kinderen. Dat vond ik erg grappig, want het kan weinigen zijn ontgaan dat Cyrus niet bepaald lijdt aan sletvrees. Je weet wat je te wachten staat.
En zo belandde ik in de Cosmopolitan, en daar werd het helemaal grappig. De moralistische fotobijschriften (“she’s glorifying drug use”) deden me afvragen of dit werkelijk het blad was dat Helen Gurley Brown beroemd maakte met de slagzin “Good girls go to heaven, bad girls go everywhere.” De metamorfose van de Cosmo tot CDA-huisorgaan was me ontgaan. Had ik het blad ook maar vaker moeten lezen.
Het verbijsterende is echter dat men Cyrus zo serieus neemt. Ze is een artieste en ze speelt nu de rol waarmee iemand, ergens begin twintig, het makkelijkste d’r geld verdient: gebruik maken van het feit dat je seksueel aantrekkelijk bent en een beetje koketteren met drugsgebruik. Seks and drugs and rock ’n’ roll: Rihanna en Britney Spears liepen er ook mee te koop en het heeft hun geen windeieren gelegd. Het stereotype is overigens ouder dan oud: twee eeuwen geleden hing Lord Byron de woest aantrekkelijke, opiumverslaafde poète maudit al uit.
Cyrus speelt haar rol beter dan Justin Bieber, die echt in moeilijkheden lijkt te zijn geraakt. Voor zover bekend heeft Cyrus geen werkelijke drugsproblemen en is de marihuanablad-vormige kuisheidsgordel vooral een gimmick. Net als de sigaret die ze, kort na dat mallotige incident met Hans Teeuwen, opstak toen ze in Amsterdam optrad. Of haar debuut als vamp, uitgerekend tijdens de Super Bowl. Ze doet alsof ze o zo schandalig is maar het is in feite allemaal nogal gecalculeerd.
In feite is Miley Cyrus heel conservatief: met het opzoeken van de controverse speelt ze een traditionele rol – “there’s a concept that works”, zoals Eminem het verwoordde – en ze wordt er door haar ouders in gesteund. Ik moest denken aan The Osbournes, een reality-serie waarin voortdurend werd gescholden en gevloekt, maar die in feite een ietwat curieus gezin toonde waarin de leden belang in elkaar stelden en elkaar steunden. Een gewoon, goed functionerend gezin. Helen Gurley Brown zou het hebben begrepen. Ik ben er niet zo zeker van of de moraalridders die haar bij de Cosmopolitan hebben opgevolgd, evengoed begrijpen waar het ook alweer om draait.
“waar het ook alweer om draait”
Geld.
Daar heb ik heel wat minder moeite mee dan hedendaagse moraalridders. Mozart componeerde ook alleen maar om geld en dat maakt zijn muziek er niet minder om.
Leuk dat je de Osbournes noemt. Pappa Ozzy was rond 1970 bij een andere gimmick betrokken: het occulte. Hij heeft daar jaren op geteerd.
Ik waardeer er War Pigs, Paranoid, Iron Man en nog zo’n paar niet minder om.