Dit plaatje vond ik vrijdag op Facebook. Ik herkende de erin uitgedrukte ergernis. Ook mijn schooltje voelt de crisis en ook ik heb grappen gemaakt van het type “Wat zijn vijftig bankiers op de bodem van de Noordzee?” – “Een aardig begin.”
De aanzet van een glimlach was er dus al, toen ik dacht aan de twee bankmensen die ik persoonlijk ken. Dat zijn bepaald geen boeven die gearresteerd zouden moeten worden. Allebei zijn het hulpvaardige mensen met een open oog voor “de noden van de samenleving” – een wat ouderwetse uitdrukking die ik niet gebruik om hun betrokkenheid te ironiseren maar om aan te geven dat ze uit ouderwets medemenselijk hout zijn gesneden.
Maar mijn ergernis over het plaatje zit dieper dan dat ik aardige bankiers ken. Het probleem is, om te beginnen, dat de bewering gewoon niet waar is. Er zijn wel degelijk mensen richting rechtbank gegaan, al zouden het er meer kunnen zijn.
Het probleem daarbij is echter heel simpel: het is geen misdrijf om de economie naar de gallemiezen te helpen. Handel met voorkennis is verboden, je mag niet frauderen met faillissementen, je mag mensen niet onvolledig informeren. Maar het zal moeilijk zijn bankiers achter tralies te krijgen omdat ze verantwoordelijk zijn voor de grootste economische crisis sinds de jaren dertig. Dat is namelijk geen strafbaar feit.
Wie gaf de haute finance die ruimte? Inderdaad, kabinet en parlement. Het dominante politieke model, dat van Groen Links tot de PVV alle partijen beïnvloedt, is het liberalisme, dat mensen veel vrijheid geeft, ook als die vrijheid slechte dingen oplevert. We zouden dus lollige plaatjes voor Facebook kunnen maken met de retorische vraag hoeveel politici zijn gearresteerd. En daarvandaan verschuift de vraag als vanzelf naar wie er in vredesnaam heeft gestemd op die lui.
Ik denk steeds vaker dat onze politiek is gevirtualiseerd. Het is een politiek van het alsof: politici doen alsof zij serieuze bestuurders zijn en wij doen alsof wij ze serieus nemen. Een andere verklaring heb ik er niet voor dat iemand kan worden gekozen die, terwijl iedereen wist dat dit niet mogelijk was, riep dat de hypotheekrenteaftrek niet hoefde te worden aangepast. Of dat alle werkenden er €1000 bij kregen.
Ze roepen allemaal maar wat. Eerst waren het de neoliberalen. En nu zijn het de mensen die de bankiers de schuld geven van alles. Of die denken dat ze een betekenisvolle bijdrage aan het openbare debat geven met een Facebookplaatje. Of er boos over bloggen.
Je schrijft het beste als je boos bent.
Dat is me vaker gezegd maar volgens mij schrijf ik het beste als ik één punt maak en niet – zoals anders – een enerzijds/anderzijds-stukje of een overzicht van iets.
JL:
Dat laatste valt wel mee geloof ik. Of tegen, afhankelijk van je perspectief.
En wie er in vredesnaam heeft gestemd op die lui? Ik kan niet anders dan het schuld bekennen. Ik heb sinds ik stemgerechtigd ben nog nooit overgeslagen. Misplaatst plichtsgevoel of zo, al is het met steeds groter wordende tegenzin. Jammer dat je bij je stembiljet geen stemverklaring mag voegen; ik zou wel e.e.a. op te merken hebben.
“Het dominante politieke model”
Precies. Een scheutje marxisme is hoog nodig. Als je je financieel-economisch systeem zo inricht dat de participanten zichzelf benadelen wanneer ze de economie niet op een crisis af sturen moet je niet verbaasd zijn wanneer dat ook inderdaad gebeurt.
De grap komt voort uit religieus (en in Nederland betekent dat christelijk) denken. Als je op de relevante plaatsen nou maar ethisch hoogstaande mensen zet (extremer: de slechte mensen om zeep helpt) komt het allemaal wel goed. Niet dus.
De vraag moet natuurlijk zijn welk systeem de participanten het beste stimuleert het in stand te houden. Gedurende 20 jaar raak ik meer en meer teleurgesteld in mijn partij GL dat ze die vraag niet eens stelt, laat staan een antwoord probeert te formuleren. De enige reden dat ik nog op GL stem is omdat ik niet weet waarop anders. Misschien moet ik maar helemaal niet meer stemmen. Want het is toch wel erg dat ik nog liever op Merkel zou stemmen dan op Van Ojik.
Een ernstige misvatting is ook dat besluitvorming (inclusief politiek) en stemgedrag rationele weloverwogen processen zijn. Doorgaans is het tegendeel is waar. Ken je het boek van Daniel Kahneman (thinking fast en slow)? Als je dat gelezen hebt benje verbaasd dat er nog zoveel goede besluiten genomen worden… Iemand die er geloofwaardig uit ziet en een concreet beeld kan oproepen krijgt makkelijk mensen mee. Iemand met een ‘enerzijds-anderzijds’ verhaal heeft het veel moeilijker. Beeldvorming speelt in heel veel gevallen een grotere rol dan argumenten. Hoe jammer jij en ik dat ook vinden.
Ik ken het boek van Kahneman alleen van titel maar las een soortgelijk boek. Bedankt voor de tip, goede Otto.