
Op 7 december 1988, morgen eenendertig jaar geleden, werd het noordwesten van Armenië getroffen door een verschrikkelijke aardbeving. Wie de cijfers wil kennen: de eerste schok was 6,9 op de schaal van Richter en duurde bijna vijftig seconden; daarna was er een naschok met een kracht van 5,4. In de volgende twee weken volgden nog eens 1500 schokken, gelukkig allemaal veel minder heftig. Maar dat zijn er dus wel honderd per dag en u kunt zich de paniek van de bevolking voorstellen. Of beter: hopelijk kunt u het zich niet voorstellen.
De ramp voltrok zich rond kwart voor twaalf. Dus op het moment waarop iedereen naar het werk was. Ook de artsen. Die kwamen dus om in de ziekenhuizen, die niet bestand bleken tegen de schokken en instortten. Ook de scholen stortten in. Al voor het middaguur hadden steden als Spitak, Vanadzor en Leninakan niet alleen hun kinderen verloren maar ook de medici die hulp zouden hebben kunnen bieden. Grimmig detail: op de afdeling verloskunde van het ziekenhuis van Leninakan lagen op dat moment zestig vrouwen, die allemaal om het leven kwamen, met hun baby’s.
Instortende huizen
Eén oorzaak was dat de ziekenhuizen, de scholen en de woonhuizen waren gebouwd volgens het Sovjet-standaardontwerp. Dat was niet bedoeld om aardschokken te weerstaan. De mensen in de vijf verdiepingen tellende, van betonplaten gebouwde flats (de “Chroesjtjovka’s”) overleefden het niet. De overlevingskansen waren groter voor de bewoners van de vier verdiepingen tellende flats van tufsteen (de “Stalinka’s”), die ooit voor de hoofdstad Yerevan waren ontworpen om koel te zijn in de zomer.
De aardbeving vernietigde ook de elektriciteitscentrales. Dat betekende dat de waterpompen het niet deden zodat er voor de overlevenden geen schoon water was. Het telefoonverkeer viel eveneens uit. Het is bijna vanzelfsprekend dat de mensen op zoek gingen naar levensmiddelen en winkels plunderden.
Hulpverleners
Uiteindelijk begonnen helikopters te landen. Die haalden niet alleen de overlevenden weg uit het rampgebied maar brachten – en dat moet buitengewoon demoraliserend zijn geweest – ook doodskisten. Ook de secretaris-generaal van de Communistische Partij, Michael Gorbachev, kwam naar het noordwesten van Armenië. Hij brak er een bezoek aan de Verenigde Staten voor af, maar veel krediet gaven de overlevenden hem niet. Hij had namelijk ook zijn eigen auto laten invliegen met een transportvliegtuig dat anders levensmiddelen had kunnen brengen.
Dat ook Azerbaijan, waarmee Armenië het slecht kan vinden, na de aardbeving hulp verleende, lijkt de Armeniërs te zijn ontgaan. Er was meer liefde voor Charles Aznavour, die vanuit Frankrijk een hulpactie opzette. Zoals te doen gebruikelijk met liederen waarvan de opbrengst naar het goede doel gaat, was Pour toi Arménie geen artistiek hoogstandje, maar er werd behoorlijk wat geld mee opgehaald. Toen Aznavour vorig jaar overleed, was de rouw in Armenië oprecht.
Het precieze aantal doden is onbekend maar wordt geschat op 25.000. Leninakan heet tegenwoordig Gyumri. Het stadje, beroofd van zijn jeugd, heeft nu minder inwoners dan in 1988 en er staan allerlei huizen leeg. Andere huizen zijn nooit hersteld. Er zijn hele straten waar nog altijd geen mens woont.
Mijn toenmalige buurvrouw, een verpleegster, ging daarna een jaar als vrijwilligster werken in Yerevan. Ze keerde terug met een mooie grote industrieel gedraaide pot uit de vroege IJzertijd uit Van.
Ik herinner me vanaf de aardbeving in Armenië (n.b. toen nog een deel van de Sovjet-Unie voor alle duidelijkheid) een tijd van acties betreffende het desintegrerende Oostblok in december/januari; de aardbeving, de janboel in Roemenië rond de ondergang van Ceaucescu in 1989 en daarop de actie Help de Russen de Winter Door. (Ik ben erg associatief ingesteld).
Xerxes in Griekenland heeft tenminste 1 koper in Leiden gevonden, we gaan het betuderen.
Bestuderen uiteraard.
Ook in de IJmond wordt Xerxes verkocht, uiteraard!