[Vanavond even een gastbijdrage aan deze blog, ingezonden door egyptologe/archeologe Sigrid van Roode, die u vorige week zag in dit filmpje.]
Een broze Drs.P. zit in een rolstoel naast de vleugel in de OBA te Amsterdam. Zijn jonge begeleider speelt De Gezusters Karamazov, de dan al demente doctorandus zingt de tekst. Kraakhelder en foutloos komen de vertrouwde woorden voorbij. Als de laatste akkoorden wegsterven, licht het gezicht van de hoogbejaarde doctorandus op. Hij straalt en zegt enthousiast: “Júist!” Het is één van de korte filmfragmenten in het eerbetoon dat Erik van Muiswinkel in de Leidse schouwburg opvoerde en waar ik in gezelschap van twee mede-adepten op een koude dinsdagavond naartoe was gegaan.
Ik hou van taal, van mensen die zich daarvan weten te bedienen en van mensen die daar net zo blij van worden als ik. Ik hou van Vondels rinkinkerende Aeneas en val als een blok voor de elegante zinnen van Frits van Oostrom in zijn Maerlants Wereld. Eén van de cassettebandjes, in onze studententijd door mijn beste vriendin meegebracht naar een opgraving, leverde eenzelfde plezier: dat was Drs.P. Compilé sur CD, of althans zoveel daarvan als op het bandje paste. De enjambementen in De Grenadiertjes, het enthousiasme in Sla, de uitsmijter van De Commensaal: ik genoot van zijn taalbehendigheid en oubollig krakende stem. Sneker Café en O wat leuk werden tot officieuze opgravingsliederen, en bij nader inzien bleek ik Dodenrit en Knolraap en Lof, Schorseneren en Prei allang te kennen. Want zo gaat dat, zei mijn gezelschap tijdens ons diner voorafgaand aan de voorstelling: Drs.P. hoef je niet uit je hoofd te leren, dat ken je op een gegeven moment gewoon.
De voorstelling was humoristisch, ontroerend en leerzaam. Ik wist nog niet wat oogrijm was (“wij gingen naar de Ikea en dronken daar een ice tea” – vanzelfsprekend), de structuur van het ollekebolleke passeerde de revue, en dat De Markt voortkwam uit ergernis over een onnozele reclameslogan was ook nieuw voor mij. Persoonlijke anekdotes, korte teksten en gedichten werden afgewisseld met Christina Applegate en Jacques Brel, die naadloos in het geheel pasten. Her en der werd het publiek uitgenodigd vooral mee te zingen. Prachtige uitdrukkingen voor alledaagse zaken zorgden voor geschater, foto’s, film- en geluidsfragmenten gaven in korte tijd een inkijkje in het leven van deze taalvirtuoos.
Tijdens de avond realiseerde ik me dat ik geweldig genoot, maar ik kon er nog niet de vinger op leggen waarom dat was. Ik was blij bekende en minder bekende teksten te horen, ik heb hartelijk gelachen om grappen en vertolkingen, en de afwisseling in het programma zorgde ervoor dat het geen moment inzakte, maar er was nog iets dat ik niet direct kon duiden. Dat inzicht kwam pas aan het eind van het optreden.
Zoals Drs.P. zelf placht te doen, sluit ook Erik van Muiswinkel zijn avond af met De Gezusters Karamazov. Waar dat bij eerdere liederen nog wat weifelend ging, is daar nu niets meer van te bespeuren. De hele zaal zingt mee, van begin tot eind, zonder aarzeling. Iedereen kent de tekst, alle tsjieps worden even nadrukkelijk door honderden mensen uitgesproken.
Terwijl ik mee-tsjiep, voel ik opeens waarom ik zo van de avond geniet. Het is geen gratuite covershow waarin men populaire nummers mee kan zingen (op zijn tijd heel welkom, overigens): hier zit liefde, respect en oprechte waardering in. Niet alleen van de cabaretier voor zijn onderwerp, maar ook van het publiek. Een avond doorbrengen in een theaterzaal vol mensen die taaltalent waarderen, dat is een zeldzaam genoegen.
***
Erik van Muiswinkel “Buigt allen mee voor Drs.P.” is nog tot en met 14 december te zien in verschillende theaters.
Tja. Ik geloof meteen dat het allemaal vol liefde gedaan is, maar ik ga er niet heen om dezelfde reden dat ik niet naar Zappa Plays Zappa of naar The Wailers ga: de meester zelf ontbreekt en dat gat zal nooit meer worden opgevuld.
Ik ben eens naar zo’n optreden van Zappa plays Zappa gegaan en dat was best aardig, maar meer ook niet. Een hedendaagse Dreigroschenoper kan ik ook niet hebben. Laten we wel wezen: dood is dood. Tja, daar is niks aan te doen. Ik hou van Drs. P en daarom ben ik niet van plan om naar de Drs. P-naspeelband te gaan, of naar een Zappa-naspeelband of naar een Weill/Brecht-naspeelband.
Verder moet Drs. P in de Top-2000 blijven. Stem! https://stem.nporadio2.nl/top-2000/1
Maar ook niet meer luisteren naar Mozart en Beethoven, dan?
ha ha ha! dode componisten, goeie grap.
“Een avond doorbrengen in een theaterzaal vol mensen die taaltalent waarderen, dat is een zeldzaam genoegen.”
Dat doet wel heel erg sterk denken aan de bekende definitie van kitsch: de eerste traan van ontroering vloeit als men een kleuter op een zonovergoten weide ziet spelen; de tweede traan als het besef doordringt dat vele andere mensen dezelfde ontroering voelen. Dat staat me niet aan mbt drs. P.
de tijd doorbrengen met taaltalenten: daar had ik ook moeite mee.
de gezellige ons kent onsjes, ik hou daar niet van.