MoM | Ramanspectroscopie

Ook de pigmenten van de muurschilderingen uit Pompeii zijn met ramanspectroscopie onderzocht, al weet ik niet of dat ook is gebeurd met deze banketscène uit het Nationaal Archeologisch Museum in Napels.

U herinnert het zich nog wel: als u op de middelbare school scheikundelessen had, maakte u met stokjes en bolletjes modellen van moleculen. Een methaanmolecuul (moerasgas) bestond dus uit een bolletje koolstof, vier stokjes en vier bolletjes waterstof. Ik weet zeker dat mijn scheikundeleraar, die in veel dingen het humoristische herkende, erop heeft gewezen dat het weliswaar een model heette maar in feite geen verkleinde maar een vergrootte weergave was. Ik dénk dat ik me herinner dat hij ons er eveneens op wees dat het slechts een manier was om voorstelbaar te maken wat een molecuul was en dat die atomen in feite heen en weer trilden. In jargon: oscillatie.

Elk molecuul trilt op een andere manier – ethanol ofwel alcohol trilt bijvoorbeeld anders dan benzeen – en dat kun je meten. Dat doe je door er een laser op te richten, waardoor de balans in zo’n molecuul verandert en straling kan vrijkomen. Het energieverschil tussen de toegevoegde energie en de uitgestraalde energie correspondeert met de trillingsenergie binnen een molecuul, die weer samenhangt met de structuur daarvan. Het spectrum van de vrijkomende straling biedt dus een aanwijzing voor de aard van het molecuul en is even uniek als een vingerafdruk. Dat is allemaal onderzocht en de resultaten zijn neergelegd in uitgebreide databases; is de meting eenmaal gedaan, dan kan een ramanspectrometer (een verrassend klein instrument overigens) contact maken met de database en het materiaal identificeren.

Lees verder “MoM | Ramanspectroscopie”