De palimpsesten van het Catharinaklooster

Het Catharinaklooster

Onder aan de voet van de Sinaïberg ligt al eeuwenlang het Catharinaklooster. Volgens de overlevering ligt het bij de plek van het Brandende Braambos. In 337 na Chr. zou keizerin Helena, de moeder van Constantijn de Grote, er een kapel hebben laten bouwen. Later, in de zesde eeuw, liet de Byzantijnse keizer Justinianus I rond de kapel een versterkt klooster aanleggen. Dat bestaat nog en heeft zijn naam te danken aan de heilige Catharina van Alexandrië.

Catharina

Volgens een losjes op de historische Hypatia geïnspireerde legende was Catharina de dochter van de gouverneur van Alexandrië en was keizer Maxentius verliefd op haar. Ze sloeg hem af, omdat ze had beloofd maagd te zullen blijven. Maxentius liet het er niet bij zitten en stuurde veertig filosofen op haar af om haar ervan te overtuigen haar geloof af te zweren. Het tegendeel gebeurde. Katharina, die al op haar vijftiende Plato uit haar hoofd kende, bekeerde de filosofen.

Lees verder “De palimpsesten van het Catharinaklooster”

Het Alhambra: een hemels paradijs (slot)

Het Generalife-paleis bij het Alhambra

In vier blogjes, waarvan het eerste eergisteren online ging, behandelde ik de voornaamste gebouwen van het Alhambra. Ind dit laatste deel vertel ik over het Generalife-paleis; het buitenverblijf van de Nasridische sultans van Granada, gelegen op de Cerro del Sol.

Het Generalife-paleis

In deel 3 en deel 4 heb ik geschreven over de prachtige paleizen binnen de muren van het Alhambra. In opdracht van sultans als bijvoorbeeld Yusuf I (r.1333-1354) en zijn zoon Mohammed V (r.1354-1391) bouwden de Moren paleizen waar comfort en schoonheid samen gingen. De verschillende ruimten waren weelderig gedecoreerd en gegroepeerd rondom binnenplaatsen met rustgevende waterpartijen en geurige planten en struiken. De paleizen waren echter niet alleen uit de kluiten gewassen Moorse woningen, er werd hier ook politiek bedreven en recht gesproken.

Lees verder “Het Alhambra: een hemels paradijs (slot)”

Het Alhambra: een hemels paradijs (4)

Albaicín, aan de voet van het Alhambra

In mijn vorige blog heb ik het Mexuar, het Comares en het Leeuwenpaleis beschreven: de bekendste paleizen van het Alhambra. Er waren in de tijd der Nasriden echter meer paleizen in deze ommuurde stad te vinden. Vele hebben de tand des tijds niet overleefd of werden door latere heersers omgebouwd of platgegooid om hun eigen woongemak te dienen. In dit vierde blogje focus ik op deze andere paleizen en enkele christelijke gebouwen, om met het laatste te beginnen.

De christelijke gebouwen van het Alhambra

De Reyes católicos, Isabella van Castilië en Ferdinand II van Aragon, kreeg op 2 januari 1492 de sleutel van het Alhambra overhandigd van Boabdil, de laatste sultan van Granada. Ze waren aangenaam verrast door de schoonheid die ze aantroffen, maar vonden dat de paleizen niet voldoende voldeden aan hun eigen woonwensen. Derhalve was verbouwing wenselijk.

Lees verder “Het Alhambra: een hemels paradijs (4)”

Het Alhambra: een hemels paradijs (3)

Zuilen met stucwerk in het Leeuwenpaleis in het Alhambra

Ik was gisteren begonnen met een reeks over het Alhambra in Granada. Vandaag beschrijf ik de beroemdste gebouwen, namelijk de drie best bewaarde paleizen: het Mexuar, het Comares en het Leeuwenpaleis.

De Moorse woning ‘maal tien’

In de residentiële zone van het Alhambra zijn verschillende paleizen gebouwd. Deze waren in feite de uit de kluiten gewassen Moorse woningen waar ik in het vorige deel over heb geschreven. De meeste paleizen  zijn vernietigd, verbouwd of door latere heersers overbouwd, maar het Mexuar, het Comares en het Leeuwenpaleis zijn bijzonder goed bewaard gebleven. Ze werden op verschillende momenten gebouwd en waren onderhevig aan diverse veranderingen door de tijd heen.

Lees verder “Het Alhambra: een hemels paradijs (3)”

Het Alhambra: een hemels paradijs (2)

Het Mirtenhof in het Alhambra.

In het vorige stukje introduceerde ik het Alhambra. Nu maak ik even een uitstapje. Om het middeleeuwse Moorse paleis te begrijpen, moet de lezer namelijk eerst iets weten over de toenmalige woningen op het Iberisch Schiereiland. In dit stuk besteed ik ook aandacht aan de verschillende soorten versieringen die in het Alhambra zijn toegepast.

De Moorse woning in de Middeleeuwen

Het Alhambra telt diverse paleizen, waarvan er drie met kop en schouders boven de rest uitsteken: het Mexuar, het Comares en het Leeuwenpaleis. Daarover morgen meer. Ze werden op verschillende momenten gebouwd en waren onderhevig aan diverse veranderingen door de tijd heen. Het geheel is te beschouwen als een uit de kluiten gewassen weerspiegeling van de Moorse woning.

Lees verder “Het Alhambra: een hemels paradijs (2)”

Het Alhambra: een hemels paradijs (1)

Het Alhambra

Op de kale heuvel La Sabika, aan de zuidoostelijke grens van de Andalusische stad Granada, ligt een middeleeuwse stad die in al haar oude glorie jaarlijks door duizenden toeristen wordt bezocht. Een dubbele verdedigingsmuur schermt deze Moorse stad met haar rijk gedecoreerde paleizen en paradijselijke tuinen af van nieuwsgierige blikken. Men noemt dit fort-paleis het Alhambra en we hebben dit Werelderfgoed aan de Moorse dynastie der Nasriden te danken, en tevens ook aan de bewoners die hierna volgden.

Het Alhambra heeft velen geïnspireerd, waaronder de negentiende-eeuwse schrijver Washington Irving, die in 1829 enkele maanden in dit fort-paleis verbleef. Veel kan ik niet toevoegen aan de verhalen van degenen die mij zijn voorgegaan, maar ik kan het niet laten om de pracht en praal te beschrijven die ik twee keer met eigen ogen heb mogen aanschouwen. In dit eerste van vijf blogs focus ik op het Alcazaba en de medina.

Lees verder “Het Alhambra: een hemels paradijs (1)”

Van Oostroms Reynaert

Vorige maand in Tunesië las ik het nieuwe boek van Frits van Oostrom, De Reynaert. Leven met een middeleeuws meesterwerk. En wat was het een leuk boek! Dat komt vanzelfsprekend in de eerste plaats doordat de sluwe vos een tijdloos personage is. Geen leuk personage natuurlijk, net als Tom Ripley, Richard III of Patrick Bateman. Als vos is de titelheld immers een sadist. Je voelt desondanks meer sympathie voor Reynaert dan voor zijn tegenstanders. Die vertegenwoordigen weliswaar een nettere wereld, maar zijn tegelijk hypocriet. Dat maakt ze onaantrekkelijk.

De sadistische vos

Ondertussen is de vos dus een wreed dier. Hij eist een pelgrimstas, gesneden uit de vacht van Bruun de Beer, en eist schoenen, gemaakt van de poten van Isengrijn de Wolf en diens vrouw Hersint. Deze wreedheid was belangrijk voor de auteur van het werk, Willem, want vergelijking met de Franse vertellingen toont dat de Middelnederlandse vos veel gemener is dan Renart. Nadat het doortrapte beest zijn slachtoffers (zoals Bruun of Tybeert de Kater) indirect, via een ander, heeft getroffen, voegt hij zelf nog een extra vernedering toe. De wreedste is die van de vrouw van Isengrijn, Hersint, die te horen krijgt dat ze met Reynaert mee gaat op pelgrimage en kan delen het heil dat hem zal toevallen, aangezien diens schoenen zijn gemaakt van haar voormalige poten. Dit soort details maken het verhaal ronduit gruwelijk.

Lees verder “Van Oostroms Reynaert”

Willem van Moerbeke

De Vierde Kruistocht mislukte spectaculair. De deelnemers kwamen nooit verder dan Constantinopel, dat ze in 1204 innamen. Het graf van een van de commandanten, de Venetiaan Dandolo, is nog steeds te zien in de Hagia Sofia. Eenmaal meester van de grote stad, plaatsten de kruisridders de Vlaamse graaf Boudewijn IX op de keizertroon. Meteen kwamen er twee concurrerende keizers. Het Byzantijnse Rijk is deze verdeling, die duurde tot 1261, nooit meer te boven gekomen.

Voor West-Europa was de gebeurtenis echter profijtelijk: wetenschappers kregen toegang tot allerlei Griekse handschriften. Een van de sleutelfiguren in de overdracht van klassieke teksten was de Vlaming Willem van Moerbeke. Tussen 1260 en 1270 vertaalde hij vrijwel alle werken van de filosoof Aristoteles, en ook enkele laatantieke commentaren daarop, alsmede het leeuwendeel van het ons bekende oeuvre van de natuurkundige Archimedes en ook iets van de arts Claudius Galenus.

Lees verder “Willem van Moerbeke”

Het einde van de Nasriden

De leeuwenfontein van het Alhambra, het paleis van de Nasriden

In het vorige stuk zagen we dat er voortdurend wisselende loyaliteiten en conflicten waren in de buitenlandse politiek van de Nasriden. Conflicten waren er ook over de troonopvolging. Menig sultan stierf een onnatuurlijke dood, zoals Mohammed II in 1302. Zijn opvolger Mohammed III, de derde sultan van Granada, was berucht om zijn wreedheid en zou zijn vader mogelijk naar de volgende wereld hebben geholpen door hem gif toe te dienen. Ismail I, de vijfde sultan van Granada, werd om het leven gebracht door een van zijn neven, naar verluidt omdat ze ruzie hadden over het bezit van een slavin.

De achtste sultan, Mohammed V, was na een vijfjarige regering genoodzaakt zijn toevlucht te zoeken bij de Mariniden in Fez, terwijl zijn koninkrijk bestierd werd door Ismail II en kort daarna door Mohammed VI. In 1362 zou Mohammed V terugkeren naar Al-Andalus nadat koning Peter I van Castilië sultan Mohammed VI naar Sevilla had gelokt en gedood. Koning Peter deed het hoofd cadeau aan de terugkerende Mohammed V.

Lees verder “Het einde van de Nasriden”

Opkomst van de Nasriden

Het Alhambra, de residentie van de Nasriden

“Je doet er goed aan, mijn zoon, te huilen als een vrouw om wat je als man niet kon verdedigen”. Dit waren de legendarische woorden die sultana Aïcha tegen haar zoon Boabdil, de laatste sultan van het koninkrijk Granada, sprak op 2 januari 1492. Op deze dag had hij zijn hemelse paradijs op aarde, het beroemde Alhambra, overgegeven aan het koningspaar Isabella van Castilië (r.1474-1504) en Ferdinand II van Aragon (r. 1479-1516). Voordat het echter zo ver kwam, wisten de Nasriden het ruim 250 jaar vol te houden in het zuiden van het Iberische schiereiland, tot ze het onderspit dolven tegen de nieuwe, christelijke machthebbers.

Het Koninkrijk Granada

Het verhaal van Granada begint al in de tiende eeuw, toen de stad deel uitmaakte van het kalifaat Córdoba. In 1013, bij het uiteenvallen van dit kalifaat, werd Granada een onafhankelijke taifa om vervolgens in 1091 te worden veroverd door de Almoraviden en in 1154 weer door de Almohaden, twee dynastieën uit het huidige Marokko. Fast forward naar 1212: na de Slag bij Las Navas de Tolosa brokkelt het Almohadische gezag af en in 1228 is het definitief voorbij. In de tussenliggende tijd is de ene Moorse stad na de andere in handen van de christenen gevallen.

Lees verder “Opkomst van de Nasriden”