Elke donderdag neem ik om 9:01 de trein van Amsterdam-Centraal naar Zutphen. Een lijdensweg wil ik het niet noemen, maar er zijn aangenamere zaken in mijn leven. Bij het station staan bijvoorbeeld onvoldoende fietsrekken, want CS is een typisch forenzenstation waar Amsterdammers naartoe gaan om elders te werken. Omdat er zoveel fietsen zijn, moet je je karretje altijd buiten een rek plaatsen. (Ik heb het afgelopen halve jaar één keer een plek gevonden in een rek.) Normaal gesproken zou dit geen ramp zijn, ware het niet dat de gemeente “buitenrekse” fietsen wegknipt en naar een bedrijventerrein brengt dat zo’n beetje in Halfweg ligt. Ook vandaag staat weer te bezien of ik vanavond beschik over een fiets.
Dan is er de trein zelf. Dat is een internationale, die doorrijdt naar Berlijn. Er zitten altijd wat toeristen in, maar het zijn er weinig: het aantal stoelreserveringen vanaf Amsterdam is althans gering. De honderden niet-gereserveerde stoelen zijn voor de forenzen naar Hilversum, Amersfoort, Apeldoorn of voor mijn part Zutphen. Uitgaande van veertien rijtuigen met zestig stoelen – de feitelijke getallen liggen hoger – en zo’n honderd Duitslandgangers zijn er 740 forenzen aan boord. Vermoedelijk meer, want bij de helft van mijn reizen vind ik geen stoel en zit ik met mijn laptop op de grond, ergens bij een van de uitgangen. Het is minder erg dan dat er naast je iemand een gesprek voert, zullen we maar denken, want dan kun je niet werken en is je tijd helemaal verspild.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.