
Mijn vader, Gradus Bijvoets, had een lettergieterij/zetterij in de Jordaan, waar hij in de Tweede Wereldoorlog zetsels maakte voor verzetskrantjes en -pamfletten. Dat letterzetten ging toen nog met de hand: blokjes waarop een metalen letter een voor een in gleufjes in een groot blok schuiven. Wij vonden het leuk om daarbij te helpen, maar bij bovengenoemd werk mocht dat niet vanwege het gevaar van een inval door de bezetter.
Een zekere “Bart”, ironisch genoeg een vriend van mijn zussen die in Haarlem woonden, werkte zogenaamd als letterzetter in het bedrijf, maar in werkelijkheid leverde hij de teksten en was verbindingsman tussen mijn vader en het verzet. Op een dag laadden beide heren zetsels in fietstassen en togen op weg om ze af te leveren. Op de Prinsengracht zagen ze een Duitse patrouille die voorbijgangers, ook fietsers, aanhielden en controleerden. Haastig zetten ze hun fietsen tegen de gevel en probeerden zo, als onschuldige wandelaars die niets compromitterends bij zich hadden, langs de patrouille te komen. Helaas waren de Duitsers al te dichtbij en vermoedden verband met de fietsen. Ze werden in ieder geval, met fietsen, meegenomen naar de dichtstbijzijnde gevangenis, die waar nu Paradiso is.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.