De brug over de Kwai (11)

De auteur in 1945
De auteur in 1945

[Deze weken plaats ik op mijn blog het verhaal met de oorlogsherinneringen van dhr Dick van Zoonen. Een overzichtspagina is daar.]

Huisvesting

Als gevangenen waren wij op Java en in Singapore steeds gehuisvest in kazernes, in stenen gebouwen dus. We werden wel nauw gelegerd. In een kazerne waar normaal tweehonderd militairen (met hun vrouwen en kinderen) in gelegerd waren, dus zeg achthonderd mensen, stopten de Japanners 3600 krijgsgevangenen. Ieder kreeg een plaatsje van 2 bij 1 meter, soms 2 meter bij 75 centimeter. Deze afmetingen hebben de hele oorlog door gegolden.

Je lag op de grond op een deken of op een matje,  matrassen waren er niet. Ik had een kussensloop waar een deel van mijn kleding in zat als kussen.

In Thailand lagen we in bamboehutten, honderd meter lang, vijf meter breed. In het midden een pad van 1 meter breed, links en rechts een verhoging van 75 cm hoog, waar wij op lagen. Ieder weer 2 bij 1 meter. Aan het hoofdeinde een schot van bilik (gevlochten bamboe) van 50 cm, daarboven 50 cm open ruimte, daarboven het atapdak dat schuin omhoog iets overstak, zodat we droog bleven. We lagen op dunne (1 tot 2 cm) bamboes. In Martonna lagen we in Japanse legertenten, twintig man in een tent van 7 bij 5 meter grondvlak. Op de grond wat dwarsbalken, daarop weer dunne bamboes.

Lees verder “De brug over de Kwai (11)”

De brug over de Kwai (10)

De auteur in 1945
De auteur in 1945

[Deze weken plaats ik op mijn blog het verhaal met de oorlogsherinneringen van dhr Dick van Zoonen. Een overzichtspagina is daar.]

De bevrijding

In Tamoeang was niet veel te doen. We moesten een diepe droge gracht om het kamp heen graven van vier meter diep en breed, en viermaal 500 meter lang. Op de hoeken kwamen pillboxen met schietopeningen naar buiten en ook naar binnen. Het zag ernaar uit dat de Jappen ons hierin bij elkaar zouden drijven als de geallieerden dichtbij zouden komen. De Jappen konden ons dan makkelijk in bedwang houden en eventueel allemaal dood schieten. De geallieerden zaten echter nog ver, bij Rangoon, bijna 1000 km van ons kamp. Wel hoorden we regelmatig geallieerde bommenwerpers overvliegen.

Als er geen achterstand op het werk was kregen we ongeveer eens per maand een amateurcabaretvoorstelling. Op een augustusavond in 1945, terwijl wij net zo’n cabaretvoorstelling hadden, kwam plotseling een Engelse sergeant-majoor het toneel ophollen om te vertellen dat de Japanse kampcommandant liet mededelen dat de oorlog afgelopen was. Hierop werd spontaan het God Save the King en het Wilhelmus gezongen. We hebben die nacht niet meer geslapen.

Lees verder “De brug over de Kwai (10)”

De brug over de Kwai (8)

De auteur in 1945
De auteur in 1945

[Deze weken plaats ik op mijn blog het verhaal met de oorlogsherinneringen van dhr Dick van Zoonen. Een overzichtspagina is daar.]

Basiskampen

Het eerste basiskamp waar ik kwam was het kamp Chungkai (60 km van het beginpunt), een groot kamp voor naar schatting 5000 man. Na enkele weken werden we per trein naar Nong Pladuk vervoerd. Na weer drie maanden werd het Nakhon Pathom, een kamp 20 km ten oosten van Nong Pladuk, 50 km ten westen van Bangkok, met 10.000 gevangenen. Algauw kwam het bericht dat de spoorlijn klaar was.

Op 17 oktober ontmoetten de spijkerploegen die aan beiden uiteinden begonnen waren elkaar bij km 257. De Jap had toen ineens veel minder mensen nodig. Van de oorspronkelijk 60.000 gevangenen werd de helft uitgezocht om naar Japan te gaan voor werk in de kolenmijnen. De Jap zocht daarvoor bij voorkeur fitte mensen uit die er niet Indisch uitzagen. Waarom ik niet uitgekozen werd weet ik niet, maar ik bleef in Thailand.

Lees verder “De brug over de Kwai (8)”