De slag bij Vlaardingen

Op 29 juli 1018, over twee weken dus een millennium geleden, stuurde keizer Hendrik II van het Roomse Rijk, waar de Lage Landen destijds deel van uitmaakten, een leger uit om graaf Dirk III tot de orde te roepen. Deze heerste over onder andere de mondingen van de Maas en Rijn, een gebied de kern vormt van het graafschap Holland maar in de elfde eeuw misschien beter kan worden aangeduid als West-Frisia.

Dirk was, zonder dat hij daartoe bevoegd was, tol gaan eisen van de kooplieden die voeren op de Merwede. De graaf was kansloos tegen het keizerlijke leger, dat werd aangevoerd door de ervaren hertog Godfried en vermoedelijk drieduizend man sterk was. Dirk zal er op zijn hoogst duizend tegenover hebben kunnen zetten, meest bewapende boeren, maar hij behaalde desondanks de overwinning. Ik blogde er al eens over.

Lees verder “De slag bij Vlaardingen”

Slag bij Vlaardingen (3)

Nog een ontginningslandschap: de Pijp in Amsterdam (Google Earth)

Het citaat van Alpertus van Metz dat ik in mijn eerste stukje aanhaalde, bevat bijna alle elementen die in het tweede stukje aan de orde zijn gekomen. Onder auspiciën van de Hollandse graaf (de hoofdman van de “rovers”) ontgonnen boeren de woeste gronden langs een rivier (“het Merwedewoud”), waarbij iedereen een door sloten afgebakende kavel ter ontginning kreeg en tijns betaalde. Alle boeren van het ontginningsdorp deden krijgsdienst: met eenvoudige wapens vochten ze zij aan zij met het garnizoen van de Vlaardingse burcht.

Alpertus verklaart het succes van de Hollandse boeren door erop te wijzen dat de soldaten van het keizerlijke leger in paniek raakten. Dat kan een deel van de waarheid zijn, maar je zou denken dat de soldaten van de bisschop toch wel zullen hebben begrepen wat een omtrekkende beweging was. Wellicht is een andere oorzaak van de Hollandse zege dat de boeren met een verrassend grote inzet vochten. En met reden, want de ontginningskavels waarop ze slag leverden, waren van henzelf.

Lees verder “Slag bij Vlaardingen (3)”

Slag bij Vlaardingen (1)

Bij gebrek aan eigen fotomateriaal van de Slag bij Vlaardingen krijgt u dit plaatje van het wapen van het Huis van Holland. (Te zien op het raadhuis van Gouda, dus met Vlaardingen of de elfde eeuw heeft het weinig van doen.)

Morgen loopt het oude jaar af en overmorgen begint 2018. Dat is een kroonjaar in de geschiedenis van het graafschap Holland: een millennium geleden vond de Slag bij Vlaardingen plaats. Het leek me aardig uw aandacht daar alvast op te vestigen. Niet omdat kroonjaren belangrijk zijn, overigens, want het verleden is altijd interessant en niet alleen als iets precies duizend jaar geleden of op deze of gene datum is gebeurd. Ik bied echter graag wat voorpubliciteit zodat u, als u later dit jaar met de officiële herdenking wordt geconfronteerd, herkent dat het iets belangrijks is. Eerst geef ik het woord aan Alpertus van Metz, die we, als “Nederland” destijds een begrip zou zijn geweest, hadden kunnen typeren als de eerste Nederlandse historicus.

Aan de kust brak een oorlog uit met de volgende aanleiding. Een groep Friezen had zijn woongebied opgegeven en was gaan wonen in het Merwedewoud. Daar hadden ze zich aangesloten bij een groep rovers en samen met hen beroofden ze de kooplieden. (Later werden die Friezen overigens onderworpen door diezelfde rovers, die hun land toewezen en ieder een perceel ter ontginning gaven met de opdracht dat te bebouwen en cijns te betalen.) Herhaaldelijk kwamen de kooplieden uit Tiel naar de keizer om hem te vragen of hij, in zijn genade, hen wilde beschermen tegen de rovers. Omdat de vorst de handelswegen begaanbaar wilde houden, ontbood hij bisschop Adelbold en hertog Godfried. Hij gelastte hun op te trekken tegen de Friezen, ze uit hun illegale woonplaatsen te verjagen en de rovers te verdrijven. Op grond van dit bevel verzamelden ze een enorm leger, waarvan ook de aanzienlijkste en in de oorlogvoering meest ervaren mannen deel uitmaakten.

Lees verder “Slag bij Vlaardingen (1)”