In een recente post op deze kleine blog gebruikte ik het woord “staatsruivenier”. Ik bedoelde het ter typering van mensen die werken aan een universiteit: enerzijds de besten van de besten op hun vakterrein, maar anderzijds ook degenen die – anders dan een hobbyist – er belang bij hebben dat hun disciplines op een of andere manier relevant zijn. Zonder relevantie is er immers geen subsidie, en dan ben je je baan kwijt.
Dat academici zo’n verborgen agenda hebben – en daardoor indirect onwetenschappelijk zijn – is in feite hetzelfde als zeggen dat het ook maar mensen zijn. Elke organisatie heeft immers als onuitgesproken doel de eigen continuïteit te garanderen. De afdelingen automatisering die in de jaren tachtig op ieder kantoor bestonden hadden zichzelf moeten opheffen toen iedereen een computer had, maar ze bestaan nog altijd, al heten ze nu IT. Wat ik wel ergerlijk vind, is dat de besten van de besten zo kortzichtig zijn bij het rechtvaardigen van de eigen activiteiten.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.