
Je hoeft de Tiberstad niet bezocht te hebben om tenminste één standaardfrase uit de Romeinse inscripties te kennen: SPQR, Senatus PopulusQue Romanus, ‘Romeinse Senaat en Volksvergadering’. Een andere uitdrukking met meer dan lokale bekendheid is Pontifex Maximus: de aanduiding van de hogepriester, later van de paus. Er zijn in Rome nog tienduizenden Latijnse inscripties, variërend van de vloekformule uit de zesde eeuw v.Chr. tot een triomfantelijke gedenksteen voor de ondertekening van de Europese Grondwet in 2004.
Dit laatste voorbeeld maakt wel duidelijk dat je niet alles moet geloven wat inscripties zeggen. Het bedoelde verdrag is immers verworpen, uitgekleed, onconstitutioneel bevonden en in referenda voorgelegd aan een mokkende bevolking. De betrouwbaarheid van inscripties is een belangrijke kwestie, maar de Amerikaanse classicus Tyler Lansford stipt haar in The Latin Inscriptions of Rome niet aan. Evenmin gaat hij in op het feit dat inscripties betrekkelijk goedkoop waren en dus informatie kunnen bieden over het leven van de gewone man. Zijn collectie is beperkt tot de monumentale inscripties van consuls en keizers, pausen en prelaten, burgemeesters en bisschoppen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.