
Ik lees zojuist dat dikke mensen in een neerstortend vliegtuig makkelijk door de gordel van hun stoel zouden schieten. Die zijn namelijk berekend op mensen tot 77 kilo. Toevallig weet ik dat het iets genuanceerder ligt, want in oktober 2008 heb ik iets meegemaakt dat erop leek. Het vliegtuig dat me van Teheran naar Damascus bracht viel in een luchtzak en ik kon een karretje met vliegtuigmaaltijden van onderen bekijken. De enorm dikke man die even verderop zat bleef door zijn gordel echter wel degelijk in zijn stoel.
Toch is de veiligheid van vliegtuigen soms iets anders dan je zou denken. Vergelijk een burgervliegtuig maar eens met een militair troepenverplaatsingsvliegtuig. Burgers kijken naar de cockpit, terwijl soldaten naar het middenpad kijken. De stoelen staan dan zó dat je bij een noodlanding niet naar voren kunt slaan. Niet dat dit een nieuw inzicht is dat de burgerluchtvaart nog niet heeft kunnen invoeren, want al tijdens de Tweede Wereldoorlog werden parachutisten zo vervoerd dat ze niet naar voren hoefden kijken.
De stewardess zal aan het begin van een vlucht uitleggen dat je je zwemvest kunt vinden onder je stoel. Dat is ook zo, maar de waarheid is dat het vliegtuig dat drie jaar geleden een noodlanding op de Hudson maakte, een uitzondering is. Maar goed, de inzittenden van dat vliegtuig hadden dus wel degelijk voordeel van hun zwemvest.
Veel relevanter is dat je weet waar de nooduitgangen zijn en – jawel – dat je je gordel om houdt. Turbulentie kan verdraaid ergerlijk zijn. Ik kreeg een voorverpakte vliegtuigmaaltijd in de schoot geworpen, maar je zou toch niet willen dat je zelf uit je stoel werd gelanceerd.
Het dikke mensen ‘gevaar’ is slechts onderdeel van de recente anti-vet hysterie. Wat te denken van een moeder met baby op schoot. Heb ik toch heel vaak in vliegtuigen gezien. Werd ik altijd goed pissig om aangezien ik mijn 3kg hondje niet op de door mij betaalde stoel naast mocht zetten omdat zo gevaarlijk was. Alsof rondvliegende babies niet iemands hoofd in kunnen beuken.