Harmonie en conflict

In 2007 kwam een Palestijns Platform voor Mensenrechten en Solidariteit op het idee Ismail Haniyeh, een van de leiders van Hamas, uit te nodigen om op 5 mei te spreken over “Het onbetwistbare recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen naar hun geboorteland”. Minister van Buitenlandse Zaken Verhagen weigerde een visum af te geven, zoals elk bewindspersoon zou hebben gedaan.

Een van de Kamerleden van de Partij van de Arbeid, Martijn van Dam, reageerde. Volgens hem diende een dialoog te worden geopend met Hamas, en daar valt best iets voor te zeggen. Dialoog is immers altijd beter dan geen dialoog.

Van de 365 dagen die een jaar telt, zijn er echter 363 geschikter dan de vierde of vijfde mei. Iedereen voelt op zijn klompen aan dat je die twee dagen niet gebruikt voor politiek gewin. Ik verwachtte daarom dat het PvdA-bestuur zich zou distantiëren van de uitspraak en Van Dam gedurende enige tijd niet over Buitenlandse Zaken zou laten spreken. Dat de partij dit zelfreinigende vermogen niet bleek te hebben, was voor mij voldoende om te concluderen dat ze verrot was. Mijn lidmaatschap heb ik opgezegd.

Ik heb lang over het incident nagedacht. Van Dam is geen domme man. Hij heeft zowel voor als na deze gaffe verstandige dingen gezegd. Hij weet heel goed dat je met je poten van de Dodenherdenking moet afblijven. Waarom stelde hij dan vragen bij Verhagens alleszins redelijke beslissing? Een echt antwoord weet ik niet.

Maar ik heb wel een vermoeden, dat nog beangstigender is dan de afwezigheid van zelfreinigend vermogen. De politiek is de redelijkheid voorbij. Het gaat niet langer om het zoeken van oplossingen waarmee de gemeenschap naar de toekomst kan gaan. Je neemt nog liever een onredelijk standpunt in dan dat je erkent dat een andere politicus gelijk heeft. Dat beangstigt me.

Het is het gevoel dat ik de laatste weken voortdurend heb. Akkoord, het is verkiezingstijd, maar wat zou ik er veel voor over hebben als er eens een politicus was die gewoon kan zeggen dat bijvoorbeeld Europa of de openbare veiligheid te complexe zaken zijn om te reduceren tot sloganisme. Alexander Pechtold lijkt de enige die het wel eens probeert. Wat zou ik er veel voor hebben als een van de lijsttrekkers, na de anderen te hebben laten uitspreken, eens zou zeggen dat hij in de verschillende standpunten allemaal wel iets belangrijks kan ontdekken, en die dan een compromis voorstelt.

Uiteraard zijn er verschillen tussen de diverse belangengroepen, maar democratie is bedoeld om daar in harmonie mee om te gaan. Het is op zichzelf een goed systeem, maar de wijze waarop we het toepassen, is problematisch. Denk aan de debatten, waarin men elkaar vliegen probeert af te vangen, en nog liever onredelijk is dan gewoon toegeeft dat datgene wat de gesprekspartner zei, best de moeite van het overwegen waard is. Verdeeldheid wordt aangewakkerd, consensus en redelijkheid worden bemoeilijkt. Waarom kunnen we nu niet eens twee uur live-televisie krijgen met een groep lijsttrekkers die samen een probleem moeten oplossen, zodat we zien wat hun vaardigheden zijn als ze moeten samenwerken?

Zoals het nu is, vind ik zo’n debat verschrikkelijk. En daarna nog de opiniepeiling wie de winnaar was. Je vraagt je weleens af: “Waar hebben wij het aan verdiend?”

Deel dit:

9 gedachtes over “Harmonie en conflict

  1. Aan tientallen jaren zelfgenoegzaam in een gouden kooi ons in slaap te laten sussen met consumer goods. De idiotie van het ‘economische groei’ model komt zich wreken.
    Het onafwendbare resultaat van permanente groei, uitgegroeid, staart ons in het gelaat.
    Tientallen jaren van geneuzel over droeve weldenkende sociale experimenten, het langzaam inkapselen van onze vrijheid in een cocoon van regelgeving, het zachte kussen van de welvaarststaat heeft ons comateus alles over ons heen laten komen.

    En nu klopt de realiteit aan de deur. Totaal onvoorbereid op een dergelijke brute confrontatie rennen de heren als kippen zonder kop in het rond

  2. Mike Uyl

    Tja, Jona en Petrossa, jullie zijn toch niet echt verrast? In Nederland wordt de discussie steeds meer gevoerd in schreeuwtaal, gespeend van elk respect. Dit is overigens van alle tijden, in de Romeinse senaat werd ook niet altijd respectvol gesproken over tegenstanders. Voor mij is het fenomeen “lijsttrekkersdebat” een ander woord voor “wie wint het op het schoolplein”. Ik kijk en luister er dan al jaren niet meer naar en baseer mijn oordeel op de standpunten; het geschrevene blijft, het woord vervliegt. En waarom Van Dam zo reageerde….. dat doet mij denken aan de methoden van Wilders, toeteren in een echoput maakt nu één keer veel meer lawaai.

    1. Ik geloof, beste Mike, dat ik nog steeds verbaasd kan zijn. Dat heeft nadelen, zoals mijn volslagen naïeve blik op de politiek, maar ook voordelen. Het leven heeft voor naïeve mensen wat meer wonderen om verbaasd om te zijn.

      1. Mike Uyl

        Daar zit wel iets in, het negeren van her geneuzel en doorgaan naar de ‘proof of the pudding” al zal dat pas over enige tijd zijn, heeft zeker mijn sympathie.

    1. MNb

      Tja – het was natuurlijk wel Wiegel die het proces van politieke debilisering in gang zette in de periode 1973-77. Nogal wat VVDers van de oude stempel – oa een oudtante van mij – moesten daarom weinig van hem hebben.

Reacties zijn gesloten.