
De tempel te Baalbek, een van de belangrijkste uit de oude wereld, was gewijd aan een godheid die op verschillende momenten werd aangeduid als Baal Nebeq (“heer van de bronnen”, nl. van de Litani en de Orontes), als Hadad (een donder- en regengod), als Ra (de Egyptische zonnegod), als Zeus en als Jupiter (de Griekse en Romeinse donder- en oppergod). De cultus is niet in detail bekend, maar dat ze iets van doen heeft gehad met het weer, lijkt wel zeker. Ik vrees echter dat de toeristen die vandaag – ik schrijf dit op donderdag 20 december – in het hotel opstonden met het doel de tempel van de meteorologische godheid te bezoeken, er de humor niet van zullen inzien dat deze vandaag zo actief is: het regent pijpenstelen.

Maar niet iedereen baalde van het lelijke weer. Ook op zee was het onstuimig en wij reden naar Sidon, waar we spectaculaire foto’s konden maken van de golven die daar beukten tegen de muren van het kasteel dat op een klein eilandje in de haven verrijst. Zoals de foto toont, spatte het donderende water soms wel tien meter hoog op, en dat ook wij drijfnat werden, kon ons niet veel schelen. Toen we van het terrein afliepen, zagen we hoe de bewakers schik hadden in de halfverzopen, lachende Hollanders.
Ook in Beiroet regende het, maar we gingen naar ons favoriete café, Laziz, en met een goede waterpijp en een glas “minted lemonade” erbij is regen helemaal niet erg. We luisterden naar de hier alomtegenwoordige kerstmuzak en het viel ons op dat “komt laten wij aanbidden” werd onderbroken door – heel toepasselijk – de oproep tot gebed van de dichtstbijzijnde moskee. Ondertussen zagen we de mensen met paraplu’s door de straat wandelen, en ook zij leken niet te lijden onder een slecht humeur.
De wijk Hamra ligt vrij hoog en de diluviaanse regen bleek meer dan de riolering aankon. Niet alleen was er te veel water, maar doordat het heuvelafwaarts stroomde werd de druk ook te hoog, zodat we op een paar plaatsen zagen hoe de putdeksels werden opengedrukt. Mijn reisgenote zei dat ze het wel eens eerder had gezien. Alleen, dat was niet in het Midden-Oosten.
Dit stukje doet me denken aan de openingsscene van Un Flic.