Toen de Italiaanse troepen in 1870 Rome veroverden, degradeerde deze stad, zoals de historicus Ferdinand Gregorovius het zo mooi schreef, van hoofdstad van een universele kerk tot hoofdstad der Italianen. De paus trok zich terug in het Vaticaan en de nieuwe koning, Vittorio Emanuele, verplaatste zijn residentie, die hij tien jaar daarvoor al van Turijn naar Florence had overgebracht, nu naar Rome en gaf opdracht grof geld te investeren in de stad. De bewoners zouden weten dat er nu een monarch woonde die hen zou opstoten in de vaart der volkeren.
Om te beginnen werd de Tiber gekanaliseerd: voortaan zou Rome geen last meer hebben van de watersnoden die de stad sinds mensenheugenis teisterden. Een alweer wat ouder plan, nog opgesteld voor de paus, om tussen het stadscentrum en het spoorwegstation – zeg maar langs de huidige Via Nazionale – een stadswijk te bouwen, werd versneld uitgevoerd. De Belgische familie De Mérode, die het plan kende en de juiste grond had gekocht, verdiende veel geld.
De aanleg van deze stadswijk was noodzakelijk, want het nieuwe koninkrijk der Italianen had duizenden ambtenaren nodig, die toch ergens moesten wonen. Al snel volgde een volgende uitbreiding, naar het oosten. Daar werd in 1876 aan de Via Carlo Alberto, vlakbij wat nu de Piazza Vittorio Emanuele II heet, een macabere ontdekking gedaan. De bouwmeester was bezig met het leggen van de funderingen van een huis, en alles ging goed, tot plotseling een deel weggleed in een diepe ondergrondse holte.
Het bleek dat het deel dat intact was gebleven, rustte op de aarden stadswal (agger) die hier sinds de vierde eeuw v.Chr. had gestaan, terwijl het deel dat wegzakte, rustte op de fossa, een kunstmatige laagte in het landschap van wel dertig of veertig meter breed – een greppel van reusachtige omvang. Er bleken mensen in te zijn bijgezet, waarna er zand over was gegooid. De archeoloog die erbij werd gehaald, Rodolfo Lanciani, schrijft:
De put bleek gevuld met duizenden en duizenden kadavers, die, toen ze na twintig eeuwen aan de lucht werden blootgesteld, verpulverden tot stof en niets, zodat een gapend gat resteerde. Na metingen bleek de massa mensenresten tenminste zestig meter lang, dertig meter breed en tien diep; er waren waarschijnlijk zo’n 24.000 lijken. (bron)
En even verder:
De inhoud was gereduceerd tot een egale, zwarte, inktachtige, ziekteverspreidende gelei. Slechts een enkele keer konden botten worden gedetermineerd: het schijnt dat mensenlijken, dode dieren en afval samen in deze putten zijn gedumpt.
Zoveel lijken bij elkaar, dat suggereert dat het gaat om de slachtoffers van een epidemie. We hebben geen idee wanneer die heeft plaatsgevonden, behalve dan dat het moet zijn gebeurd voordat Rome zó groot was dat deze buurt binnen de stadsmuren was komen liggen.
Grappig genoeg ken ik het gebouw waarom het gaat: er is tegenwoordig een kledingwinkel gevestigd waar ik nog eens ben geweest toen een reisgenote een mantelpakje ging kopen. Het was pas vandaag dat ik me realiseerde dat het om hetzelfde gebouw ging. Ik weet niet of ik haar haar pakje zou hebben laten kopen als ik destijds had geweten op wat van macabere plek die winkel stond.
Kan het zijn dat het de gracht was van de oude stadsmuur, die over langere tijd met afval was volgeplempt? Of moet gezien de aard van de resten (1876 – de beschrijving zal niet aan de huidige standaard voldoen) echt gedacht worden aan één enkele actie, het volgooien en toedekken met aarde? Als ik lees over de toestand van de massa, lijkt het wel dat dit niet een 2000+ jaar oude begraafplaats was? Of is Rome tijdens de Romeinse tijd inderdaad zo uitgebreid dat de oude wal helemaal niet meer te zien was?
Ik krijg meer en meer vragen tijdens het schrijven van deze reactie. Strekte het graf zich uit verder dan die 60 meter lengte? Als je zegt dat het dateert van vóór de uitbreiding, waarom bestond het dan nog – waarom was er niet eerder overheen gebouwd? kan het dateren uit later tijden, bijvoorbeeld een pestepidemie uit de Middeleeuwen? Fascinerend!
Allemaal ja. Ja: het was de agger van de Serviaanse Muur (althans volgen Lanciani, en ik zie geen reden waarom het onjuist zou zijn). Ja: het lijkt te zijn gegaan om een eenmalige actie – de lijken moesten ergens weg en zijn daar bijgezet, en vervolgens zand erover. Het alternatief voor een epidemie is (bedenk ik nu) de doden van de Slag bij de Collijnse Poort, waarmee Sulla zich een weg naar Rome bevocht. Ja: de oude wal, die er in de eerste eeuw v.Chr. nog stond, verdween steeds meer. In de tijd van Vespasianus lijken de laatste resten gesloopt. Er kan eerder overheen zijn gebouwd, maar de funderingen gingen nooit zó diep.