
Het zou een tafereel kunnen zijn uit Ingmar Bergmans Scènes uit een huwelijk. Twee geliefden zitten aan het ontbijt. Hun relatie heeft betere tijden gekend. De ene partner begint iets te vertellen, de andere kapt de woorden ietwat nors af: “Ik heb de laatste dagen enorm hard moeten werken,” zegt hij, “dus begin alsjeblieft niet weer met ruziemaken.” De eerste is wat overdonderd maar herneemt het woord en vertelt dat iemand heeft gebeld om te vertellen van een sterfgeval. Overkomst is dringend gewenst. Als bij toverslag ontdooit de norse man, hij slaat een arm om zijn geliefde en doet een voorstel om de reis zo makkelijk mogelijk te maken. Zijn partner huilt en zegt dat het zo lang geleden is dat ze aardig tegen elkaar hebben gedaan.
Hoe twee mensen ondanks zichzelf van elkaar kunnen houden, ook als de relatie een aflopende zaak is: zoals gezegd had het een scène van Bergman kunnen zijn. Ze komt echter uit Behind the Candelabra, de film over de relatie tussen de Amerikaanse entertainer Liberace en zijn protegé, chauffeur, bediende en secretaris Scott Thorson. Dat de twee partners mannen zijn, is irrelevant: er wordt hier iets getoond van liefde dat universeel is. In een tijd waarin de beeldvorming rond homoseksualiteit wordt bepaald door types als Gordon, is het een verademing te zien hoe er nu eens niet koket wordt gedaan over de herenliefde. Behind the Candelabra gaat vanaf het begin (Donna Summer’s I Feel Love) tot de aftiteling over liefde, en dat het gaat om twee heren is bijzaak.
Een belangrijke bijzaak, dat wel. Ieder mens verlangt naar erkenning en Walter Liberace is daarop geen uitzondering. Alleen: hij zal nooit erkenning krijgen voor wie hij is – daarvoor is het taboe op homoseksualiteit in het Amerika van de late jaren zeventig, vroege jaren tachtig te groot. (De film begint in 1977, het jaar van Anita Bryants beruchte anti-homocampagne.) Een volwaardige relatie zal hij nooit kunnen aangaan, en dus hokt hij met mannen die noch in leeftijd, noch in ervaring, noch in maatschappelijke positie zijn gelijken zijn. Zijn relatie met Scott Thorson is ongelijkwaardig en vanaf het begin tot mislukken gedoemd.
De erkenning die Liberace zoekt, krijgt hij wél op het podium. De theatrale effecten die hem tot een van de beroemdste entertainers van zijn tijd maakten, neemt hij ruimschoots mee naar zijn privéleven, en ik heb verbluft gekeken hoe Michael Douglas een Liberace speelt die speelt dat hij oprecht verlangt naar persoonlijke geborgenheid. Het knappe in Douglas’ vertolking is dat hij iemand neerzet die aanvankelijk alleen persoonlijk kan zijn door te acteren dat hij persoonlijk is, maar langzamerhand iets van authenticiteit hervindt.
Behind the Candelabra behandelt liefde niet als iets suikerzoets, maar biedt het volledige drama, van de eerste blikken tot een sterfbed. Bizar als Liberaces wereld van klatergoud ook moge zijn, deze film vertelt meer over de genegenheid die mensen voor elkaar kunnen voelen, over het mooie en het hatelijke, over de sleur en de passie, dan alle romcoms bij elkaar.
En hij vertelt ook iets over Liberace. Hij was voor alles een showman, en bij hem was alles groter dan groots. Eén van zijn attributen was een mantel van $100.000, die te zwaar was om te dragen, zodat de artiest zich in een auto het podium op moest laten rijden. Het is makkelijk hem belachelijk te maken. Wellicht zou dat zelfs een goede zaak zijn: het feit dat dit stuk wansmaak jaar in, jaar uit werd uitgeroepen tot Amerika’s best-geklede man, plaatst een stevige contrapunt bij de overwaardering van mode. Regisseur Steven Soderbergh heeft die weg echter niet gekozen en laat Liberace in zijn waarde. Zijn allerergste excessen blijven onbelicht; in plaats daarvan zien we iemand die precies weet hoe hij zijn publiek moet bespelen, of het nu is in het openbaar of privé. Soderberghs Liberace krijgt een heuse apotheose en spreekt als envoi een monoloog die van kitsch aan elkaar hangt en desondanks iets zó oprechts over liefde uitdraagt dat het moeilijk is niet ontroerd te zijn.
Aanbevolen dus. En als er geen Oscars zijn voor Beste Mannelijke Hoofdrol en voor Beste Grimage, dan weet ik het ook niet meer.
Ja, dit was inderdaad een fenomenale film.
Zeg, Jac Goderie heeft al een tijdje geleden zijn laatste recensie gegeven. Zoek jij soms een nieuwe carrière? Want een TV filmrubriek is iets anders dan het plak en knip werk waar de commerciëlen ons meer lastig vallen.
Ha! Ik en TV, dat zou een desastreuze combinatie zijn. Het is een medium dat zich goed leent voor amusement, en daarmee is niets mis. Het is echter mijn werk gewoon niet.
“het jaar van Anita Bryants beruchte anti-homocampagne.”
Dan mogen we trots zijn op de Zangeres Zonder Naam, die hier een liedje tegen zong.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Anita_Bryant
De Zangeres zonder Naam! Helemaal vergeten. Ik denk dat ze het hart op de goede plek had zitten. Ik denk ook dat het in 1977 nog wat betekende.