
Ach, de Hofvijver. Het moeten de kikkers zijn die de politici inspireren, want onze politici kwaken wat af. Neem de opmerking van minister Bussemaker van Onderwijs dat iedereen er door de invoering van het leenstelsel op vooruitgaat, ook de studenten. De opbrengst van het leenstelsel, een miljard, wordt namelijk geïnvesteerd in het onderwijs.
Bussemaker heeft dus feitelijk niets gezegd. Het gaat er immers om waarin dat miljard wordt geïnvesteerd. En juist daar wringt de schoen. Ik probeer al een uur te bedenken welke door het ministerie genomen maatregelen nou echt als verbetering van het hoger onderwijs kunnen worden gekwalificeerd en ik kan er precies nul noemen. Ik denk daarom dat de kans precies 100% is dat dat miljard zal worden verspild aan het zoveelste project waarmee het onderwijs verder wordt gesloopt.
Mag ik een voorstel doen dat wél werkt? Gebruik het geld om studentenhuizen te bouwen, zo dicht mogelijk bij de universiteiten en hogescholen. Waarom? Ik citeer uit een eerder stukje:
De efficiëntste manier om te studeren is, heel simpel, dat je ’s morgens naar de leeszaal gaat, met een paar medestudenten rond een tafel gaat zitten, en je buigt over hetzelfde onderwerp. Drie kwartier lezen, rekenen, schrijven en wat dies meer zij, en dan samen koffie halen en de stof bespreken. Als de tijd wordt genomen voor een redelijke lunch en een wat uitgebreider avondeten in de mensa, staat niets de perfecte flow in de weg, zodat je met plezier bezig bent van vroeg in de ochtend tot laat in de avond.
De groepsgrootte is eens onderzocht: ergens tussen de vijf en acht mensen. Bij een grotere groep gaan haantjes-de-voorsten de gesprekken domineren, waardoor minder assertieve studenten onvoldoende aan bod komen. Als de groep kleiner is, ontstaan er minder vragen en neemt de kans toe dat niet alle complicaties van de stof worden doorzien.
De enige voorwaarden waaraan moet zijn voldaan, zijn natuurlijk dat de leeszaal vroeg open is en dat het mogelijk is laat op de avond nog naar huis te gaan. Om die reden was het in de jaren zestig en zeventig beleid om studenten zoveel mogelijk op een campus te concentreren en daar ook supermarkten, wasserettes en mensa’s in te richten.
De campuscultuur, waarin studenten efficiënt konden werken, is door twee maatregelen gesloopt. De eerste was de verplichting dat studenten een OV-kaart moesten kopen, een bezuinigingsmaatregel waarmee minister Deetman een gat op zijn begroting dichtte. De gedwongen neringdoening leidde er vervolgens toe dat studenten meer dan vroeger bij hun ouders woonden, wat weer werd gebruikt – tweede maatregel – om de beurzen aan te passen: minder studenten waren uitwonend. Het simpele gevolg is, als mijn nattevingerbereking klopt, dat studenten anno vandaag tien uur per week minder tijd hebben om te studeren. Nog meer tijd gaat verloren door de meer dan ooit noodzakelijke bijbaantjes. Je hoort vaak zeggen dat studenten tegenwoordig efficiënter werken dan vroeger, maar als je minder tijd krijgt, schiet je daar niet echt mee op. Ministerieel gekwaak.
Wie het onderwijs een goed hart toedraagt, herstelt de campuscultuur. Zorg dat studenten weer bij hun school of universiteit kunnen wonen. Bouw studentenwoningen, geef studenten de vrijheid naar eigen inzicht reiskosten te maken en zorg er – als er dan toch een leenstelsel moet komen – voor dat studenten voldoende kunnen lenen om geen bijbaantjes te hoeven nemen.
Dat alles zal meer kosten dan een miljard. Er zullen namelijk nog veel meer miljarden moeten naar ons onderwijs. Ter illustratie: in 1975 ging 7,2% van de overheidsbestedingen naar onderwijs, in 2007 was dat 5,3%.
Het eigenlijk probleem is dit: er is anderhalf jaar gesproken over een leenstelsel, terwijl we ook anderhalf jaar hadden kunnen spreken over de vraag of we eigenlijk hoger onderwijs willen voor onze kinderen. Zo ja, dan is de vraag hoeveel we daar nu voor overhebben. We hebben een visie nodig maar gekwaak gekregen.
Mijn zoon is een bofkont: geen ouders in het land, dus een kamer op nog geen 20 minuten afstand.
Ik heb mijn verlangen naar beneden bijgesteld. Als de politici zouden ophouden met kwaken en het onderwijs gewoon twee volle regeerperioden met rust lieten ontsla ik ze van die visie.
Hetzelfde voor defensie en cultuur.
Eens. Rust in de tent en vooral géén plannen.
Dat gekwaak komt dan ook nog eens van politici die ruim in de fanan
ciële middelen zaten en jaaaren over hun studie deden. Misschien onterecht hun diploma of bul gehaald Bussemaker?
Dat politici kwaken is een gegeven. Een natuurwet. Daar hebben we het maar mee te doen.
Over dat asociale leenstelstel vond ik dit wel een krachtig stukje: Door het leenstelsel komt kind van jan modaal in de knel (volkskrant.nl).