Inefficiënt studeren

Alleen minister Deetman meende dat heen-en-weer moeten reizen met de trein niet ten koste ging van de tijd om te studeren.

De efficiëntste manier om te studeren is, heel simpel, dat je ’s morgens naar de leeszaal gaat, met een paar medestudenten rond een tafel gaat zitten, en je buigt over hetzelfde onderwerp. Drie kwartier lezen, rekenen, schrijven en wat dies meer zij, en dan samen koffie halen en de stof bespreken. Als de tijd wordt genomen voor een redelijke lunch en een wat uitgebreider avondeten in de mensa, staat niets de perfecte flow in de weg, zodat je met plezier bezig bent van vroeg in de ochtend tot laat in de avond.

De groepsgrootte is eens onderzocht: ergens tussen de vijf en acht mensen. Bij een grotere groep gaan haantjes-de-voorsten de gesprekken domineren, waardoor minder assertieve studenten onvoldoende aan bod komen. Als de groep kleiner is, ontstaan er minder vragen en neemt de kans toe dat niet alle complicaties van de stof worden doorzien.

Lees verder “Inefficiënt studeren”

Geld voor onderwijs

Je ontdekt nog eens wat. Het CBS heeft een mooie database van gegevens, en voor mijn boek trok ik daarin eens na hoeveel geld er in Nederland wordt uitgegeven aan onderwijs. Daar word je vrij stil van.

In 1975, kort na de Eerste Oliecrisis, was 7,2% van de overheidsbestedingen voor activiteiten die volgens de OESO-definitie gelden als onderwijs. We hadden toen nog een minister voor wetenschapsbeleid, trouwens. Eén oliecrisis later was het een fractie minder: in 1980 was het percentage 6,9.

Lees verder “Geld voor onderwijs”