Informatieverzuiling

Een tijdje geleden schreef ik over een leuke archeologische ontdekking in Jeruzalem: een afdruk van het zegel van koning Hizkia. Het aardige was dat dit voorwerp was gevonden in een gecontroleerde opgraving. Er kon dus niet mee zijn gemarchandeerd, het is authentiek en we weten waar het vandaan komt.

Daar kun je nuchter over schrijven want het is op zichzelf interessant genoeg. Er is geen enkele reden om te beweren dat het voor het eerst is dat zulke zegels opduiken of dat dit het bewijs is dat de bijbelse koning Hizkia echt heeft bestaan. (Die wordt gewoon vermeld in de Assyrische bronnen.) Het is dus zéker overdreven aan de hand van deze vondst een uitspraak te doen over de betrouwbaarheid van de Bijbel, maar toch was dat de teneur van nogal wat stukken. Als het over archeologie in Israël gaat, mag die alleen het gelijk van de Bijbel bevestigen of tegenspreken, en nooit normaal onderzoek zijn naar de materiële cultuur van een klein Mediterraan staatje.

Sommige frames blijven maar bestaan en dat betekent, heel simpel, dat het debat in feite dood is. Het geval staat niet op zichzelf. Zie bijvoorbeeld ook de discussie over de islam: de standpunten liggen vast, het frame is het kwakhistorische idee van een tegenstelling tussen zij van Het Religieuze, Despotische Oosten versus wij van Het Humanistische, Vrije Westen. Of zie de discussie over Europa, die is gereduceerd tot “voor” of “tegen”. Of zie de frames waarmee over bankiers wordt geschreven: wolven, roofdieren. Of zie Zwarte Piet, waarbij het genuanceerde “ik ervaar het wel/niet als racisme”, waarmee je kunt debatteren, allang heeft plaatsgemaakt voor het onbediscussieerbare “het is wel/geen racisme”.

Allemaal dode debatten waarin mensen alleen kunnen denken dat de ander uitsluitend ongelijk kan hebben en kwaadaardig moet zijn aangezien hij dat evidente ongelijk niet gewoon toegeeft. Het is geen toeval dat Zwarte Piet bij de rechter ligt en dat er een referendum komt met als doel zand in de Europese machine te strooien. Ik sluit niet uit dat nog eens een bankier een aanklacht wegens smaad indient tegen een activist, of andersom. Toen ik een boek over het vroege jodendom had gepubliceerd, werd bij een van mijn subsidiegevers formeel geklaagd dat ik de subsidie had misbruikt. Als discussiëren niet langer gaat, moet je je gelijk wel halen via rechter, referendum of relletje.

Tot op zekere hoogte is dit iets van alle tijden maar er is tegelijk iets dat het hedendaagse onbegrip anders maakt dan vroeger. Ietwat idealiserend geformuleerd kon je vroeger verschillen van mening maar het eens zijn over de feiten; tegenwoordig gaat dat niet langer omdat iedereen zijn eigen feiten kan selecteren uit een informatieaanbod dat dankzij het internet zo ver is vergroot dat het niet meer te behappen valt. Er is teveel informatie, je moet selecteren. Lezers van Geenstijl kijken niet op de Joop, of het moest zijn om bevestigd te worden in het idee dat “links” volstrekt naïef is; en omgekeerd kijken de bezoekers van Krapuul niet op Jalta, tenzij het is om te worden bevestigd in het idee dat “rechts” met de dag grover wordt. Ik heb het in De klad in de klassieken aangeduid als “informatieverzuiling”: noodgedwongen selecteert iedereen uit het overaanbod aan informatie zijn eigen feiten en daarop baseert hij zijn mening.

Zoals gezegd: totaal nieuw is dit niet. Het is misschien zinvol hier een parallel te trekken met stadsplanning. Thomas Schelling heeft in 1978 in Micromotives and macrobehavior beschreven hoe gemengde groepen – het kan hier gaan om inkomen, etniciteit, religie of wat dan ook – vrij gemakkelijk uiteenvallen en dat segregatie eigenlijk vrij natuurlijk is. Voor dit inzicht had u natuurlijk Schelling niet nodig: Amsterdam-Buitenveldert kent vanouds veel joodse inwoners en de Wagenstraat in Den Haag staat bekend als China Town. Schelling ontdekte echter ook dat deze clustering niet voortkomt uit excessieve intolerantie: het mechanisme werkt al bij heel gematigde, vrij natuurlijke voorkeuren. Het enige wat nodig is, is dat de mensen de vrijheid hebben te verhuizen.

Wij hebben dankzij het internet de vrijheid gekregen onze eigen feiten te kiezen en nu begint ons debat te segregeren. En daar maak ik me wel wat zorgen om, want als we niet meer kunnen discussiëren, valt de samenleving uit elkaar. Ik vermoed dat we trefpunten nodig hebben waar weer gesproken kan worden op basis van in elk geval gedeelde feiten, maar helaas ligt de betrouwbaarste, academische informatie achter betaalmuren.

Ik ben niet optimistisch of die trefpunten er nog komen. Ik vrees dat we over religie zullen blijven spreken als óf iets dat ons leven kan leiden óf iets dat moet worden bestreden, en dat er weinig ruimte is voor een puur antropologische, puur historische of – zoals in het voorbeeld waarmee ik begon – puur archeologische benadering. Als we echter al bij zoiets simpels als een zegelafdruk niet los weten te komen van de standaardframes, zullen we er bij ingewikkelder kwesties nog sneller op teruggrijpen. Ik ben niet optimistisch over de toekomst.

Deel dit:

5 gedachtes over “Informatieverzuiling

  1. Ik volg deze blog nu al een paar maanden en ik denk dat ik de vaste thema’s ken. Ook hier zijn ze weer: de Oudheid, kwakgeschiedenis, vastgelopen discussies, overvloed aan informatie en woede op een universiteit die haar betrouwbare informatie almaar niet deelt. (Alleen je maandelijkse frustratie over de NS ontbreekt.) Het aardige van dit stukje is dat ik nu zie hoezeer de thema’s met elkaar samenhangen.

  2. Ik deel de ervaringen van Kareltjeklimt. Ik heb in korte tijd veel van je geleerd. Schopenhauer schreef een lang stuk, als apart boekje verkrijgbaar, over gelijkkrijgen. Hij meldt daarbij, dat het vaak gaat om het gelijk van het moment. Achteraf gelijk krijgen is te laat, want dan zijn de toeschouwers weer weg.

  3. Ben Spaans

    Ach is het eigenlijk niet altijd zo geweest…informatie en verzuiling?

    Bij deze een goed en vooral gezond 2015 toegewenst.

  4. Jort Maas

    Personalised google search, en voorgeselecteerde Facebook timeline hebben inderdaad wel degelijk invloed op gedrag en kennis. Dat die ‘macht’ bij bedrijven ligt (buitenlandse bedrijven) is een reden tot zorg.

Reacties zijn gesloten.