Ik had gisteren twee leuke afspraken in Utrecht en omdat het redelijk weer was, besloot ik op de fiets te gaan. Ook met tegenwind is dat een fijne rit langs de Amstel, Angstel en Vecht. Tot slot is er, vanaf Maarsen, de kaarsrechte weg naar het centrum van Utrecht. Het heet daar de Amsterdamsestraatweg en ik vind het een van de fijnste plekken in Nederland. En elke keer vraag ik me weer af waarom.
Ik kan een paar dingen noemen. Eén daarvan is – heel simpel – dat het iets grootstedelijks heeft. Een lange straat, vrij druk en met allerlei soorten winkeltjes, waar volgens mij minstens honderd nationaliteiten zijn vertegenwoordigd. De wijk lééft gewoon. In het verlengde hiervan: het is er een beetje rommelig. Ik bedoel niet dat het er vies is of zo, maar er is geen architect die een masterplan heeft opgesteld om de ziel eruit te projectontwikkelen. Dat is bijvoorbeeld gebeurd met de Amsterdamse Kinkerstraat, die honderden meters lang wordt geflankeerd door een geestloze portico en dito nieuwbouw. De Amsterdamsestraatweg is daarentegen een buurt met een eigen karakter, een wijk met een smoel.
En misschien is er nog iets: melancholie. Kom nog maar eens om zo’n straat die, nadat ze is aangelegd, een beetje organisch kon groeien, met huizen van verschillende ontwerpers uit alle tijdvakken. Het halfgeorganiseerde van de Amsterdamsestraatweg lijkt wel iets van vroeger en doet me denken aan de drukke straten uit mijn jeugd. Ik groeide op in een veilige nieuwbouwwijk in Apeldoorn, maar aan de Deventerstraat, daar reed de grote wereld het provinciestadje binnen. De Amsterdamsestraatweg roept het gevoel weer op dat je maar op pad hoeft te gaan om kennis te maken met al het leuks dat nog op je ligt te wachten.
Welhaast vanzelf viel me de eerste zin van Nescio’s ‘De uitvreter’ in en dat wil ook een compliment aan de auteur van deze ‘laudatio’ zijn!
Ook ik had een literaire associatie, maar dat was iets met grauwe, stedelijke wegen.
‘Natuur is voor tevredenen of legen’ en zo verder in het sonnet ‘De Dapperstraat’ van J.C. Bloem.
De meeste Utrechtenaren beschouwen de Amsterdamsestraatweg als de lelijkste, verrommelde straat van Utrecht. Pas als je Maarssen passeert wordt het weer aangenaam in de provincie Utrecht.
Ik weet het. Maar de straat heeft karakter.
Karaktervol, levendig, rommelig, 100 nationaliteiten, maar zou Jona er nu willen wonen en zijn kinderen willen opvoeden?
Moeilijk te zeggen. Er is een Jona die in een stad wil wonen en al zo’n dertig jaar woont in de Staatsliedenbuurt en de Kinkerbuurt: rommelig, levendig, soms rumoerig. Die Jona zou best een huis willen aan de Amsterdamsestraatweg, vergelijkbaar met wat hij nu heeft in Amsterdam-West.
Er is ook een Jona die de vijftig is gepasseerd en zich vaak uitgeput voelt. Die steeds meer moeite heeft met bijvoorbeeld de drukte in de trein. Die Jona zou het liefst een simpel huisje willen hebben ergens in het bos.
Ja, dat willen we allemaal wel.
Jona
Ik heb een huisje in het bos….
Vroeger in de stad…
Nooit wil ik meer terug….
Leuk antwoord, maar ik mis nog steeds het antwoord op; Zou je je (eventuele) kinderen daar willen opvoeden (en naar de buurtschool willen sturen)?
Wat jij zei, wil ik ook wel !
Liever in een vinex-wijk, waar de kinderen op straat kunnen spelen.
Ja, ik ook. Bedankt voor je eerlijke antwoord.
Ik ben slechts tijdelijk Utrechter geweest, maar ik reken het nog steeds als een van de prettigste steden van ons land. Vroeger fietste ik vanwege werk regelmatig door de Amsterdamsestraatweg, en er woonden ook veel vrienden in de zijstraten. De wijk behoort in mijn beleving niet tot de mooiste buurten van Utrecht. Organisch, rommelig, karakter, zeker. Maar ook veel lawaai, verkeersoverlast, onveilig. Iedereen die ik daar kende verhuisde naar een betere woning zodra die beschikbaar kwam, en uiteindelijk ook de stad uit, naar Emmen, Zutphen, Apeldoorn, Ede, IJsselstein en (zoals ikzelf) naar Houten. Ik ga graag terug naar de stad, maar ik ben heel blij dat ik onze kinderen ergens anders heb kunnen laten opgroeien. Op de Amsterdamsestraatweg kom ik nooit meer. Toch weer eens doen? maar dan wel in het weekend. 😉
En ik denk velen met jou.
Misschien heeft het charme maar grootstedelijk? In veel buitenland misschien, waar steden uitgestrekt met veel laagbouw zijn.Dat vind ik onprettige stedelijkheid. Stedelijk in NL is voor mij gesloten gevelwanden met gemiddeld 4 bouwlagen. Bijna nergens in Utrecht dus. Of strokenbouw en andere hogere bouw zoals in Slotervaart. Grootstedelijk, dat is meer Parijs of zo.
U houdt dus meer van de buitensteden van Marseille en Parijs? Nou, ik ben een paar keer verdwaald geweest in de buitensteden van Marseille in het pré-tomtom tijdperk, maar ik was blij dat ik er weer uit was. Overigens raad ik u ook eens aan om ’s avonds in het donker een wandeling te maken in de Bijlmer, overdag heel leuk en gezellig maar in het donker toch echt anders. De meeste bewoners doen dat ook liever niet.
Grootstedelijk is niet alleen maar positief inderdaad. En ook niet altijd fraai. Misschien wel integendeel als het puur getalsmatig bekijkt.
Ik heb 30 jaar les gegeven in de Bijlmer. Er waren jaren bij dat 60 á 70 % van mijn groep verhuisde en dat kwam niet door renovatie of de woningen an sich, die waren ruim zat. Dit zegt toch al genoeg. Het had ook meestal niets te maken met bepaalde bevolkingsgroepen.
Gelukkig is het nu veel beter, maar dat is een terzijde.