Den Haag Centraal

Rond 2000 werkte ik een tijdje in Den Haag. Een herinnering die daar in mijn geheugen is gegrift, elke dag een beetje dieper, is het verlaten van het station. Iedere weekdag fietste ik eerst door een ontwakend Amsterdam naar het Centraal Station en nam de trein. Daar was het stil. De mensen waren nog niet werkelijk wakker. Na Leiden veranderde dat: ineens was de trein afgeladen vol, de mensen begonnen te praten en ik was altijd opgelucht als ik in Den Haag aankwam.

Het Haagse Centraal Station staat voor mij voor opluchting in de meest letterlijke, fysieke zin van het woord: dat je ademhaling normaliseert omdat de stress van je afvalt. De gitarist die bij een van de uitgangen Bob Dylan stond te vermoorden en de schuifdeuren die maar van één kant open gingen – iemand had bedacht dat het verboden was links door een gang te lopen – konden me, als ik eenmaal door de enorme stationshal naar buiten wandelde, nauwelijks meer uit mijn humeur brengen en soms betrapte ik me erop dat ik fluitend naar de tram wandelde. Ik had de ochtendspits doorstaan en kon aan de dag beginnen.

Het zou niet zo’n aangename plek zijn geweest als het station niet was uitgekomen op een fijn open plein dat, zo ontdekte ik vandaag, het Koningin Juliana-plein heet. De ruimtelijkheid maakte dat je diep kon inademen en echt tot rust kon komen. Je kunt er de lucht zien. In de herfst is er bovendien de extra attractie dat de afgewaaide bladeren er dansen in de wind.

Ik kom er nog regelmatig en kijk geamuseerd naar de eindeloze aantallen fietsen. Zoals koningin Wilhelmina eens zei dat er geen waardiger voorland was voor een paleis dan een graanveld, zo is er voor een station geen waardiger voorland dan een eindeloos veld fietsen: het is wat het station verbindt met honderden en honderden huizen in de gehele stad. Een station zonder fietsen is net zo dood als een stad zonder fontein of een brug zonder rivier.

Ik schijn echter in de minderheid te zijn. Ik lees vandaag dat de fietsen onder de grond moeten en dat er twee flats gaan komen. Wég open ruimte. Wég speelse bries. Wég opluchting.

Lieve mensen in Den Haag: doe dit niet. Ik woon in Amsterdam en kom regelmatig in Nijmegen. In de eerste stad hebben ze het Haarlemmerplein volgebouwd en in de tweede het Plein 1944. Beide kunnen alleen worden getypeerd als aanslagen op de stedelijke leefbaarheid. Of vergelijk het met het grote station van Rome, Termini, dat ook een kopstation is: zou iemand daar op het idee komen daar twee flats neer te zetten?

Een stad leeft als er wat hectiek en rumoer is. Een beetje stress is prima. Maar het is alleen vol te houden als er rustplaatsen zijn. Parken en pleinen dus. Als jullie daar in Den Haag iets leuks willen doen met een stationsplein, zet er dan een mooie fontein. Maar in vredesnaam: geen woontorens.

Deel dit:

12 gedachtes over “Den Haag Centraal

  1. Marcel Meijer Hof

    De bevolkingsdichtheid van het kleine Nederland, met name westelijk Nederland is zo hoog dat ik al langer spreek van tuinstad Nederland. Ik ken de situatie rond het Julianaplein, wandelde er jaren geleden dagelijks naar mijn werk in de binnenstad vanuit Bezuidenhout. Het hele gebied zuidwestelijk van het Centraal Station is al volgebouwd met regeringskolossen. Het is heerlijk om vanuit de drukte van station even uit te kunnen waaien en een blik te kunnen slaan op het groene Malieveld. Kortom; luide bijval ! Ook voor een fontein, als late echo misschien ter nagedachtenis aan het bombardement op Bezuidenhout door de geallieerden, waarbij niet alleen ruim vijfhonderd mensen het leven lieten, maar ook een allerprachtigste woonwijk werd vernietigd.

  2. Ton Spamer

    Zoek je een stationsplein met ruimte, met uitzicht, met wonderbaarlijke gebouwen op een royale afstand, een stationsplein dat niet volgebouwd gaat worden en je toegang verschaft tot de stad die volgens de New York Times op plaats 5 staat van steden die je beleefd moet hebben?
    Ga naar mijn geboortestad, de Maasstad die aan het water van de Rijn ligt. Ga naar Rotterdam.

  3. Waar moeten die woningen dan komen? Allleen met een plausibel alternatief is zoiets te stoppen, en bij mijn weten zit Zuid-Holland al krap in de plannen bij grote stations. Betrokken oproep, maar wat kan een beleidmaker er mee?

    1. Ik realiseer me nu dat het woontorensplan het Malieveld en het aanpalende Haagse Bos ongemoeid laat. De ‘schade’ van het opofferen van het Stationsplein lijkt me daarom toch beperkt.

  4. Ik deel de Haagse ervaringen van Jona en Marcel volkomen. Vanuit mijn kantoorkolos (waar geen raam open kan) loop ik binnen 2 minuten via het Stationsplein het Malieveld op. Daar kan ik ademhalen, het water zien klotsen en de vogels horen krijsen. En als ik de hindernis van de A12 neem dan loop ik binnen 5 minuten het Haagse Bos in. Deze restanten van het oeroude jachtgebied van de graven van Holland zijn het waard om gekoesterd te worden! De enige Nederlandse stad met een natuurgebied zo dicht bij het centrum, is – bij mijn weten – ‘s-Hertogenbosch (waar ik woon).

  5. Manfred

    Het Haarlemmerplein in Amsterdam heeft nooit bestaan. Het was een raar soort grote rotonde waarvan je nooit wist wat de handigste manier was om er overheen te komen.

    1. mnb0

      Ja, dat vond ik een merkwaardig voorbeeld. Ik heb een paar keer de hele Haarlemmerstraat en -dijk afgelopen (aan het eind zat – zit? – een denksporthandel) en de plotselinge overgang als ik op het plein stond was steeds weer een schok; precies het tegenovergestelde van afvallende stress.

  6. Jona, wat een mooi geformuleerde verzuchting. Ik ben ook zo’n Amsterdammer die bij vlagen vaak in Den Haag was, CS. Ik dacht altijd: wat een tochtgat, kan iemand de deur dicht doen svp?

Reacties zijn gesloten.