Irak kort (15): Gropius in Bagdad

Je hebt geen Iraanse raketten, Amerikaanse bombardementen of ISIS nodig om een stad een onaantrekkelijk uiterlijk te geven. Verwaarlozing volstaat. Zoals sommige straten in Bagdad, waar de bewoners hun woningen hebben ingeruild voor iets beters in een andere wijk. De straten zien er daarna al snel troosteloos uit. Tussen de vervallen Ottomaanse huizen herken je betonnen flats, iets sterker gebouwd en daarom iets minder vervallen, maar ook niet echt je van het. Je slaat er geen acht op, tot je ineens ziet: dit was in de jaren vijftig echt top-architectuur.

Het zijn herinneringen aan de laatste regeringsjaren van de jonge koning Faisal II. De Britse mandaathouder was vertrokken en de regering investeerde de oliedollars in stedelijke vernieuwing. Na de moord op Faisal in 1958 streefde Abdul Karim Qasim, de nieuwe leider van Irak, ernaar het beleid zo goed en kwaad als het ging voort te zetten. Westerse bouwkundigen kregen dus de ene opdracht na de andere. Zoals de Bauhaus-architect Walter Gropius.

Lees verder “Irak kort (15): Gropius in Bagdad”

Transparant klaslokaal

Een tijdje geleden sprak ik iemand die werkte in het middelbaar onderwijs en die vertelde me een onthutsend verhaal. Nu zijn er veel onthutsende verhalen te vertellen over het onderwijs, maar dit was echt iets dat me verbijsterde. Het ging om een leraar die in zijn klaslokaal een boekenkast had neergezet waar de leerlingen boeken in konden vinden waarmee ze hun kennis verder konden verdiepen.

Je zou denken: wat is het probleem? Je zou denken: daar moeten we blij mee zijn. Elke docent die zijn of haar leerlingen ertoe kan brengen extra kennis op te doen, verdient een compliment. We zullen die leerlingen-met-extra-kennis in de toekomst nog hard nodig hebben.

Lees verder “Transparant klaslokaal”

Babel in Rotterdam

Babel (© AM)

Tegenover mijn huis aan de Amsterdamse Bilderdijkkade lag vroeger de werf van de gemeentereiniging. Toen die uit de woonwijk moest verdwijnen mochten de bewoners meedenken over wat ervoor in de plaats zou komen. Ze zouden ook als eersten mogen intekenen voor de nieuwbouw. Dat liep uiteindelijk op een schoffering van de geïnteresseerden, maar daar zag het aanvankelijk niet naar uit en ook ik heb destijds een voorstel gedaan, namelijk een 90 meter hoge toren op de blauwdruk van de Etemenanki in Babylon, de beroemde “toren van Babel”.

Dat flatgebouw is er dus niet gekomen, maar iemand anders heeft hetzelfde idee gehad. Binnenkort zien we aan de Lloydkade in Rotterdam wat Amsterdam-West mist. Het project heet BABEL en ik kan een zekere jaloezie niet onderdrukken.

Lees verder “Babel in Rotterdam”

Heerlen, Maankwartier

Hoofdingang van het nieuwe station Heerlen

Je hebt in Nederland een paar echte steden en een heleboel kleine steden met een gemeentebestuur dat denkt aan het hoofd te staan van een grote stad. Er zou een boek te schrijven zijn – het is ongetwijfeld al gedaan – over de daaruit voortvloeiende ongelukjes en ongelukken. Bedrijfsterreinen zonder huurders. Wegen naar nergens. Woonwijken waar de loop niet in komt. De voetbalclub die naar de eredivisie moet en via allerlei semilegale constructies aan geld wordt geholpen. Leegstaande kantoren. Bij mij in het dorp heeft de gemeente voor veel geld een haven gegraven waar nauwelijks schepen komen. De zeesluis is trouwens ook niet groot genoeg.

Dit alles gebeurt zó vaak dat het hekelen van bestuurlijke overmoed een eigen journalistiek genre is. Dat is ook goed. Bestuurders kunnen beter een keer te vaak dan een keer te weinig worden bekritiseerd. Maar soms lijkt het hekelen een doel in zichzelf en een voorbeeld is het Maankwartier in Heerlen.

Lees verder “Heerlen, Maankwartier”

De Amsterdamse Nieuwbouwprijs

Hoe het er vroeger uitzag

Zes jaar geleden – vooruit: zes jaar geleden min twaalf dagen – schreef ik een stukje over de werkzaamheden bij mij aan de overkant van de gracht. Het terrein van de voormalige stadsdeelwerf (zie boven) was in de voorafgaande maanden bouwrijp gemaakt en inmiddels was men gaan heien, wat nogal wat overlast veroorzaakte. Die was op een gegeven moment natuurlijk ook weer voorbij en de afgelopen jaren zijn er nieuwe huizen gebouwd. Het project is onlangs afgerond, de straat is weer begaanbaar en ik verwachtte eigenlijk dat ik bericht zou krijgen dat ik eens mocht langskomen om woningen te bezichtigen.

Ik ben namelijk een paar jaar geleden in een kantoortje dat tijdelijk was geopend naast het bouwproject informatie gaan vragen en heb toen aangegeven belangstelling te hebben voor iets groters dan het huis waarin ik momenteel woon. Ik heb een woonduur van meer dan een kwart eeuw, ik laat een woning achter en ik ben economisch aan deze stad gebonden, dus op voorhand zou je denken dat zo’n projectontwikkelaar me uitnodigt nu ik heb aangegeven belangstelling te hebben. Gek genoeg heb ik nooit iets vernomen. Geen briefje, geen mailtje, geen telefoontje, niets.

Lees verder “De Amsterdamse Nieuwbouwprijs”

De kerken van Armenië

Kecharis
Kecharis

Er is veel goeds over Armenië te vertellen, maar één ding is toch wat minder: het erfgoedaanbod is een tikje eenzijdig. Ik heb niet geturfd wat ik hier bij drie bezoeken zoal heb gezien, maar middeleeuwse kerkgebouwen zijn sterk oververtegenwoordigd. Niet helemaal onlogisch, want de kerk vormt de belichaming van de nationale identiteit, maar je zou als toerist ook weleens iets anders willen zien dan wéér zo’n kerkje.

Dat gezegd zijnde, de kerken van Armenië zijn wel heel erg mooi. En sober. Als er al decoratie is, is die aan de buitenzijde aangebracht in de vorm van banden met reliëfs. Je vindt binnen geen iconen, geen ikonostasis, geen standbeelden, geen orgel en geen gebrandschilderde ramen, maar juist doordat deze kerkgebouwen kaal en donker zijn, hebben ze een bepaalde sereniteit. En in elk geval ik, die in Nederland al hoorndol word als iemand zit te praten in een stiltecoupé, ben daar gevoelig voor.

Lees verder “De kerken van Armenië”

Koepelbouw in Tripoli

Tripoli, Hammam Ezzedine
Tripoli, Ezzedine-hammam

Ik heb weleens een stukje geschreven over de manier waarop men in de Oudheid en Middeleeuwen koepels bouwde. U vindt het hier. Het architectonisch probleem is hoe je een ronde koepel plaatst op een vierkante onderbouw: hoe plaats je een iglo op een kubus? Het gewicht van de koepel rust dan namelijk op precies vier plaatsen, namelijk op de punten waar de onderrand van de koepel rust op de verticale muren. De koepel kan nooit te groot zijn, omdat de kubus dan bezwijkt onder het gewicht van de onvoldoende gesteunde koepel.

De bouwers van het Pantheon in Rome losten het op door een rond gebouw onder de koepel te zetten, maar de gebruikelijke oplossing was een andere. Op de vierkante ruimte werd een achthoek geplaatst, daarop vaak een zestienhoek en daarop soms nog een tweeëndertighoek. De bovenstaande foto, die ik nam in het Ottomaanse Ezzedine-badhuis in de Libanese havenstad Tripoli, toont het mooi: een vierkante rand met daarboven de achthoek. De donkerroze vlakken zijn de trompen, waar de vierhoek overgaat in de achthoek. Zo komen de neerwaartse krachten van de koepel niet alleen op vier punten halverwege de bovenrand van de vier muren, maar ook op de vier hoeken.

Lees verder “Koepelbouw in Tripoli”

Kapitelen (2)

Kyrenaïsch kapiteel

Ik beschreef gisteren de drie klassieke bouwordes en voegde nog drie wat minder algemene varianten toe. Dat was de opmaat voor dit stukje. De Atheners en de Spartanen bouwden doorgaans hun tempels in de Dorische stijl, maar toen de twee steden tegenover elkaar stonden (431-421, 413-404, 395-387), kozen de Atheners vaker dan daarvoor voor Ionische kapitelen. Het tempeltje van Nike bij de toegang tot de Akropolis is een voorbeeld. De verklaring is dat die tweede stijl werd geassocieerd met het Egeïsche Zee-gebied, waar Athenes machtsbasis lag: de Atheners wilden lijken op hun bondgenoten, niet op hun tegenstanders.

Het was dus mogelijk een politiek signaal af te geven met het gebruik van kapitelen. De foto hierboven toont een variant op het Ionische kapiteel; ik fotografeerde ’m in de Asklepios-tempel in Balagrai bij Kyrene. De bewoners van die stad presenteerden zich hiermee enerzijds als Grieken en anderzijds als de gelijken van de Spartanen, Atheners en wie weet ook de Korinthiërs: alleen deze steden hadden een eigen bouworde. (De plant tussen de krullen is geneeskrachtig silfium, een gewas dat niet langer bestaat en vermoedelijk in de Oudheid is uitgestorven. We weten niet waarom.)

Lees verder “Kapitelen (2)”

Kapitelen (1)

Korinthisch kapiteel uit Epidauros

Het is een van de bekendste trivialiteitjes uit de Oudheid: de drie ordes waarin de Grieken en de Romeinen hun monumenten bouwden. Tot ongeveer de derde eeuw voor Christus, toen de bouwmeesters de mogelijkheden begrepen van de bakstenen boog (en het gewelf), was constructie veelal het op elkaar stapelen van stenen. Om ruimte te scheppen gebruikte een bouwmeester horizontale dwarsbalken en om die te steunen benutte hij verticale pilaren. Zo was er de Dorische bouworde: een kolom waarop een ronde en een vierkante steen lagen, die de dwarsbalk steunden.

Je kunt je voorstellen hoe zoiets de stenen vorm is van een van oorsprong houten constructie: een boomstam waarop twee planken zijn gelegd, zodat je de horizontale dwarsbalk niet in de verticale boomstam hoeft vast te zetten met een verticale pin, die de boom zou kunnen doen splijten. Van de Ionische bouworde is wel gezegd dat de zo herkenbare krullen aan weerszijden de herinnering zijn aan een leren kussen, dat in de loop der tijden is uitgedroogd en gaan krullen. Misschien is dat wel waar.

Lees verder “Kapitelen (1)”

Spitsboog

Terrasmuur in Apollonia

Iedere gymnasiumleerling kent het foefje om Griekse en Romeinse architectuur te onderscheiden: de Romeinen kenden bogen en booggewelven. De meeste gymnasiasten zijn ook slim genoeg om te weten waarom dit misleidend simplistisch is: je vergelijkt in feite de vijfde eeuw vóór Christus, de “gouden eeuw” van Athene, met de eeuwen ná Christus, toen het Romeinse Rijk bloeide. Als je in de vijfde eeuw v.Chr. in Rome zou hebben rondgelopen, zou je geen booggewelf hebben gezien; als je in de tweede eeuw na Chr. in Griekenland was geweest, zag je ze wel. Het heeft dus niets te maken met Grieken en Romeinen, maar alles met het groeiende repertoire van de Mediterrane bouwers. Het is een van de vele schijntegenstellingen tussen de twee dragers van de klassieke cultuur.

In de eerste eeuwen van onze jaartelling kende men ook de segmentboog. Dit is niet een halfronde boog, maar slechts een deel daarvan. Je kunt er betrekkelijk brede stukken mee overbruggen zonder dat je het bouwwerk hoog hoeft te maken. (De Pont des Marchands uit Narbonne is een voorbeeld.) De spitsboog, die we kennen uit de gotische architectuur, heeft het voordeel dat er meer gewicht op kan rusten en dat je er hoge, lichte ruimtes mee kunt scheppen. Deze boog is in de zevende eeuw ontstaan in het Midden-Oosten en er is geen reden om te betwijfelen dat de gotische architecten een Arabische innovatie hebben overgenomen. Hier is een leuk artikel over dat onderwerp.

Lees verder “Spitsboog”