
In 1871 en 1874 bracht de beroemde Franse impressionistische schilder Claude Monet (1840-1926) een bezoek aan Amsterdam. Hij was onder de indruk van de wolken en het grijze licht, maar was niet blij met zijn eigen schilderijen, waarvan hij vond dat ze het Amsterdamse licht niet wisten te vangen. Hij heeft deze werken dan ook nooit tentoongesteld en ze zijn nog steeds niet erg bekend. Zelfs de namen van deze schilderijen zijn niet met zekerheid vast te stellen.
Ook weten we niet veel van zijn verblijf in Holland. Behalve een foto en een paar brieven is het enige bewijs voor Monets bezoek het dagboek van een museum dat hij op 22 juni 1871 heeft bezocht, het Trippenhuis. Ik heb het ooit gezien en vond de handtekening van Monet naast die van een visser uit Urk, die, hoewel een Nederlander, zich minder zal hebben thuis gevoeld in de stad Amsterdam dan de mondaine schilder uit Parijs.
Hierboven een van de schilderijen die Monet in deze tijd maakte, nu in het Philadelphia Museum of Art en opgenomen in de Wilderstein-catalogus als #399: de Zuiderkerk. De wolken en de blauwe lucht doen meer denken aan Zuid-Frankrijk dan aan Nederland. Merk op dat de bomen op het schilderij hun bladeren hebben verloren: het doek is dus geschilderd in de herfst, wanneer de Amsterdamse lucht meestal wazig is. Monet heeft dus al met al iets gemaakt dat te zonnig was. Zoals gezegd: hij vond dat hij het Amsterdamse licht niet had weten te vangen.
Dit doek werd gekocht door de familie van de Amerikaanse schilder Mary Cassatt (1845-1926). Later maakte Monet een tweede exemplaar, dat werd gekocht door een Roemeense verzamelaar genaamd Belliot. Behalve een schilderij van een windmolen bij de Amstel, is dit het enige doek dat niet is gemaakt in de buurt van de Amsterdamse haven, die de schilder blijkbaar heeft gefascineerd. Daarover morgen meer.
[Ik heb een heel zwaar leven: ik ben een week naar Cyprus. Vandaar dat ik u trakteer op schilderijen van Claude Monet. Ook is in mijn blog over Het visioen van Constantijn inmiddels online. Ik heb er nog wat aan te doen maar de ambitie is de komende weken daar elke dag een kort stukje te plaatsen over de illustraties uit het boek.]
“hij vond dat ze het Amsterdamse licht niet wisten te vangen”
Daar had hij volkomen gelijk in, maar als cultuurbarbaar hoef ik me daar lekker niets van aan te trekken. Ik kan het vervreemdende effect van “De wolken en de blauwe lucht doen meer denken aan Zuid-Frankrijk dan aan Nederland” wel waarderen. Als dat een getuigenis is van mijn gebrek aan goede smaak is mijn enige reactie: voor de zoveelste keer.
dit sombere werk is helemaal niet verkeerd, de meeste impressionisten waren dol op kleurtjes.
en gebrek aan goede smaak is geen fout of zo, maar ja, wat is goed?
En deze ansichtkaart is wel “mooi” itt dat van de kleurenkladder een dag eerder?
Nee, ik vind het niet mooi. Ik zie minder moois in de schilderkunst dan in bijv. moderne architectuur of vormgeving. Daar heb ik vaak genoeg over geblogd.
jona, ik hoop dat je het niet al te vervelend hebt op dat eiland (ver wegvlgs. mij, ben nooit verder geweest dan midden frankrijk, cluny, een end hiervandaan dat herinner ik me nog!) en dat je dan met schilderijen komt is erg aardig!
laat ook eens iets zien van bv. stanley brouwn!
volstrekt anders dan we in het algemeen als kunst zien!
“… hun bladeren hebben verloren…”??? Welnee.
“Ik heb het ooit gezien en vond de handtekening van Monet naast die van een visser uit Urk, die, hoewel een Nederlander, zich minder zal hebben thuis gevoeld in de stad Amsterdam dan de mondaine schilder uit Parijs.”
Jona, wat een 19e eeuws vooroordeel. Urker visser verkochten hun gevangen vis in Amsterdam en liepen dus door de stad met geld op zak, en waren (en zijn) zeker niet wereldvreemd. Waarom zou deze visser anders een tentoonstelling van schilderijen van Monet hebben bezocht.
Ook werkten meisjes van Urk als bij gegoede families in Amsterdam, Den Haag, Scheveningen enz. Wat zeker heeft bij gedragen aan het wereldbeeld van de eilanders.
Dezelfde vooroordelen deden wetenschappers, eind 19e, begin 20e eeuw, naar Urk trekken om schedelmetingen uit te voeren op zoek naar de oer-Nederlander die ze veronderstelden te vinden op dit eiland met haar veronderstelde wereldvreemde bevolking.