Jodenbekering

sanders_levis_eerste_kerstfeest

Gisteren is in Nijmegen Ewoud Sanders gepromoveerd, die u wellicht kent als de journalist die elke week op de achterpagina van het NRC Handelsblad een leuk stukje schrijft over de geschiedenis van deze of gene uitdrukking. Hij kan daar zoveel over vertellen omdat hij beschikt over een enorme database van gedigitaliseerde boeken, waaronder titels die nog niet aanwezig zijn in de Digitale Bibliotheek der Nederlandse Letteren. Ik ken niemand – full disclosure: ik ken hem dus – die beter begrijpt hoe digitalisering de zoektocht naar informatie van karakter heeft doen veranderen. Sanders zijnde Sanders heeft hij ook dáár leuk over geschreven: Slimmer zoeken op het internet.

Zijn zoekvaardigheid moet de nieuwe doctor in de neerlandistiek van pas zijn gekomen bij het schrijven van zijn proefschrift, dat is gewijd aan christelijke jeugdliteratuur over “jodenbekering”: verhalen dus over joodse kinderen die het christendom als religie aanvaarden. Wie mocht denken dat zulke boekjes zeldzaam zijn of behoren tot een ver verleden, vergist zich: Sanders brengt niet minder dan zevenenzestig protestantse en dertien katholieke verhalen in beeld, en de jongste (Izaks zoektocht naar de Vredevorst door C. van Rijswijk) dateert uit 2014. Het jaar erna verscheen de zesde druk van M.H. Karels-Meeuses De zoektocht van Lea, dat gewoon leverbaar is. Het genre is springlevend.

In de uiterst leesbare handelseditie van het proefschrift, Levi’s eerste kerstfeest, legt Sanders uit hoe hij zijn tachtig titels heeft gevonden: PiCarta, WorldCat, Archieven.nl, Delpher, Digibron, de Digitale Studiezaal Regionaal Archief Nijmegen, Krantenbank Zeeland en als rijkste bron Achterderug.nl. De meeste publicaties heeft Sanders ook in fysieke vorm kunnen raadplegen, maar sommige boeken bestaan niet langer en dat bewijst eens te meer nut, noodzaak en urgentie van de lopende digitaliseringsprojecten.

Vrolijke lectuur is Levi’s eerste kerstfeest ondertussen niet. Het centrale deel bestaat uit een overzicht van die tachtig titels, compleet met samenvatting, en dan blijkt dat het vaak gaat van dik hout zaagt men planken. Was er in de eerste druk van Ida Kellers Een beker koud water (1912) al sprake van nogal grof geweld, bij de herdruk dertien jaar later was dat nog aangedikt.

Een van de verdiensten van Sanders’ proefschrift is dat het documenteert hoe deze anti-joodse stereotypen ruim twee eeuwen zijn doorgegeven. De christelijke theologen mogen dan boeken hebben geschreven met titels als Christelijke theologie na Auschwitz, we zien in Sanders’ proefschrift eens te meer dat de officiële vertegenwoordigers van een kerkelijke gezindte niet representatief zijn voor het geloof. Anders dan je zou denken, heeft de Tweede Wereldoorlog namelijk geen definitief einde gemaakt aan de stereotypering. In De zoektocht van Lea, een boek dus dat anderhalf jaar geleden is herdrukt, hebben joden gebogen neuzen en een afkeer van “vuile christenen”. Een van de personages spuugt steeds na het spreken met een christen op de grond. Over vooroordelen gesproken. In zijn persoonlijke nawoord schrijft Sanders:

Ik heb zelf een joodse achtergrond en wil hier vermelden dat ik af en toe een blokje om moest lopen om me ertoe te zetten dergelijke verhalen zo neutraal mogelijk te beschrijven en te analyseren.

Gelukkig zijn er ook minder sombere kanten aan Levi’s eerste kerstfeest. Ik vond het zelf leuk dat Sanders aandacht besteed aan bijvoorbeeld het gebruik van Jiddische woorden door de christelijke auteurs. Dat zegt toch iets over hun poging de verhalen levensecht te maken. Dat sommige verhalen teruggaan op ware gebeurtenissen, past hier goed bij en verklaart misschien de hardnekkigheid van het genre: doordat er werkelijk bekeringen waren, zullen de meeste auteurs van de jeugdverhalen over jodenbekering hebben gedacht dat joden, als ze eenmaal het christendom goed uitgelegd zouden krijgen, Jezus vanzelf wel zouden erkennen als Messias.

Ondertussen preken die auteurs – het cliché is dit keer van toepassing – vooral voor eigen parochie. Ik denk niet dat veel joodse kinderen zich zullen hebben bekeerd na het lezen van de door Sanders onderzochte jeugdlectuur. Ik vermoed bovendien dat de meeste christelijke kinderen er weinig plezier aan zullen hebben beleefd. Mijn argument is overigens niet heel sterk: ik baseer me op een persoonlijke ervaring (N=1) die bovendien niet gaat over jodenbekering maar moslimbekering: Joesoef vindt een grote schat van Piet Prins, dat ik ooit las op de lagere school. Het gaat over Bedoeïenen-kinderen die de ontdekking van de Dode Zee-rollen meemaken. De schat die Joesoef vindt is echter geen Dode Zee-rol, maar het christelijke geloof, en dat vond ik eigenlijk nogal teleurstellend. Ik vermoed daarom dat de auteurs van de door Sanders onderzochte boeken slechts weinig kinderen zullen hebben geïnspireerd. De schrijvers zullen vooral hebben kunnen rekenen op bijval van andere volwassenen.

Nog een laatste punt. Dankzij de digitalisering kunnen we de geschiedenis van uitdrukkingen en zegswijzen veel makkelijker volgen dan vroeger. Wat ooit weken onderzoek vergde, doe je nu in een avond. Sanders bewijst dat elke week weer in het NRC Handelsblad. Met Levi’s eerste kerstfeest bewijst hij bovendien dat we dankzij digitalisering tevens het voortbestaan van vooroordelen en ideeën kunnen documenteren, en dat met veel meer empirische betrouwbaarheid dan ooit eerder mogelijk was. Laat niemand zeggen dat er in de humaniora nooit echte vooruitgang mogelijk is: Sanders’ proefschrift weerlegt dat vooroordeel.

Levi’s eerste kerstfeest is verontrustend maar toont ook boeiende onderzoeksmogelijkheden. Dat maakt het boek over Jodenbekering óók inspirerend.

Deel dit:

13 gedachtes over “Jodenbekering

  1. Robbert

    De obsessie van christendom en islam met jodendom is eeuwenoud, verwerpelijk en (ik wil graag een optimist zijn) misschien niet blijvend. “Het voortbestaan van vooroordelen documenteren” kan helpen.

    1. Manfred

      “‘Het voortbestaan van vooroordelen documenteren’ kan helpen.”

      Hoe dan? De achterliggende beweegredenen zijn het eigen gelijk en bekeringsdrang. Die zorgen ervoor dat mensen in drie soorten worden ingedeeld: de al-bekeerden, die zijn goed; de nog-niet-bekeerden, die dreigen slecht te worden maar kunnen worden gered en zijn dan alsnog goed; en de onmogelijk-te-bekeren, die zijn inherent oerslecht. Beschrijvingen zoals genoemd uit ‘De zoektocht van Lea’ dienen aan die typeringen te voldoen, anders is er geen touw meer aan vast te knopen.

      1. Robbert

        Manfred, ik ga ervan uit dat mensen niet gemakkelijk veranderen, u lijkt ervan uit te gaan dat mensen nooit kunnen veranderen…
        “Hoe dan?”
        In kleinere of grotere stappen, denk ik. Het documenteren van en publiceren over die kinderboekjes kan ertoe leiden dat ze niet meer verschijnen. Een klein stapje.
        De bezinning onder christenen na 1945 zal niet iedereen overtuigd hebben, zoals Jona Lendering al schreef, maar het antisemitisme in christelijke kring stelt nmm. weinig meer voor vergeleken met, zeg,100 tot 1945. Een trendbreuk dus. Voor die grote stap was (en is) documentatie onontbeerlijk: wat is er gebeurd? Hoe is het zo gekomen? Zoals er documentatie nodig is om het nu veel grotere probleem van jodenhaat in moslimlanden aan de kaak te stellen.
        Documenteren als noodzaak (en volgens bovenstaand stukje door digitalisering beter te doen) – mijn antwoord nog eens overlezend, vind ik het eigenlijk een open deur.

        1. Manfred

          “Het documenteren van en publiceren over die kinderboekjes kan ertoe leiden dat ze niet meer verschijnen.”
          Opnieuw: hoe dan? Waarom zouden uitgevers en schrijvers ze niet meer publiceren door dit soort studies en blogs? Ze zullen ze eerder serieus genomen voelen. En het lezers net zo goed op een idee brengen.

          “Zoals er documentatie nodig is om het nu veel grotere probleem van jodenhaat in moslimlanden aan de kaak te stellen.”
          Groter dan wat, groter dan hier? Vergis je niet in de onfeitelijkheid van dit ‘probleem’. Publicaties erover worden gemaakt door mensen die vinden dat wij dit vooral een groot probleem moeten vinden. Math with a mission. Iets aan de kaak stellen is politiek, geen wetenschap.

          1. Robbert

            Uitgebreider citaat “…dat we dankzij digitalisering tevens het voortbestaan van vooroordelen en ideeen kunnen documenteren, en dat met veel meer empirische betrouwbaarheid dan ooit eerder mogelijk was.”
            Bent u nu eigenlijk voor of tegen dit soort documenteren?

    1. Dit is onzin. De zending onder de Joden vanuit het Christendom is een volkomen achterhaald concept, evenals de idee van het Christendom als het nieuwe Jeruzalem. Het betreffende verschijnsel mag dan springlevend zijn, kwantitatief is het een ondergeschoven kindje dat hoogstens populair is onder de ‘populisten’ van de kerken, met name in het orthodoxe en ultra-orthodoxe spectrum. Deze zijn verre van representatief voor de grote christelijke kerken, die terecht over een joods-christelijke beschaving spreken.

        1. Erik Hofmans

          Wat ik eigenlijk bedoelde te zeggen is dit:
          De afgelopen decennia is de rol van de christelijke kerken aanzienlijk afgenomen, terwijl het openlijk uiting geven aan antisemitische sentimenten minder salonfähig is geworden. Onder deze omstandigheden hebben de christelijke kerken hun joodse wortels herontdekt en zelfs omarmd (‘herbronning’). En op de een of andere manier lijkt dat te werken: we zien dat politici van uiteenlopende pluimage en allerlei andere ‘opinieleiders’ steeds vaker gaan verwijzen naar ‘onze’ joods-christelijke normen en waarden’. Die zouden verdedigd moeten worden, met name tegen de Islam. Maar wat eventueel verdedigd zou moeten worden is nu juist niet die ‘joods-christelijke beschaving’, maar het gedachtengoed van de Verlichting, met zijn nadruk op principes als vrijheid en gelijkheid. En die principes zijn noch in het jodendom, noch in het christendom, noch in de Islam vanzelfsprekend.

      1. Frank Bikker

        Mee eens, wil vandaag (zondag) wat zoeken over die Rijswijk , maar een heleboel kan niet worden geopend vanwege de zondag. Allemaal zwaar gristelijk.

      2. “achterhaald concept”….?

        Keep dreaming! Luister naar een willekeurige EO-uitzending over jodendom. Aan het slot altijd een statement van de strekking: “prima jongens, die jiddden, alleen jammer dat ze de here J nog niet hebben leren kennen”….

  2. Ben Spaans

    Een verzachtende variant van ‘zending’ onder Joden (mocht niet meer) was binnen de NHK ‘Dialoog met Israël’ (meer dan alleen de staat).

Reacties zijn gesloten.