
De bovenstaande buste van Carl von Rabenhaupt is te zien op een van de buitenmuren van het Groningse Goudkantoor, ooit het kantoor van de ontvanger van de provinciale belastingen. Het besnorde heerschap was in de zeventiende eeuw een van de commandanten van het Staatse leger. Meer precies: hij verdedigde Groningen tijdens het Rampjaar.
Rampjaar
In 1672 vielen Frankrijk en Engeland de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden aan. Dat vormde het begin van wat tijdens mijn studie nog de Guerre de Hollande heette en inmiddels, zo zie ik op de Wikipedia, de Hollandse Oorlog. Eigenlijk kwam de oorlog vrij onverwacht. Dat de Franse koning Lodewijk XIV de noordelijke gewesten haatte, was bekend, maar dat Engeland zich liet verleiden tot een bondgenootschap, was onlogisch. Het was geen Brits belang dat de Fransen de Vlaamse en Hollandse kusten zouden beheersen. Een Britse diplomaat met ervaring in Den Haag, William Temple, oordeelde dat zelfs een donderslag op een wolkeloze winterdag de wereld niet meer had kunnen verbazen.
Engeland was echter niet de enige bondgenoot van de Fransen. Ook het prinsbisdom Münster, dat zich langs de Eems uitstrekte tot aan de Dollard, was van de partij. En het was tegen deze laatste tegenstander, bisschop Bernhard von Galen van Münster, dat Von Rabenhaupt zich bewees.
Operaties op de rechterflank
Omdat ze de zuidelijke, Spaanse Nederlanden wilden ontzien, rukten de Fransen op via het aartsbisdom Keulen. Dat was de vierde vijand waartegen de Republiek het moest opnemen. Via Kleef vielen de Fransen vervolgens de Achterhoek binnen. Na ook de IJssel te zijn overgestoken, bereikten ze Utrecht en Naarden, waar ze stuitten op de Hollandse Waterlinie. De Münsterse troepen verdedigden intussen de rechterflank van het Franse leger en hadden aanvankelijk succes: nadat Overijssel in zijn handen was gevallen nam Von Galen ook Coevorden in. Daarmee lag de weg naar het noorden open.
De inname van de vesting Bourtange zou de mogelijkheid hebben geopend de Münsterse troepen via de Eems te bevoorraden en de Münstersen boden het garnizoen 200.000 gulden om over te lopen, maar kregen als antwoord dat er 200.000 kogels op hen wachtten. Dat was de eerste tegenvaller tijdens de Münsterse opmars richting Groningen. De volgende tegenvaller was dat Von Rabenhaupt ten oosten en ten westen van de stad het ommeland blank had gezet. Bovendien had hij de stedelijke verdedigingswerken in staat van gereedheid gebracht.
Het beleg van Groningen
Toch zou het erom spannen, want Von Galen arriveerde met ruim 20.000 man, waartegenover Von Rabenhaupt 2000 soldaten en 1260 bewapende burgers kon zetten. De blokkade duurde – op onze Gregoriaanse kalender – tot 28 augustus. Tijdens de belegering schoten de Münstersen 4000 tot 5000 brandbommen op Groningen af, die vooral het zuiden van de stad troffen. De stad gaf echter geen krimp.
Bovendien kon Groningen over het Reitdiep worden bevoorraad. Een Münsterse poging deze lijn af te snijden door een aanval over Drachten, liep uit op niets. Ook een aanval over het oosten mislukte, omdat de verdedigers de dijk bij Delfzijl doorstaken. Inmiddels stond bijna een kwart van de huidige provincie Groningen blank, mede doordat het beestachtig slecht weer was.
Het Münsterse leger raakte gedemoraliseerd en toen Von Galen, die inmiddels de bijnaam Bommen Berend had gekregen, het teken voor de aftocht gaf, waren ruim 4500 soldaten gesneuveld en zo’n 5500 man gedeserteerd of krijgsgevangen. In de loop van de volgende maanden wist Von Rabenhaupt alle door de Münstersen veroverde steden te heroveren, wat in het verre Amsterdam de dichter Vondel deed uitbarsten in de jubelzang die u hier leest.
1673 en daarna
Het behoud van Groningen was niet het enige succes. Lodewijk XIV had Kleef bezet, een stad die behoorde tot het keurvorstendom Brandenburg. (De stadhouder was de Maurits die in Den Haag het Mauritshuis heeft laten bouwen.) Keurvorst Frederik Willem steunde vanaf nu de Republiek en dwong de Fransen hun troepen te verspreiden. Omdat Michiel de Ruyter ter zee de Engelsen al had afgeslagen, was Lodewijks plan in feite mislukt. Evengoed kwam heerste grote paniek in Holland, waar de gebroeders De Witt om het leven waren gebracht en prins Willem III de macht kreeg.
In het volgende jaar verloor Lodewijk steeds meer de greep op de situatie. Carl von Rabenhaupt marcheerde zuidwaarts, Michiel de Ruyter versloeg de Britten bij Kijkduin en Willem III veroverde Bonn. In 1674 trokken Engeland, Münster en Keulen zich terug uit de oorlog.
De strijd zou duren tot 1678 en eindigde met de Vrede van Nijmegen. Tactisch had de Republiek gewonnen en het schijnt dat Franse historici Lodewijks Hollandse campagne beschouwen als een grote militaire en politieke mislukking. De schade was echter immens geweest en de Republiek zou zich nooit volledig herstellen.
“nadat Overijssel in zijn handen was gevallen”
Vermeld moet worden dat de Gelderse en Overijsselse edelen dat helemaal niet zo erg vonden, omdat ze de Hollandse overheersing een beetje zat waren.
“het schijnt dat …..”
Terecht, want de Hollandse regenten boden uiterst gunstige vredesvoorwaarden nadat Lodewijk 14 de stad Utrecht had bezet. Hij schijnt de militaire betekenis van de inundatie niet te hebben beseft.
“de Republiek zou zich nooit volledig herstellen.”
Dat was uiteraard alleen maar een kwestie van tijd. De Hollandse suprematie was vooral te danken aan de relatieve zwakte van Frankrijk en Engeland.
Het is het Reitdiep, niet het Rijtdiep.
Ter verklaring: https://mainzerbeobachter.com/2020/08/28/de-lange-ij-en-de-korte-ei/
Er staat een wat kromme zin in de alinea over de rechterflank: “via Kleef bereikten vielen”.
Ja dat heb ik inmiddels vervangen.
De republiek zou zich niet herstellen. Nee, begin 19e eeuw werd de monarchie weer ingevoerd, de Bataven dolven het onderspit.
Nee, de monarchie werd in 1806 weer ingevoerd. Wellicht omdat het voor de familie Van Oranje-Nassau niet zo leuk is laat men nogal eens achterwege dat Lodewijk Napoleon de populairste koning van de 19e eeuw was in ons land. Misschien om vergelijkbare redenen zijn de mislukte geallieerde invasies van 1799 en van 1809 ondergeschoven geraakt.
@Frank: Klopt! Van de invasie van 1799 in Noord-Holland heb ik pas gehoord toen ik ‘boven het kanaal’ kwam wonen. Er is een mooi ooggetuigenverslag over de doortrekkende troepen, uitgegeven door Historisch Genootschap Midden-Kennemerland. Je weet niet wat je leest. Over de slag bij Castricum een mooi project van Stichting Kist:Soldaat onder het zand. Het schijnt dat de kogels je halverwege Wijk aan Zee/Beverwijk vanaf de kust om de oren vlogen.
zie hiervoor ondermeer A. Alberts: 1972 – De huzaren van Castricum. Een geschiedenis van de Nederlandse Republiek van 1780 tot 1800 (essay). Ik heb ooit in mijn familiearchief een verhaal gelezen over een schoonfamilie van een van mijn voorvaderen die een buiten hadden in de 19e eeuw in NoordHolland, waarbij de tuinman de heggen schoor met een sabel die was opgeraapt op het slagveld van 1799. Curieus
https://nl.wikipedia.org/wiki/Russisch_Monument_(Bergen)
Alle 12 jaren dat ik in en bij Alkmaar heb gewoond heb ik niet gesnapt wat dat ding betekende. Het is er inderdaad een paar keer heet aan toe gegaan; bij Bergen, bij Castricum en bij Beverwijk.
De lokale bevolking kwam niet in opstand tegen de Fransen en Patriotten. De Hollanders die in 1815 bij Waterloo wél tegen de Fransen vochten waren dan ook niet geliefd bij hun nieuwe bondgenoten.
Daendels, een opperpatriot, is voor de veiligheid naar Ghana en Java weggepromoveerd.
Niettemin is het bekende beeld van een hardvochtige Franse bezetting deels terecht – van 1810 tot 1813, tijdens de inlijving bij het keizerrijk was het niet leuk meer. In die jaren sloeg de stemming om.
Wie in meer geïnteresseerd is dan in hol VOC-patriottisme vind van pakweg 1775 tot 1839 een heel boeiende periode in de geschiedenis der Lage Landen. Voor een goed begrip moeten België en Luxemburg er ook bij, want daar zaten de Patriotten ook.
Waarom toch dat rare (bovendien onhistorische) Münster i.p.v. het Nederlandse Munster. U schrijft toch ook Kleef en Keulen?
Vondels Ravenhooft staat op een bijzondere manier op zijn sokkel, met die kraag. Tja, het rampjaar. Reddeloos, radeloos en redeloos. Vanaf de geschiedenisles op de lagere school over de gebroeders De Wit heb ik nooit meer geloofd dat Nederlanders een nuchter volkje waren.
Over de gevechtshandelingen heb ik minder onthouden; goed dus om wat inzicht te krijgen in dit noordelijke stuk van de oorlog. Wat was de overweging van Engeland om zich op deze manier in de oorlog te mengen?
Ik meen dat het een privé-hobby van Koning Karel 2 was. Volgens de Engelse Wikipedia werd hij gesponsord door Lodewijk 14.
Tussen mijn dorp en Drachten, op de oever van het riviertje de Drait, vlakbij waar altijd een brug of voorde is geweest, liggen de Biskopsgreven. Een oud smeedijzeren hek omlijst de plek waar drie soldaten uit het Bisschoppelijk leger begraven zijn. Hoe deze drie hier geeindigt zijn vermeldt het bordje niet. Ik kan me echter voorstellen dat de drie de hoofdmacht in Drachten verlieten om wat in de omliggende dorpen te plunderen of vee te stelen. En dat ze hier zijn gesneefd onder de rieken en dorsvlegels van bange en boze dorpelingen. Die de drie maar snel onder de grond stopten om geen wraakacties uit te lokken. Maar zich na vertrek van het leger toch wel bemoeiden om de graven van de verslagen vijand te voorzien van een merkteken van hun heldhaftig optreden.