
Het is Chanoeka en dat is een mooi moment om het eens te hebben over de Makkabeeënopstand, de revolte van de Joden tegen de Seleukidische vorst Antiochos IV Epifanes. Die had de tempelcultus in Jeruzalem in hellenistische zin aangepast; de joden hadden het uitgelegd als blasfemie en waren in opstand gekomen; dat leidde tot het herstel van de tempelcultus zoals de joden het graag wilden; en dat is wat joden met Chanoeka herdenken.
Over deze tijd hebben we een contemporaine bron: het bijbelboek Daniël. Het gaat bewijsbaar op ouder materiaal terug, maar is even bewijsbaar afgerond in 165 v.Chr. Het bewijs in kwestie is hoofdstuk 11. Hier is, in de Willibrordvertaling, de tekst van een van Daniëls in apocalyptische termen verwoorde toekomstvoorspellingen, onderbroken met commentaar. De diverse “toekomstige” gebeurtenissen zijn in feite verleden (hindsight as foresight), tot de tekst aan het einde begint te ontsporen. Dat is het moment waarop de auteur werkelijk begint te voorspellen wat hij dacht dat zou gaan gebeuren – en wat in feite niet gebeurde. Dat biedt een manier om de tekst te dateren rond 165 v.Chr.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.