3500 jaar Sint-Joris (2)

Sint-Joris (Historisch Museum, Sofia)

In het eerste deel toonde ik hoe de legende van Sint-Joris via de legende van Sint-Theodorus teruggaat op het verhaal over Perseus. Maar het is ouder.

De groene man

Nog niet zo heel lang geleden waren er in het Midden-Oosten cultusplaatsen die werden gedeeld door christenen en moslims en soms ook door druzen en joden. Dat is niet zo vreemd. De grenzen tussen godsdiensten zijn niet overal en altijd scherp. In Libanon bestond lange tijd de gewoonte dat moslims, vóór de pelgrimage naar Mekka, de zegen kwamen vragen van de dorpspriester. Want waarom ook niet? Het had eeuwenlang reizigers beschermd, dus zo’n gebruik schaf je niet af. Moslims lieten zich ook weleens dopen, niet om christelijk te worden, maar omdat het doopsel kwade geesten op afstand hield. Ook dat was eeuwenlang goed gegaan, ook dat schafte je niet af. En in elk dorp waren de kinderen islamitisch ten tijde van het Suikerfeest en christelijk met Pasen. Je geloof is waar snoep valt te halen.

Lees verder “3500 jaar Sint-Joris (2)”

Paulus, Festus, Agrippa en Berenike

Paulus (Crypta Balbi, Rome)

In het voorvorige en vorige stukje behandelde ik de wijze waarop de apostel Paulus in Jeruzalem in moeilijkheden was gekomen. De aanleiding was geweest dat mensen uit Asia een heidense leerling van Paulus, Trofimos, hadden gezien in de buurt van de tempel. Ze hadden daarop diens meester ervan beschuldigd dat hij, door een niet-jood daar toe te laten, de reinheid van de eredienst had gecompromitteerd. Romeinse troepen, gecommandeerd door Claudius Lysias, hadden Paulus gered door hem te arresteren en de volgende dag had de apostel, inspelend op de verdeeldheid binnen het Sanhedrin, een veroordeling weten te vermijden. Een tweede verhoor, voor gouverneur Marcus Antonius Felix in Caesarea, was verdaagd tot ook Claudius Lysias aanwezig kon zijn. We lezen niets over een tweede zitting – we vernemen alleen dat Paulus twee jaar gedetineerd bleef.

Paulus voor Festus

In 58 na Chr. kwam een nieuwe gouverneur aan, Porcius Festus. Die besloot de aanklacht af te handelen en eiste dat degenen die Paulus beschuldigden, naar Caesarea kwamen om de aanklacht nog eens te formuleren. Namelijk dat Paulus de Wet van Mozes zou hebben willen afschaffen en dat hij de reinheid van de tempel zou hebben geschonden.

Lees verder “Paulus, Festus, Agrippa en Berenike”

De dood: twee opties – of drie

De opwekking van Lazarus (Catacombe van Callixtus, Rome)

M. Ogulnius …
hic est et non
est.

Marcus Ogulnius …
is hier en is
niet. (CIL 6.4632)

Vijf eenlettergrepige woorden achter elkaar – dat zie je niet vaak in het Latijn. Maar de Romeinse voorbijganger wiens oog op dit grafschrift viel, had iets anders om over na te denken. “Is hier en is (er) niet”: vormt dit spel met taal een paradox, zo van “is hier wel en ook weer niet”? Betekent het dat het belangrijkste, onstoffelijke deel van Marcus Ogulnius elders voortleeft?

Lees verder “De dood: twee opties – of drie”

Paulus en Ananias

Het paleis vin Caesarea, waar Paulus gevangen zat.

Ik vertelde vorige week hoe Paulus op het tempelplein in Jeruzalem was gearresteerd. Joden uit Asia hadden een leerling van de apostel, de niet-jood Trofimos, herkend en beschuldigden nu Paulus ervan dat hij Trofimos had meegenomen naar het heiligdom en dat daardoor had laten profaniseren. Paulus was alleen maar niet gelyncht doordat de commandant van een Romeinse legereenheid, de tribuun Claudius Lysias, had ingegrepen. Doordat Paulus het Romeins Burgerrecht bezat, was hij niet gegeseld. De volgende dag stuurde de Romein zijn arrestant naar het Sanhedrin, het hoogste joodse raadscollege. Het vergaderde, zoals u ziet, aan de andere zijde van het tempelplein.

Het Sanhedrin

Omdat de tribuun nauwkeurig wilde vaststellen welke beschuldiging door de Joden tegen Paulus werd ingebracht, liet hij hem de volgende dag uit de gevangenis halen en verordonneerde hij dat de hogepriesters en het hele Sanhedrin bijeen moesten komen. Toen liet hij Paulus voor hen verschijnen. (Handelingen 22.30; NBV21)

Lees verder “Paulus en Ananias”

Het Romeins Burgerrecht van Paulus

Inscriptie uit de tempel van Jeruzalem (Landesmuseum, Stuttgart)

De apostel Paulus zijnde de apostel Paulus, verkeerde hij weer eens in moeilijkheden. Dat biedt ons de gelegenheid de Romeinse rechtsgang eens in enig detail te bekijken.

Aanleiding: Trofimos

Het was allemaal begonnen toen hij in Jeruzalem was gearresteerd. Als we de auteur van de Handelingen van de Apostelen mogen geloven, was dat een misverstand geweest. Paulus was gezien met een zekere Trofimos, die geen jood was en in de tempel niet verder mocht komen dan het plein dat bekendstond als het Voorhof der Heidenen. Een muurtje gaf de grens aan. Een niet-jood die verder ging, riskeerde de doodstraf, zoals we kunnen lezen op enkele inscripties. De auteur van Handelingen meent dat Paulus’ tegenstanders, joden uit de Romeinse provincie Asia, zich vergisten toen ze zeiden dat Trofimos wel verder was gegaan dan toegestaan, maar de formulering is ambigu:

Ze hadden hem namelijk kort tevoren met de Efeziër Trofimos in de stad gezien, en ze dachten dat Paulus hem had meegenomen naar de tempel. (21.29; vertaling NBV)

Lees verder “Het Romeins Burgerrecht van Paulus”

De farizeeën in context

De farizeeën stonden aan de wieg van het jodendom van de synagogen, zoals deze in Sepforis

Dit is de laatste van drie blogs over de farizeeën. In het eerste behandelde ik hun geschiedenis en in het tweede hun opvattingen. Daarmee ga ik nu verder.

Twee beweringen van Josephus zijn dat de farizeeën sober leefden en dat ze grote invloed hadden op de gewone mensen. Het eerste kan best waar zijn, maar je denkt niet meteen aan een sobere levenswijze als je in het Evangelie van Johannes leest dat farizeeën bedienden uitsturen om zaken te regelen (Jh 7.32, 7.45).

Josephus’ andere opmerking, dat de farizeeën populair waren bij de gewone mensen, lijkt niet onjuist maar is selectief, omdat vaststaat dat leden van de beweging ook de hoogste posities bekleedden: we lezen over farizeeën die spreken met de hogepriester, we treffen farizeeën aan als leden van hoge raadscolleges en we lezen hoe ze het Sanhedrin samenroepen. Er is zelfs een hogepriester van wie aannemelijk is dat hij tot de beweging behoorde, Gamaliëls zoon Jezus. Dit alles wil niet zeggen dat de farizeeën niet populair waren bij gewone mensen, maar dat dat ze tevens goed lagen bij andere bevolkingsgroepen.

Lees verder “De farizeeën in context”

De ideeën van de farizeeën

Zoals Jezus de beroemdste Jood is, zo is Paulus de beroemdste van alle farizeeën (Catacombe van Petrus en Marcellinus)

Ik vertelde twee weken geleden over de geschiedenis van de farizeeën. Het is tijd eens te kijken naar hun opvattingen. Dat is nog niet zo makkelijk want uit het farizeïsme is weliswaar het rabbijnse jodendom voortgekomen, dat farizese opvattingen documenteert, maar ook aanpaste. We kunnen de getuigenissen uit de Mishna, Tosefta en Talmoed niet zo maar gebruiken om de voorgeschiedenis van het rabbijns jodendom te schetsen.

Een complexe voorgeschiedenis. Ik schetste vorig keer fasen van afsplitsing, invloed, oppositie en macht, terwijl van de twee hoofdstromingen alleen het huis van Hillel – ofwel de helft van de farizese ideeën – de catastrofe van 70 n.Chr. overleefde.

Lees verder “De ideeën van de farizeeën”

Een geschiedenis van de farizeeën

Een geleerde met een boekrol (Catacombe van Petrus en Marcellus, Rome)

In het Nederlands is “farizeeër” een scheldwoord. Dat komt door een donderpreek in het Evangelie van Matteüs 23, waarin Jezus uithaalt naar de farizeeën en schriftgeleerden van zijn tijd, die hij typeert als obstakels, hypocrieten, muggenzifters en huichelaars. Laat “adderengebroed” even op u inwerken om te realiseren hoe beledigend die term is.

Het is al sinds de negentiende eeuw bekend dat de scheldkanonnade nooit in deze vorm kan zijn uitgesproken. Het is materiaal uit Matteüs’ bewerking van de bron-Q. De erop gebaseerde beeldvorming is echter blijven bestaan. De Joodse auteur Flavius Josephus helpt ook al niet: de man had een diepe afkeer van alles wat vies, voos en farizees was en hij laat zich in zijn Joodse Oorlog eigenlijk systematisch negatief over hen uit. Pas later, toen hem duidelijk moet zijn geworden dat het toekomstige jodendom een farizees karakter zou krijgen, konden er een paar aardige woorden vanaf, zoals de opmerking dat hij zich liet inspireren door de farizese voorschriften (Uit mijn leven 12). Hier staat het tegengestelde van wat er lijkt te staan: hij zegt hier dat hij een sadducee was, want zoals Josephus zelf ergens laat vallen volgden de sadduceeën doorgaans de farizese halacha.

Lees verder “Een geschiedenis van de farizeeën”

Abraxas in Tudderen

Graf uit Tudderen (Rheinisches Landesmuseum, Bonn)

Tudderen is natuurlijk wereldberoemd in Nederland. Immers, het is (net als Elten) na de Tweede Wereldoorlog een blauwe maandag Nederlands geweest. Als dat zo zou zijn gebleven, hadden bovenstaande voorwerpen nu in Venlo gestaan in het Limburgs Museum: de inhoud van een graf van een Romein die rond het midden van de derde eeuw na Chr. is overleden. Hij zal rond de vijftig zijn geweest en leed aan een ontstoken kaakholte, terwijl een van zijn schenen een beenvliesontsteking had. Beide zijn niet dodelijk, overigens.

Het graf kent de gebruikelijke keramiek, zie boven. Maar daarnaast waren er enkele vreemde voorwerpen, zoals een lindenhouten kistje (rechts achteraan op de foto) met flesjes. Daarin zat olie en zalf. Als het een vrouwengraf was, zouden we het een pyxis hebben genoemd, een beauty-case, met parfumflesjes, maar het is dus geen vrouwengraf. Verder een wat vreemd gevormd mes en een soort pipet. Ook kreeg de overledene een gepolijste stenen bijl mee, die op dat moment al vele eeuwen oud was. We weten dat de Romeinen zulke bijlen beschouwden als donderstenen en er magische krachten aan toeschreven.

Lees verder “Abraxas in Tudderen”

Herodes Agrippa II

Het paleis van Herodes Agrippa II in Panias

Voor we het vandaag hebben over Herodes Agrippa II, moeten we het hebben over zijn gelijknamige vader, die een avontuurlijk leven leidde, op het cruciale moment Claudius hielp de keizerlijke troon in Rome te bemachtigen en als beloning vanaf 41 na Chr. mocht heersen over het hele rijk van Herodes de Grote. Zijn zoon, die eigenlijk Julius Marcus Agrippa heette maar gewoonlijk Agrippa II wordt genoemd, was zestien toen Herodes Agrippa I in de zomer van 44 onverwacht overleed. Zoonlief was te jong om koning te worden en Claudius maakte Judea weer tot een Romeinse provincie, dit keer onder gezag van een Romeinse procurator, een civiele beambte. Eerder was het gebied door militaire prefecten bestuurd geweest.

Koning

Ook al was Herodes Agrippa II zijn koninkrijk kwijt, Claudius was verplicht hem ter compensatie iets aan te bieden en dat werd de Bekaavallei. In 48 overleed namelijk zijn oom Herodes van Chalkis, een buitenbeentje in de familie, heersend in het oosten van het huidige Libanon. Ook lijkt de twintigjarige koning in dat jaar het recht gekregen om in Jeruzalem de hogepriester aan te wijzen.

Lees verder “Herodes Agrippa II”