Het hellenisme

Hellenisme: de Macedonisch-Egyptische koning Ptolemaios XI met Griekse baard en Egyptische kroon (Louvre, Parijs)

In het handboek waarover ik op donderdag schrijf, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek, zijn we aanbeland bij het hellenisme. Een sterk hoofdstuk. Ik heb het dilemma van de handboekauteur al eens aangegeven: je moet enerzijds een standaardverhaal vertellen en anderzijds mensen die nooit méér informatie krijgen over de Oudheid, de correcte inzichten tonen. Het standaardverhaal is echter in wezen negentiende-eeuws, waardoor correcte inzichten niet aansluiten bij wat wat maatschappelijk bekend is. Dit keer varen de auteurs tussen Skylla en Charybdis door.

Er wordt vaak gesuggereerd dat in de hellenistische tijd grote monarchale rijken [Ptolemaïsch Egypte, Antigonidisch Macedonië, Seleukidisch Azië en Attalidisch Pergamon] de plaats innamen van de kleine zelfstandige stadstaten (poleis) van de klassieke tijd. Dat is maar ten dele waar.

Zo kan het dus ook: je noemt het standaardbeeld en legt uit dat het ongenuanceerd is. De auteurs kiezen positie. Het leidt tot een fijn, helder hoofdstuk. Het is beter dan het voorafgaande, dat veel te vaak de bronnen volgde en daardoor uit balans was.

De bronnen

Waarmee een eerste punt is gemaakt: dit keer zijn er geen Herodotossen en Thoukydidessen die de toon konden zetten. De antieke auteurs die over de hellenistische tijd schreven, schreven namelijk in een niet-klassiek Grieks dat bekendstaat als koinè. Latere generaties vonden dat niet mooi – ik legde het hier uit – en kopieerden daarom de hellenistische geschiedschrijvers niet. (De klassieke auteurs kopieerden ze wel.) Polybios is eigenlijk de voornaamste uitzondering. Andere hellenistische geschiedschrijvers kennen we alleen uit uittreksels, die overigens niet per se slecht zijn.

Gevolg hiervan is dat moderne oudhistorici enerzijds nog minder informatie hebben dan anders, en anderzijds gedwongen zijn hun netten voldoende breed te werpen. Dat gebeurt dus in dit hoofdstuk van Een kennismaking met de oude wereld.

Veranderingen die continuïteiten zijn

Wat veranderde er na Alexander? Die grote monarchale rijken waren dus geen echte vernieuwingen. Macedonië, Perzië en Egypte bestonden ook in de vijfde eeuw al, zoals De Blois en Van der Spek terecht constateren. En die hadden ook toen al grote invloed. De Korinthische Oorlog kwam ten einde toen de Pers vrede dicteerde. De Bondgenotenoorlog kwam ten einde toen de Grote Koning aankondigde tweehonderd oorlogsbodems naar de Egeïsche Zee te sturen. De feitelijke verandering tussen klassieke en hellenistische tijd was, vanuit Grieks perspectief, niet de opkomst van grote monarchale rijken, maar iets anders: Athene, Sparta en Thebe hadden zichzelf in een reeks oorlogen ten gronde gericht. Ze konden de agenda niet langer bepalen.

Anders gezegd: wat een omslag lijkt, is in feite een voortgezet proces. Vergelijk het met de verspreiding van de Griekse cultuur. Het lijkt in het gebruikelijke historiografische beeld alsof die zich na Alexander verspreidde in de door de veroveringen opengelegde gebieden, maar feitelijk was deze verspreiding al begonnen en bereikte ze haar grenzen pas toen Demetrios I de Onoverwonnene de Punjab veroverde.

Versnellingen

Toch zijn er tijdens het hellenisme wel degelijk vernieuwingen waar te nemen. Of beter: versnellingen van al ingezette processen. De Blois en Van der Spek noemen om te beginnen de monetarisering van de economie rond het oostelijke Middellandse-Zee-gebied. Die was al begonnen ten tijde van de Perzische koningen en de farao’s van de Dertigste Dynastie, maar nu werd het echt grootschalig. Versnelling dus. Monetarisering veranderde de economie; daarover zal ik nog eens schrijven.

Een tweede verandering is de eindeloze reeks Diadochenoorlogen (tussen de eerste generatie opvolgers van Alexander) en de Syrische Oorlogen (tussen Ptolemaïsch Egypte en Seleukidisch Azië). De handboekschrijvers wijzen erop dat deze oorlogen leidden tot herverdeling van bezit. Terecht. Oorlog was altijd een vorm van kapitaaloverdracht en dat gebeurde nu dus grootschaliger.

Ten derde: de systematische ontginning van landbouwgebieden. Opnieuw een versnelling van bestaande praktijken. Dit is goed gedocumenteerd in Egypte, waar soldaten land kregen. Ook voor Babylonië is bewijs. De stadsnamen in Anatolië en Syrië duiden op kolonisering. Verder Baktrië, al is de documentatie daar archeologisch van aard. (De Blois en Van der Spek behandelen Baktrië nauwelijks.)

Griekse en andere culturen

Het meest opvallend is de verspreiding van Grieks als administratieve taal, en daarmee Griekse namen voor aloude goden, steden en wat dies meer zij. Er is discussie over de vraag of we te maken hebben met een mengcultuur, waarin bijvoorbeeld een kunstenaar elementen uit diverse culturen samenvoegt tot een geheel eigen, nieuwe cultuur, of dat de Griekse en oosterse culturen naast elkaar bestonden. Voor dit laatste zijn aanwijzingen: sommige hellenistische stadstaten hadden echt iets van apartheid. Maar in een museum kun je ook voorwerpen zien waarin beide samenkomen, zoals de Ptolemaïsche vorst hierboven.

De filosofie van het hellenisme kan hier onbehandeld blijven. Kees Alders heeft daar op deze blog voldoende over te vertellen. De Blois en Van der Spek wijzen erop dat het grotendeels een Griekse ontwikkeling is, zonder veel lokale inbreng. Toch zijn er wel Babylonische en Karthaagse filosofen geweest, terwijl van Zenon van Kition (op Cyprus) wel is beweerd dat hij invloeden heeft ondergaan vanuit de semitische wereld. Maar goed, dat laat ik wat het is.

Echt nieuw

Tot slot zijn er tijdens het hellenisme echte vernieuwingen. De Blois en Van der Spek attenderen op de verering van de vorst (de heersercultus), mysterieculten en vooral wetenschap. Denk aan de wiskundige Eukleides en aan de ingenieur Archimedes. Denk ook aan Eratosthenes, die de omtrek van de aarde berekende. En denk aan Aristarchos, die opperde dat de zon middenin het zonnestelsel stond. En ook: de Bibliotheek van Alexandrië, zo mooi gebaseerd op enerzijds de Babylonische bibliotheken en anderzijds Aristoteles’ grote ordenen. Goede boeken voor wie meer wil weten: Russo’s The Forgotten Revolution (2004; La rivoluzione dimenticata, 1996) en Stevens, Between Greece and Babylonia (2019).

Dus ja, het hellenisme was een nieuwe tijd. De Griekse cultuur verspreidde zich. Maar we moeten het ook weer niet overdrijven.

Ik schrijf nog een blogje over stadstichtingen, waarin ik het ook zal hebben over burgerrechten en democratie. Ik zal ook schrijven over de economische gevolgen van belastingheffing. Verder behandel ik de slag bij Ipsos, de Galaten en Polybios. De vergrieksing van Judea laat ik daarentegen wat ze is. Na de reeks van vorige maand mag dat vanzelf spreken.

En o ja, we dateren het hellenisme tussen 330 en 30 v.Chr.

[Een overzicht van de reeks over het handboek oude geschiedenis is hier.]

Deel dit:

13 gedachtes over “Het hellenisme

  1. FrankB

    “En o ja, we dateren het hellenisme tussen 330 en 30 v.Chr.”
    Wat mij dan boeit is de vraag waarom de Hellenisten na de dood van Euklides nauwelijks of geen vooruitgang boekten in de wis- en natuurkunde. Al kan dat ook aan mijn ontwetendheid liggen. Toch lijkt Aristarchos van Samos mij kenmerkend – niemand naam zijn heliocentrisme over.

    1. Volgens Floris Cohen is het vastlopen van de ontwikkeling de normale situatie en is de wetenschappelijke revolutie op zo’n onwaarschijnlijke plaats als West Europa een heel uitzonderlijke samenloop van omstandigheden en toevalligheden.

      1. Huibert Schijf

        Eric Jones schreef in 1981 het veel aandacht trekkende The European Miracle waarin hij verklaringen geeft voor de Europese groei https://en.wikipedia.org/wiki/The_European_Miracle. Daarbij horen natuurlijk ook vragen waarom China niet een zeevarende natie werd, terwijl jonken Oost-Afrika al hadden bereikt. En waarom stagneerde de Arabische ontwikkeling. Europa heeft veel aan die ontwikkeling ontleent. We rekenen bijvoorbeeld al minstens duizend jaar met Arabische cijfers.

    1. Huibert Schijf

      Inderdaad u hebt gelijk. Ik had Indisch-Arabische cijfers moeten schrijven. Blijft natuurlijk de vraag of die Indische cijfers rechtstreeks uit India naar Europa zijn gekomen of via de Arabische wereld.

    1. Huibert Schijf

      Natuurlijk wisten we dat allang. Ik wilde alleen maar even weten of u het wist, want daarmee blijkt uw eerste correctie toch wel erg betweterig te zijn.

  2. Ben Spaans

    Nou nee. Er is een tendens om de ‘Arabische’ bijdrage als wel heel bijzonder weer te geven.
    Het was ook maar een van de vele stromen in de ontwikkeling van menselijke kennis.

  3. Frans Buijs

    Kom op, jongens, niet op iedere slak zout leggen. Die cijfers staan bekend als Arabische cijfers.

    1. FrankB

      Eens hoor, FransB, maar niettemin illustreert dit een ander punt: de ontwikkeling van wiskunde en wetenschap in India (en China wordt in het westen schromelijk ondergewaardeerd.

      1. Ik denk dat dat wel meevalt. Ik heb nog nooit een boek over wetenschapsgeschiedenis gezien waarin het niet werd besproken. Je kunt wel constateren dat er na de Dekolonisatie meer aandacht is voor niet-westerse ontwikkelingen dan in de tijd voor pakweg 1950; er is nu meer waardering maar ondergewaardeerd lijkt me overdreven.

Reacties zijn gesloten.