Er was eens een koning, zo vertelt de Griekse onderzoeker Herodotos van Halikarnassos, en die heette Rampsinitos. Hij was onmetelijk rijk en bezat daarom een heus geldpakhuis. Hij wist echter niet dat de bouwmeester in een van de buitenmuren een steen had aangebracht die zonder veel moeite kon worden losgemaakt. Wie het wel wisten, waren de twee zonen van de bouwmeester, die zich verschillende keren aan ’s konings geld hielpen.
De farao zon op tegenmaatregelen en liet daarom klemmen plaatsen. Toen de twee inbrekers weer eens in het geldpakhuis waren, liep een van hen in de val – letterlijk – en omdat hij merkte dat hij er niet uit kon komen, vroeg hij zijn broer hem te onthoofden. De volgende ochtend zag Rampsinitos wat er was gebeurd, en omdat hij wist dat inbrekers doorgaans niet hoofdeloos zijn, concludeerde hij dat er nog een dief moest zijn.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.