
1
Aan de voet van de heuvel zagen de jagers de brug over de bevroren rivier. Bij de watermolen, waarvan het rad in het ijs tot stilstand was gekomen, trok een meisje haar zusje in een slee over het ijs. Een vrouw liep met brandhout over de brug, klaar om te gaan koken, maar vlees zou ze deze avond niet bereiden. Het enige dier dat de drie jagers die dag aan hun spies hadden geregen, was namelijk een magere vos geweest. Verder waren hun weitassen leeg gebleven. Ietwat terneergeslagen liepen de mannen door de sneeuw terug naar huis.
2
Pieter Bruegel zag de jagers kijken naar de brug en de stilgelegde watermolen. Hij herkende een thema voor een mooi winterlandschap. Als het ging om de moeilijkheden van het menselijk leven, zat hij er nooit naast. Hij begreep dat de schrale maaltijd van de jagers moest contrasteren met het feestmaal in de herberg, dat de vermoeide honden moesten staan tegenover een energieke vogel in de lucht en dat de schaatsenrijders geen acht mochten slaan op de ellende van een schoorsteenbrand.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.