Faits divers (3): drie lezingen, drie exposities

Een van de exposities: Julius Caesar in Amsterdam

In de reeks faits divers deze keer: drie exposities en drie lezingen.

Om te beginnen even wat reclame voor mijzelf. Aanstaande dinsdag (19 september dus) verzorg ik een lezing in Naarden, in de vesting, meer precies in het gebouw dat bekendstaat als De Mess. Ik heb het vanaf 14:30 over Hannibal. Het wordt een algemeen verhaal maar er zal ook aandacht zijn voor Alpentochten en olifanten. Aanmelden kan hier.

Twee dagen later, op donderdag 21 september, is de presentatie van het boek van Daan Nijssen waarover ik al eerder blogde en waarover ik nog meer zal schrijven: Alle wegen leiden naar Babel. Het is om 20:00 in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Ik heb Daan nog nooit in het echt horen spreken, dus ik ben heel benieuwd, want hij heeft wat te vertellen en Alle wegen leiden naar Babel is boeiend. Aanmelden kan hier.

Lees verder “Faits divers (3): drie lezingen, drie exposities”

Faits divers (2): boeken

Dit keer: drie leuke boeken en een expositie.

Wat voorafging aan de Zijderoute

Het eerste leuke boek dat ik aan u wil voorstellen, is dat van Daan Nijssen, die u misschien kent als de auteur van Het Wereldrijk van het Tweestromenland. In zijn nieuwe boek, Alle wegen leiden naar Babel, behandelt hij de voorgeschiedenis en totstandkoming van de Zijderoute. Ik heb het al mogen lezen en kom er later nog op terug. Voor het moment vertel ik alleen dat Nijssen sterk de nadruk legt op de ontwikkeling van een handelsnetwerk vanuit Mesopotamië. Het is in die zin complementair met Rome and China. Points of Contact van H.J. Kim, waarover ik het al eerder had. Daarin leest u vanuit Chinees perspectief hoe de Han-keizers het initiatief namen om contact te zoeken met het mysterieuze Verre Westen.

De tussenliggende schakel was het Kushana-rijk in Oezbekistan, Afghanistan en Pakistan, waaraan Craig Benjamin in 2018 Empires of Ancient Eurasia wijdde. Nijssen behandelt dat ook, zoals hij ook China aan de orde stelt. Door de nadruk te leggen op het door de Chinezen ontdekte, in Mesopotamië al ontstane netwerk, heeft Nijssen een interessante insteek gekozen. Het is een lezenswaardig, vlot geschreven boek, waarover later meer.

Lees verder “Faits divers (2): boeken”

Faits divers (1)

In beslag genomen Keltiberische helmen (© Policía nacional)

Dit keer: een gearresteerde museumdirecteur en een prijs voor wetenschapscommunicatie.

Zo af en toe lees ik iets waarvan ik denk: “dat verdient aandacht maar er zit net geen blogje in”. Ik denk er nu over dit soort zaken te ordenen in een onregelmatig verschijnende verzamelrubriek: faits divers. Dus vandaag, bij wijze van experiment, deel één.

Gearresteerde museumdirecteur

Nee, ik heb het niet over Hartwig Fischer, de directeur van het Londense British Museum. Die is niet gearresteerd. Hij is zelf opgestapt omdat hij signalen had genegeerd dat voorwerpen uit zijn collectie werden gestolen. Zijn inschattingsfout is eerder menselijk falen dan een misdrijf. Omdat het museum gewoon functioneren kan, is het eigenlijk een interne kwestie. Het had niet mogen gebeuren, zeker, maar groter dan dat is het niet.

Lees verder “Faits divers (1)”

Alternatieve geschiedenissen van Duitsland

Plantu over de hereniging van Duitsland

Als ik zeg dat een stoplicht op rood staat, is dat de constatering van een eenvoudig feit. Zo’n feit krijgt betekenis als we bedenken dat het ook op groen kan staan. Met het verleden is het niet heel anders. We kunnen eerst vaststellen dat iets het geval is geweest en dat feit krijgt vervolgens betekenis als we de alternatieven overwegen.

Ongebeurde geschiedenissen van Duitsland

Afwegingen over wat niet is gebeurd, de Ungeschehene Geschichte, zijn in de historische analyse altijd impliciet aanwezig. Wie zegt dat iets een “historische gebeurtenis” is geweest, heeft overwogen dat het anders had kunnen gaan. “Het denken over wat potentieel ook mogelijk zou zijn geweest,” zoals de Duits-Israëlische historicus Dan Diner het verwoordt, “helpt ons de verleden werkelijkheid beter begrijpen.”

Lees verder “Alternatieve geschiedenissen van Duitsland”

De Caesarkop van Arles

De Caesarkop uit Arles (Musée Départemental Arles Antique)

In het zuidoosten van Frankrijk zijn de afgelopen decennia een paar zeer interessante musea bijgekomen. Zo is er het in 2015 geopende Musée des Confluences, bij de plek in Lyon waar de Rhône en de Saône samenkomen. Het museum

neemt ons mee terug naar onze oorsprong, bevraagt ​​het functioneren van onze samenlevingen, hun relatie tot de dood en roept de vraag op van onze plaats in de levende wereld.

Of het deze, mijns inziens nogal megalomaan geformuleerde doelstelling waarmaakt heb ik zelf nog niet waar kunnen nemen.

Een tweede museum waarvoor ik al eerder aandacht vroeg, is het Musée de la Romanité in Nîmes, inhoudelijk buitengewoon fraai opgezet en ook architectonisch een wonderschone aanvulling op de toch al zo mooie stad Nîmes. Alleen al een bezoek aan de ‘rooftop’ (ja: zo staat het er echt in de Franse website van het museum) is de moeite meer dan waard, vanwege het uitzicht over de oude binnenstad van Nîmes en – vooral – het zeer goed geconserveerde Romeinse amfitheater, waar het zo’n beetje aan grenst.

Lees verder “De Caesarkop van Arles”

Gaat dicht: het Pergamonmuseum in Berlijn

De Istharpoort uit Babylon (Pergamonmuseum, Berlijn)

Het mag met de zorg voor het goede, schone en ware in het land van denkers en dichters beter zijn gesteld dan in de roofstaat tussen Oostfriesland en de Schelde, ook in Duitsland slaat men de plank weleens mis. Het Pergamonmuseum in Berlijn, zeg maar het archeologisch museum met de vondsten uit het voormalige Ottomaanse Rijk, gaat later dit jaar dicht. Dat doet pijn.

Verbouwing

De opgegeven reden is dat het gebouw grondig moet worden verbouwd. Dat zal best waar zijn. Ik was er vandaag en het viel me op hoe slecht het was geventileerd. Men beweert dat het museum in 2037 weer heropent. Ook dat zal best waar zijn, althans in de zin dat zulks wel ergens op papier zal staan. Verder schermt men ermee dat het Pergamon-altaar al eerder weer te zien zal zijn. Dat zal ook wel waar zijn, maar het is zoiets als zeggen dat het Planetarium van Eise Eisinga tot 2037 dicht is maar dat het zaaltje met de sterrenkundige instrumenten snel weer open is.

Lees verder “Gaat dicht: het Pergamonmuseum in Berlijn”

Oezbekistan in Berlijn

Reliëf met een krijger uit Kampyr Tepe (tweede eeuw v.Chr.)

Om deprimerende redenen die u vlak voor het einde van dit blogje zult vernemen, ben ik momenteel in Berlijn. Gisteren zijn we langs Tempelhof, het Schöneberg-raadhuis en andere Koude-Oorlog-locaties wezen fietsen. Vandaag gingen we naar het Neues Museum, de Oezbekistanexpositie en het Altes Museum. Het laatstgenoemde museum toont klassieke kunst, het Neues Museum biedt Egypte en (Germaanse) Prehistorie. Alles bij elkaar ben je daar acht uur mee bezig, een pauze met curryworst inbegrepen. Daarna ben je weliswaar doodmoe maar ook helemaal vol mooie indrukken.

Invloeden op Oezbekistan

Ik hoef u een bezoek aan Berlijn niet aan te raden. Het is immers de interessantste stad van Europa en het is maar zes uur met de trein. Wat ik u wel aanraad, is de expositie Archäologische Schätze aus Usbekistan. Er zijn stukken te zien uit het Nationaal Museum in Tasjkent, het Museum van Termez, de collectie van de Oezbeekse Academie van Wetenschappen en enkele andere musea. Die zul je verder niet snel te zien krijgen, zelfs niet in Oezbekistan.

Lees verder “Oezbekistan in Berlijn”

Houtkamer

Schrijftablet; er lag een waslaagje overheen waarin men schreef (Castellum Hoge Woerd, Utrecht)

Ik heb weleens verteld dat in Brugge het Archeologiemuseum is gesloten. Het was gevestigd naast het Sint-Janshospitaal en tegenover de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Een A-locatie voor een museum, ware het niet dat toeristen tussen Memling en Michelangelo gemeenlijk niet denken aan archeologie. In 2020 ging het museum dicht. Ik neem aan dat het de strenge Belgische coronamaatregelen waren die hebben belet dat “Archaeology Rebellion” de Mariastraat blokkeerde.

Oké, ik overdrijf. Zelfs als er een actiegroep zou zijn geweest, was dit museum te klein en lag het te decentraal om actie voor te ondernemen. Uitleg van wat archeologie is, is echter broodnodig. Neem het aan van iemand die elke week tientallen vragen beantwoordt: de vraag “hoe kunnen jullie dat weten?” is zo’n beetje de meest gestelde. Het is ook de vraag waar archeologen het minst op antwoorden. Ze praten liever over vondsten. Maar zoals een wijze archeoloog me onlangs schreef: zoals geschiedwetenschap niet gaat over archiefstukken en natuurkunde niet gaat over atomen, zo gaat archeologie niet over voorwerpen. Het gaat om andere samenlevingen. En het wetenschappelijke zit hem in de wijze waarop de archeoloog die reconstrueert, in de manier waarop hij van objecten komt naar samenlevingen. De vraag hoe archeologen weten wat ze weten, verdient gewoon een antwoord.

Lees verder “Houtkamer”

Foto’s van Bodi in Bonn

Glaswerk zoals dat in zesde-eeuwse elitegraven werd meegegeven. Dit schitterende stuk komt uit een graf in Nettersheim.

Ik bromde gisteren dat fotografie op de Bodi-expositie niet was toegestaan. Dat stelde me een beetje teleur. Een expositie die ik anders zeker een 10 zou hebben gegeven, kreeg nu 9. Eén reden is dat ik drie-hoog woon en dientengevolge niet beschik over een tuin om een geldboom op te kweken. Een treinkaartje van €151,80 is voor mij veel geld en dan is het een tikje teleurstellend als ik thuiskom zonder foto’s. De persmap, die er natuurlijk wel is, bood niet wat ik u had willen tonen.

Belangrijker dan mijn persoonlijke bekommernis is dit: de beste reclame voor een expositie is dat u en ik erover praten. “Kijk eens op deze foto wat een mooi glaswerk daar in Bonn is te zien!” Fotografie is in het belang van de bezoeker, die er met anderen over kan praten, in het belang van het museum, dat bezoekers trekt, en in het belang van de oudheidkunde zelf, die groter bereik krijgt.

Lees verder “Foto’s van Bodi in Bonn”

Bodi in Bonn

Bodi’s gouden ring (foto: L. Kornblum. © LVR-LandesMuseum, Bonn)

Ik ging naar Bonn om daar Bodi te zien. Ik zag Bodi. Een laatantieke krijger uit het Rijnland, begraven in Bislich, recht tegenover Xanten aan de Rijn. Een tijdgenoot van de geschiedschrijver Gregorius van Tours, die hem zou hebben aangeduid als een Frank. De grafheuvel van Bodi is in 1972 gevonden op een begraafplaats waar nog 900 mensen lagen. Aan de locatie te zien was zijn graf, dat al was geplunderd in de Middeleeuwen, erg belangrijk; de meeste andere graven waren simpeler. We kennen de naam van Bodi omdat die te lezen stond op een gouden zegelring die de plunderaars hadden laten liggen. Deze krijger was geletterd.

Of presenteerde zich als geletterd. Wat zou het zijn? Daar kun je een redenering over opzetten. Dan veranderen depotvoorwerpen in wetenschappelijke aanwijzingen, dan zie je een puzzel ontstaan en dan wordt het interessant. Het Rheinisches Landesmuseum heeft aan zulke puzzels een expositie gewijd. Het gaat daarbij niet, zoals de naam van de tentoonstelling suggereert, om Das Leben des Bodi, maar in de eerste plaats om de reconstructie van dat leven en in de tweede plaats om de betekenis van dat leven. En het gaat om vragen, niet om antwoorden.

Lees verder “Bodi in Bonn”