Hennafeest in Diyarbakır

Ik ben momenteel in Diyarbakır, aan de bovenloop van de Tigris. Het is het antieke Amida en ik wilde eens zien waar de door Ammianus genoemde watermolens gestaan hebben (zie Andrew Wilson, ‘Watermills at Amida’,  in: Classical Quarterly 51 [2001] 231-236). Ik ga er echter niet over schrijven, want de binnenhof van de tot hotel omgebouwde karavaanserail waar ik logeerde, bleek ’s avonds te zijn veranderd in de plek van een hennafeest.

Het hennafeest wordt gevierd van Casablanca tot Kabul en gaat vooraf aan de bruiloft. In dit geval was het de avond voor het eigenlijke feest; elders wordt het wel een week voor de plechtigheid wordt gevierd. Het is overal weer anders, maar in Turkije was het oorspronkelijk het feest dat de bruid met haar vriendinnen vierde, die werd opgevrolijkt doordat de familie van de bruidegom henna liet bezorgen.

Het deel van Turkije waar ik nu ben is Koerdisch en het is hier geen exclusief vrouwenfeest. Integendeel, beide families leken aanwezig: de mannen veelal casual gekleed, de vrouwen nu eens in schitterende jurken, dan weer in mantelpakjes, dan weer gespeeld nonchalant in een spijkerbroek. Er werd behoorlijk veel gedanst, nu eens in een lange rij, dan weer individueel. Ik herkende uit Griekenland de kalamatianos-dans en uit Armenië/Libanon/Griekenland het liedje “Misirlou“, waarmee de culturele kruisbestuiving van de Pax Ottomanica weer eens geïllustreerd is.

Iemand die het stamhoofd zou kunnen zijn – ik heb het niet nagevraagd – strooide met dollarbiljetten naar knappe dansers, die er overigens weinig profijt van hadden omdat rappe kinderen het geld snel opraapten.

De band, die ik vanmiddag had horen repeteren met het intro van ‘Paint it black’, maakten een echt feest van, met luid getrommel, toetsen en een elektrische bağlama, een soort gitaar. Het was luid – de plastic waterflessen resoneerden – maar het bleef leuk. Van de liedteksten begreep ik weinig, maar ik weet nu wel dat ‘kizawa’ een vreugdekreet is bij een bruiloft.

De bruid en bruidegom oogden erg jong; hij liep er betrekkelijk eenvoudig bij, maar zij droeg een mooi donkerrood gewaad met goudbrokaat, en had een fez-achtig hoofddeksel dat was versierd met allerlei gouden slingers. Zo zaten ze te midden van de gasten, en te midden van een kring mensen die aan het einde van de avond om hen heen dansten toen de henna werd binnengebracht.

Terwijl er losse flodders werden afgeschoten, kregen de bruid en bruidegom hun hennaschilderingen, en later werd de rest van het vochtige goedje uitgedeeld aan de ongetrouwde gasten. Officieel opdat zij even gelukkig zullen worden als het bruidspaar, maar vermoedelijk ook opdat iedereen kan zien wie er nog ‘in de markt zijn’. From a wedding comes a wedding. Kizawa!

Deel dit: