Vijfmaal werelderfgoed: Oost-Turkije

Een van de mooiste gebouwen in Turkije: de Hagia Sofia in Trabzon

Wat valt er in Turkije zoal te zien? Ik behandelde vorige week de zuidwestkust, het noordwesten van het Aziatische deel van Turkije en het centrum. Vandaag gaan we naar het oosten. En dan moet meteen het hoge woord eruit: alles hier is omstreden. Niemand trekt in twijfel dat dit gebied eeuwenlang bewoond is geweest door Armeniërs, wier taal en religie sinds de Perzische tijd tot de twintigste eeuw gedocumenteerd zijn, en niemand ontkent dat de Armeense bevolking tijdens de Eerste Wereldoorlog beestachtig is afgeslacht. In Europa spreken we van de Armeense Genocide, een naam waartegen Turken bezwaar maken. Ik laat die kwestie rusten. Ik laat ook de relaties tussen de Koerden en de Turkse overheid onbesproken. U leest Volg de wolken van Marcel Kurpershoek maar, een boek dat alle stemmen aan het woord laat.

Middeleeuws erfgoed

Ik begin in Trabzon, het antieke Trapezous en het middeleeuwse Trebizonde. Niet veel oudheden hier, maar wel het op één na mooiste Byzantijnse kerkje dat ik ooit zag. (Morgen de mooiste kerk uit Turkije.) Achter Trabzon is in de bergen het Soumela-klooster, met prachtige wandschilderingen. Het achterland is heel aantrekkelijk, dus de lange rit naar Erzurum – prachtige Seljukische gebouwen – is bepaald geen straf. Nog verder ligt Kars en daar achter ligt, in het zwaar bewaakte grensgebied met Armenië, Ani.

Lees verder “Vijfmaal werelderfgoed: Oost-Turkije”

Geliefd boek: Rebel land

De interessantste reisverhalen worden geschreven door auteurs die maandenlang op dezelfde plek blijven om mensen en hun omgeving goed te leren kennen. Een prachtig voorbeeld is Rebel land. Among Turkey’s Forgotten Peoples (2009) van Christopher de Bellaigue (1971). Die ‘vergeten’ volkeren zijn Alevieten (aanhangers van een vrijzinnige islamitische stroming in het soennitische Turkije), Armeniërs en Koerden.

De schrijver kent het westerse deel van Turkije goed. Liefde bracht hem naar Istanbul, maar die liefde ging over. Hij sprak toen zo goed Turks dat Turken hem vroegen uit welk deel van Turkije hij kwam. Een nieuwe liefde brengt hem naar Teheran waar hij gaat werken als correspondent voor de Britse Economist. Perzisch wordt zijn nieuwe taal.

Bloedige gebeurtenissen

Na enkele jaren in Teheran besluit hij een boek te schrijven over de herinneringen van bewoners in de kleine stad Varto, gelegen in het verre zuidoosten van Turkije, aan de moord op Armeniërs en Koerden. De oudste bewoners hebben de Armeniërs in hun stadje nog meegemaakt of kennen de bloedige gebeurtenissen uit de verhalen van hun ouders. Zijn Turks blijkt niet meer te zijn wat het is geweest, maar toch kan hij nog alle gesprekken in het Turks voeren.

Lees verder “Geliefd boek: Rebel land”

Sint-Joris, uitgewist

Sint-Joris (Mar Behnam-klooster)

Mar Behnam is een christelijke heilige uit Adiabene, een antiek koninkrijk in wat ooit Assyrië had geheten en tegenwoordig Koerdistan heet. In de vierde eeuw na Chr. is hij om het leven gebracht door de Sasanidische koning Shapur II, die u misschien kent als de tegenstander van de Romeinse keizer Julianus de Afvallige. In de twintigste eeuw werd Sint-Behnam vooral vereerd door moslims en door de christenen die worden getypeerd als monofysitisch, West-Syrisch, oosters-orthodox of miafysitisch: een hele catalogus van namen – ik schreef er al eens over – waarvan de Kopten en Armeniërs het bekendst zijn.

Het graf van de heilige Behnam is in een klooster, even ten noorden van Mosul aan de Tigris, dat wordt beheerd door de Syrisch-katholieke kerk, en dat zijn dan weer monofysitische christenen die het gezag van de paus respecteren. Deze wat complexe achtergrond maakte het klooster tot een natuurlijk doelwit van de zogenaamd Islamitische Staat: niet alleen werden hier relikwieën vereerd van een heilige terwijl een mens alleen God mag vereren, het waren ook nog christenen die eigenlijk pro-westers waren. Hét probleem van christenen in het Midden-Oosten is immers dat ook het gehate, imperialistische Europa christelijk is.

Lees verder “Sint-Joris, uitgewist”

De Armeense genocide: Besluit

Het monument voor de Armeense Genocide in Yerevan

[Zesde deel van een serie van zes; het eerste is hier.]

Het Centrum voor Holocaust- en Genocide-studies van de Universiteit van Minnesota heeft de laatste Ottomaanse en eerste Turkse censuscijfers vergeleken. Terwijl in 1914 nog 2.133.190 burgers zich identificeerden als Armeniër, waren het er in 1922 nog 387.800. Dit komt deels doordat sommige Ottomaanse gebiedsdelen waren veranderd in mandaatgebieden, waar de Turkse republiek niet langer over ging; minimaal 400.000 Armeniërs hebben weten te vluchten, maar een exact cijfer valt niet te geven. Het totale aantal dodelijke slachtoffers is zo niet te bepalen, maar schattingen lopen uiteen tussen de 800.000 en 1.300.000. Niemand spreekt tegen dat er iets verschrikkelijks is gebeurd.

De Entente had aangekondigd de schuldigen te zullen berechten en de regering van de sultan in Constantinopel stelde inderdaad een militaire rechtbank in, die zich kon baseren op allerlei getuigenverklaringen van Ottomaanse officieren en in juli 1919 Talaat, Enver en Cemal ter dood veroordeelde. Dat was ook de straf die over Mehmet Reshid, de “slager van Diyarbakir”, werd uitgesproken, maar hij ontsnapte, schreef een zelfrechtvaardiging en pleegde zelfmoord toen de Ottomaanse autoriteiten hem op het spoor kwamen.

Lees verder “De Armeense genocide: Besluit”

De Armeense genocide: Verzet

De resten van de oude stad van Van; citadel in de achtergrond, minaret iets links van het midden.

[Vijfde deel van een serie van zes; het eerste is hier.]

Natuurlijk verzetten de Armeniërs zich. De tegen hen ondernomen operatie hing immers al een kleine kwart eeuw in de lucht en het is niet voor niets dat Talaat Pasha eerst de Armeense dienstplichtigen uit het leger haalde en ontwapende. Zoals al aangegeven bood de bevolking van de oostelijke stad Van weerstand. Cevdet Bey, een zwager van minister van oorlog Enver Pasha, slaagde er niet in de stad in te nemen, wat hem er niet van weerhield het platteland te terroriseren. Uiteindelijk waren het de Russen die Van ontzetten en de macht overnamen in de gebieden rond het Van-meer.

Toen de Ottomaanse legers de Russen terugdreven, vluchtten de Armeniërs met hun bevrijders mee naar Oost-Armenië (d.w.z. het door de Russen beheerste deel van het gebied, de huidige republiek). Wie Van tegenwoordig bezoekt, zal ten zuiden van de citadel een eenzame minaret zien staan en links en rechts nog wat muren. Dat is alles wat resteert van de oude stad.

Lees verder “De Armeense genocide: Verzet”

De Armeense genocide: Diyarbakır

Diyarbakır en de Tigris

[Vierde deel van een serie van zes; het eerste is hier.]

Een voorbeeld van de in het vorige stukje genoemde vier stappen is de provincie Diyarbakır. Volgens de officiële Ottomaanse census was 40%-50% van de bevolking Armeens. De al genoemde gouverneur Mehmet Reshid, een moslimvluchteling uit de Russische Kaukasus, was bang voor een vijand in eigen gelederen, die steun kon bieden aan de Russen en de Britten. In zijn kort voor zijn zelfmoord geschreven memoires sprak de gewezen legerarts over “een gezwel, een tumor, dat moest worden uitgesneden om verdere verspreiding te voorkomen”.

Stap één. Reshid stelde Armeense arbeidsbataljons in die rond Diyarbakır in het veld moesten werken. Veel dienstplichtigen kwamen om door de zomerhitte en allerlei ziektes. Er zouden twaalfhonderd doden zijn geteld langs de wegen, terwijl nog eens zeshonderd mannen in een ravijn zouden zijn doodgeknuppeld. Toen aan premier Talaat Pasha werd gemeld dat sommigen zich verzetten, drong deze aan op snelle liquidatie van de andere dienstplichtigen.

Lees verder “De Armeense genocide: Diyarbakır”

De Armeense genocide: De jaren van Abdulhamid

Armeniërs als percentage van de Ottomaanse bevolking, gebaseerd op de officiële volkstelling en cijfers uit tsaristisch Rusland. Er zijn drie concentraties: het oostelijke (Russische) deel, het deel rond het Van-meer, en in het zuidwesten het voormalige Kruisvaardersstaatje Cilicië. (klik=groot)

Genocide is een berucht lastig te definiëren misdrijf, maar in elk geval hebben we te maken met een door een overheid – een koning, een generaal, een staat – geplande, systematisch uitroeiing van een groep onderdanen of een als vijandig beschouwde buitenlandse groep. De mensen worden zonder onderscheid gedood: mannen, vrouwen en kinderen. Ook culturele uitingen worden vernietigd. Alle definities – de Wikipedia biedt een overzicht – dateren van 1944 of later en zijn bedoeld om juridisch vat te krijgen op het fabrieksmatige doden van joden, een misdrijf dat in omvang en technologie zonder parallel is maar vergelijkbaar met eerder uitroeiingen. Zoals de Armeniërs tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Het land van de Armeniërs was in 1639 door de Ottomaanse Turken en de Safavidische Perzen verdeeld en het laatste, oostelijke, deel was in 1827 in handen gekomen van de Russen. Het is de sinds 1991 zelfstandige republiek. Het westelijke, Ottomaanse, deel van Armenië bestaat niet langer.

Lees verder “De Armeense genocide: De jaren van Abdulhamid”

Dilettantisme

(klik=groot)
Dat moet ik weer hebben, dat moet ik weer bij mijn post vinden. Lees het hierboven maar. Een meneer of mevrouw die, na tien jaar studie, een totaal nieuwe lezing geeft van de geschiedenis van het Nabije Oosten. Als u de website bezoekt, zult u zien dat het gebeurt vanuit een Koerdisch perspectief. Ik weet niet helemaal zeker of dit dezelfde Koerdische historisch-revisionist is als de man die een vriend van me begodwinde, maar we zitten in dezelfde sfeer.

We hebben hier duidelijk te maken met iemand die een hogere opleiding heeft gevolgd en herkent dat politieke en religieuze motieven een rol hebben gespeeld – en nog altijd spelen – bij de reconstructie van het verleden. Het is bovendien iemand die door deze ontdekking het vertrouwen in de gevestigde geschiedwetenschap is kwijtgeraakt. Zo zijn er meer. Veel meer.

Lees verder “Dilettantisme”

Zwendel

Te koop: een sport van de Jacobsladder.

Ik weet niet hoe het u vergaat, maar voor een goede zwendelaar voel ik sympathie. Voor Victor Lustig, die erin slaagde de Eiffeltoren aan een schroothandelaar te verkopen, koester ik niets dan de allergrootste bewondering, en dat geldt eveneens voor een Han van Meegeren, die de halve kunstwereld voor ’t lapje hield. Ik moest dan ook grinniken om de advertentie hierboven, die op de Italiaanse eBay heeft gestaan. Als mensen bereid zijn €675 neer te tellen om een sport te bemachtigen van de ladder die de aartsvader Jacob zou hebben gezien in een droom, dan verdienen ze het €675 te verliezen.

Dit was een extreem voorbeeld. Het lijkt me verder vrij menselijk dat je herinneringen tastbaar wil maken. Zelf bewaar ik een stukje van de Berlijnse Muur, een paar oude brieven, wat visitekaartjes en een handvol foto’s. Als gelovige mensen een relikwie willen vereren, lijkt mij dat alleen maar heel normaal. Het lijkt me ook heel normaal dat er altijd bedriegers zijn geweest die aan de vraag voldeden: elke middeleeuwse pelgrim keerde uit Rome terug met het gebeente van een heilige naar keuze – de catacomben lagen toch vol botten.

Lees verder “Zwendel”

Geweld in Oost-Turkije

Het (Byzantijnse) stadswapen van Diyarbakir

Oordelen is menselijk, maar vaak gaat het niet. Geweld is zo’n onderwerp. Je kunt medelijden hebben met de slachtoffers, je kunt de vraag stellen wat de daders heeft bewogen, maar in laatste instantie zul je het niet begrijpen. Dan moet je je beperken tot registeren van wat er is gebeurd en verder je oordeel opschorten.

Ik heb de afgelopen vijf weken in het oosten van Turkije verschillende archeologische opgravingen bezocht. Het moment had niet ongelukkiger kunnen zijn gekozen, want de PKK benutte de opening van het schooljaar om links en rechts onderwijzers te vermoorden. (Gelukkig had ik een uitstekende begeleider.)

Lees verder “Geweld in Oost-Turkije”