Dertig jaar geleden kwam ik voor het eerst in Rome. Ik ben er vaak terug geweest, soms twee keer per jaar. Er is een tijd geweest waarin ik zou hebben gezegd dat ik een liefdesrelatie had met de stad. Het woord ‘Romofiel’ is snel verzonnen. Later ga je ook de schaduwkanten van de stad zien en wordt je mening genuanceerder, maar vermoedelijk hoort ook zo’n bijstelling bij een liefdesrelatie.
Je ontdekt met welke trein de bedelaars ’s morgens naar de stad komen (het zijn inderdaad oplichters). Je herkent dat sommige ruïnes echt verwaarloosd zijn (de toren van de Maria Maggiore lijkt op instorten te staan). Je begrijpt waarom de TV-afstandsbediening een Italiaanse uitvinding is (geen enkele zender valt langer dan twee minuten te verdragen). Je schrikt van het soms onversneden racisme ten opzichte van Oost-Europeanen (de vorige paus uitgezonderd). Je gaat je storen aan het onvermogen een normaal trottoir aan te leggen, wat in het historische centrum des te ergerlijker is omdat het grote aantal slenterende toeristen elke normale verplaatsing onmogelijk maakt. Een verbod op kinderwagens zou een goed idee zijn, trouwens.
Als ik mijn ergernissen zou moeten samenvatten, is het dat Rome in feite geen echte metropool is, maar een provinciestad. De historicus Ferdiand Gregorovius zei het in 1870 mooi: door de Italiaanse eenwording degradeerde de stad die in de Oudheid en sinds de Renaissance het hoofd van de hele wereld was geweest, tot hoofdstad der Italianen. “De wereld eindigt bij de Grande Raccordo Anulare”, zoals de Romeinen zeggen, en ze hebben er zelfs een liedje over. Het is niet dat Romeinen een hekel hebben aan buitenlanders, maar het idee dat er buiten Italië cultuur zou bestaan, lijkt er almaar niet in te willen. Kosmopolieten zijn het niet.
Toen de eerste Chinese restaurants werden geopend, werden de ruiten ingegooid en nog altijd is het culinaire aanbod in Rome ontluisterend eenzijdig. Ik ontdekte afgelopen week dat twee van mijn favoriete McDonald’s (wat is het meervoud?) waren gesloten, en iemand legde me uit dat het gemeentebestuur de vergunningen had ingetrokken. Als dat waar is, kunnen daar economische motieven aan ten grondslag liggen, want je dwingt mensen zo naar duurdere restaurants. Het past echter bij een bepaalde blinde vlek. Dat de salades van de Amerikaanse keten de ideale manier zijn om snel op krachten te komen voor een volgende duik in het culturele overaanbod, staat nu eenmaal haaks op de goede Italiaanse gewoonte de tijd te nemen om smakelijk te eten.
Overigens ontdekten we dit keer een geweldige kebabzaak (Istanbul Kebab, Viale di Trastevere 49), die de beste kebab ten westen van Edirne serveert. Tegenover de negatieve dingen staan namelijk ook prachtige, en daarover blog ik in het vervolg.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.