Theodor Holman is vermoedelijk het best bekend als columnist van de Amsterdamse krant Het Parool. Misschien moet ik zeggen “berucht”, want er gaat geen maand voorbij zonder dat de brievenrubriek van het stadsblad ruimte biedt aan een lezer die vindt dat Holman dit keer toch écht te ver is gegaan met, naar keuze, zijn rechtse, anticlericale, zieke, cynische, smakeloze column. Ik verdenk de Paroolredactie er al een tijdje van dat ze, in tijden van kopijschaarste, haar columnist vraagt om een gepeperd stukje, zodat de volgende dag in elk geval de brievenrubriek is gevuld.
Daarnaast is Holman een enthousiaste radiomaker die, zoals elke goede journalist, zijn eigen oordeel ondergeschikt kan maken aan de opzet van zijn programma: de luisteraars te informeren over interessante meningen of gebeurtenissen. Holman is joviaal, belangstellend, breed georiënteerd en betrokken, en dit is ook de Holman die ik wel eens ontmoet in het café. Anticlericaal is ’ie zeker, rechts misschien, maar cynisch, ziek of smakeloos kan ik hem met de beste wil van de wereld niet noemen.
De berucht-enthousiaste journalist is echter ook de verstandige spreker die in staat was de gevoelens te verwoorden van de Indische gemeenschap, die na de Tweede Wereldoorlog naar Nederland is gekomen en tot op de dag van vandaag moet leven met de trauma’s van de Japanse bezetting en de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. In zijn toespraak wees Holman erop dat sommigen er nooit over hebben kunnen praten.
Dit onvermogen staat centraal in Holmans afgelopen maandag verschenen roman De grootste truc aller tijden. Ik heb het meteen gekocht. Holman is namelijk een van ’s lands betere schrijvers. Hij heeft iets te melden, hij weet de stof zó te structureren dat de thema’s er nooit duimendik bovenop liggen, hij weet dat literatuur (net als goochelen) vooral suggestie is, hij onthoudt zich van krullendraaierij en hij schrijft mooie zinnen. Twee uur met een roman van Holman – ofwel een retourtje Amsterdam – Den Haag met de gebruikelijke vertraging – zijn twee goed bestede uren.
Wat is het om op te groeien met ouders die een oorlogsverleden meedragen? De hoofdpersoon van het boek, Jopie Ising, heeft als kind de oorlog meegemaakt in hetzelfde Jappenkamp als zijn moeder, terwijl zijn vader (net als Holmans eigen vader) heeft gewerkt aan de Birmaspoorweg. Als het gezin na de oorlog weer wordt verenigd, is Ising Senior een vreemde geworden voor de anderen, en de roman gaat over de moeizame liefde tussen de zoon en de vader, een mislukte goochelaar die niet in staat blijkt met zijn zoon te communiceren en die na de dood van echtgenote helemaal verdwijnt.
Of toch niet? De zoon krijgt filmpjes toegestuurd, die hem aanwijzingen geven over wat zijn vader aan het doen is. Of de vader stuurt een raar rijmend briefje zonder leestekens, waarin hij zegt van zijn fouten te moeten leren. De zoon vraagt zich af waarom het epistel zo vreemd is, en hij weet het antwoord:
Hij verborg zijn schaamte in de punten en komma’s die er niet waren. De brief zweefde nu van vaagheid tussen ons in; ernstige mededelingen in kreupelrijm; de wanhoop om de angst zich bloot te geven was duidelijk, vandaar de krampachtige toon.
Communicatie door niet te communiceren. Maar geladen stiltes zijn niet alleen erg. Ik was getroffen door een observatie van de zoon over het huwelijk van zijn ouders:
De oorlog had een onzichtbaar verbond tussen hen beiden gesmeed; het had ze van elkaar verwijderd, maar het had ze ook tot elkaar veroordeeld doordat beiden iets hadden meegemaakt waarvoor ze nooit de juiste woorden zouden vinden.
Zó had ik nog nooit gekeken naar het onvermogen van de overlevenden om te communiceren. Het verraste me.
Het boek bevat meer verrassingen. Als oudheidkundige kon ik niet anders dan grinniken om wat Jopie Isings ontdekt over de Papyrus Westcar, en er zijn wat aardige beschouwingen over wat een illusie eigenlijk is. Maar in laatste instantie is De grootste truc aller tijden vooral een boek over de liefde – een emotie die, net als het leed van de overlevenden, niet in woorden valt te vatten.
PS
Sprekend over de Birmaspoorweg: de vriendelijke opa van een vriendin heeft me ooit een tekst met zijn herinneringen ter beschikking gesteld. U kunt die hier lezen.
De link naar de toespraak van Holman is gebroken. Hij is samen met de toespraken van anderen nu hier te vinden:
http://www.indieherdenking.nl/index.php/nl/eerdere-herdenkingen
Dank je wel. Ook in de hoofdtekst aangebracht.