Autonecrologie

Aan tafel bij Theodor Holman
Aan tafel bij Theodor Holman (foto Erik de Jong)

Een obsceen grote beker en een goede fles champagne: dat is de prijs die ik kreeg van OBA Live, het TV-programma waarmee de Amsterdamse Openbare Bibliotheek een bijdrage wil leveren aan het maatschappelijk debat. De redactie zette me in het zonnetje om mijn “publicaties over het belang van het klassieke erfgoed” en mijn “strijd tegen de verschraling van onze cultuur”. De onderscheiding heet de Theodor, naar presentator Theodor Holman.

Als je een wereldcup krijgt die is vernoemd naar degene die haar uitreikt, is er uiteraard een fors element van ironie aanwezig. Het was vooral de bedoeling de nieuwscyclus te breken, waarin de aandacht doorgaans gaat naar de actualiteit, terwijl er op de achtergrond ook andere interessante dingen gebeuren. Dit dwingt je als “laureaat” voor jezelf op papier te zetten wát je dan aan interessants te melden hebt. In dit geval: over wetenschapscommunicatie. Misschien kwam het doordat mijn vader onlangs is overleden, maar toen ik wat opschreef, moest ik denken aan een grafrede. Bij dezen dus: mijn autonecrologie.

Lees verder “Autonecrologie”

De Germanen van Theodor Holman

Romeins masker van een Germaan: let op de knoop in het haar (British Museum)

De Amsterdamse journalist Theodor Holman houdt van de oude wereld, die steeds weer in zijn oeuvre opduikt. Zo schreef hij eens, gezeten in de etalage van De Bijenkorf, in één dag een boek, waarin een heel hoofdstuk was opgenomen over de (fictieve) toespraken van Hannibal en Scipio vlak voor de slag bij Zama. Daarin legde Holman perfect uit hoe de Romeinse geschiedschrijver Titus Livius, die deze twee toespraken heeft verzonnen, ze benut om de karakters van de sprekers te typeren. De oude Hannibal weet teveel van oorlog om er nog in te geloven, de jonge Scipio ruikt bloed.

In zijn beste roman, De plant die muziek maakte, voert Holman zijn oude lerares Latijn, mevrouw Van Katwijk-Knapp, terloops ten tonele. (Ik heb haar overigens nog eens geïnterviewd.) In Holmans daaropvolgende boek, De grootste truc aller tijden, speelt een Egyptische papyrus een rol. Kortom, Holman heeft een liefde voor de Oudheid.

Lees verder “De Germanen van Theodor Holman”

Van vele boeken te maken is geen einde (1)

Teveel om te lezen
Teveel boeken om te lezen

De foto hiernaast toont wat boeken waarover ik nog eens wil schrijven. De linkerstapel is ruwweg het materiaal dat ik zelf selecteerde, daarnaast torent een stapel boeken die ik óf cadeau kreeg óf als recensie-exemplaar kreeg toegestuurd. Een deel daarvan heb ik al uit, maar het ontbreekt me aan tijd om er rustig over te schrijven. Zonder uitzondering zijn of ogen deze boeken interessant en ik zal de stapel wegwerken als ik de reeks over Jezusmythicisme en voorlichting af heb. Vandaag bied ik enkele korte signalementen, want de gulle gevers mogen toch wel een soort bedankje hebben.

Om te beginnen: Opus Noviomagense van Paul van der Heijden en Clemens Verhoeven. In veertig bladzijden worden enkele Romeinse voorwerpen getoond die zijn opgegraven in Nijmegen, met uitleg over het beroep dat erbij hoort. Een sikkel hoort dus bij een hortulana (tuinierster) en we lezen niet alleen iets over Romeins tuinieren, maar zien ook een foto van zo’n opgegraven sikkel en van een re-enactor in een Romeinse tuin – ik denk in Xanten maar het kan ook Orientalis zijn. Een leuk boekje, dat ik doorgeef aan mijn nichtje en neef. Het heeft geen isb-nummer maar is leverbaar via boekhandel Dekker v/d Vegt en het Valkhofmuseum.

Lees verder “Van vele boeken te maken is geen einde (1)”

De grootste truc aller tijden

Theodor Holman is vermoedelijk het best bekend als columnist van de Amsterdamse krant Het Parool. Misschien moet ik zeggen “berucht”, want er gaat geen maand voorbij zonder dat de brievenrubriek  van het stadsblad ruimte biedt aan een lezer die vindt dat Holman dit keer toch écht te ver is gegaan met, naar keuze, zijn rechtse, anticlericale, zieke, cynische, smakeloze column. Ik verdenk de Paroolredactie er al een tijdje van dat ze, in tijden van kopijschaarste, haar columnist vraagt om een gepeperd stukje, zodat de volgende dag in elk geval de brievenrubriek is gevuld.

Daarnaast is Holman een enthousiaste radiomaker die, zoals elke goede journalist, zijn eigen oordeel ondergeschikt kan maken aan de opzet van zijn programma: de luisteraars te informeren over interessante meningen of gebeurtenissen. Holman is joviaal, belangstellend, breed georiënteerd en betrokken, en dit is ook de Holman die ik wel eens ontmoet in het café. Anticlericaal is ’ie zeker, rechts misschien, maar cynisch, ziek of smakeloos kan ik hem met de beste wil van de wereld niet noemen.

Lees verder “De grootste truc aller tijden”

Romeinse normen en waarden

plinius_milano
Wat resteert van Plinius’ inscriptie (Milaan)

Ik zal nooit in het openbaar geld inzamelen voor een goed doel en ik zal ook nooit hardlopen tegen kanker of op Radio 538 een liedje kopen om zielige moeders te redden. Zo ik al goed doe, doe ik dat in het geheim, want zo ben ik opgevoed. Wantrouw iedereen die zich op zijn Goede Werken laat voorstaan.

Dat schrijft de door mij gewaardeerde columnist Theodor Holman vanavond in Het Parool. Ik kon een glimlach niet onderdrukken. Niet alleen omdat ik de weerzin tegen “hardlopen tegen kanker” en “een liedje kopen om zielige moeders te redden” herken, maar ook omdat de auteur, die christenen pleegt te vergelijken met honden, hier een door-en-door christelijk standpunt inneemt. De beroemdste verwoording is te vinden in het Evangelie van Matteüs:

Lees verder “Romeinse normen en waarden”

Theodor Holman, De plant die muziek maakte

Als ik u zeg dat Mia is getrouwd met Eibert en dat deze scharrelt met Moniek, als ik over laatstgenoemde vertel dat ze beweert zwanger te zijn van Ferdinand, die nog verliefd is op Orli maar een kind heeft met Ex, als ik toelicht dat Ex inmiddels weliswaar een relatie heeft met Wim maar dat ze ook het bed eens heeft gedeeld met Onno, en als ik tot slot onthul dat deze weer iets zou hebben gehad met Orli en dat die samenwoont met Arend, dan weet u dat u bent beland in een roman over alleszins welvarende, Randstedelijke, verbaal begaafde, intelligente babyboomers, die ondanks hun welvaart, de Randstad, hun verbale begaafdheid, hun intelligentie en hun voordelig geboortejaar geen idee hebben wat ze met hun leven aanmoeten en weinig meer om handen lijken te hebben dan relationeel gehannes. Kortom, met de beminnelijke egoïsten van wier leven Theodor Holman chroniqueur is.

Misschien is ‘geen idee hebben wat ze met hun leven aanmoeten’ te makkelijk geformuleerd. De generatie dacht immers dat ze het wel degelijk wist. De twee hoofdpersonen, Ferdinand en Orli, kennen elkaar vanaf de middelbare school, waar een docent hen inwijdde in het existentialisme. Later woonden ze in Frankrijk in een kolonie marxistische artiesten, die hoopten met hun voorstellingen en kunstwerken de mensen uit de omgeving meer politiek bewust te maken. Daarover is vaker geschreven, en in al die publicaties worden de betrokkenen uit de droom geholpen. De winnaar is dan meestal de lepe hippie die het snelst zijn idealen vercommercialiseert. Zo is het immers ook in het echt gegaan: vals klassenbewustzijn of niet, de werkende klasse bleek zich liever te spiegelen aan de middenklasse dan de revolutie na te jagen.

Lees verder “Theodor Holman, De plant die muziek maakte”