Het is 6 december, de dag waarop in het jaar 343 een einde kwam aan het aardse bestaan van Nikolaas, bisschop van Myra. Als u mocht willen weten wat de historische kern is van de legende, dan kunt u hier terecht. Nu zal het u niet onbekend zijn dat de goedheiligman ook na zijn verscheiden nog regelmatig is gesignaleerd, en daardoor is er genoeg stof voor een stukje over de latere artistieke traditie.
Eerst wat architectuur, namelijk de plek waar het allemaal is begonnen: hierboven ziet u het graf van de heilige in de basiliek in Myra. Hier (of hier in de buurt) rustte zijn gebeente tot 1087, toen het door zeelieden uit Bari werd meegenomen. Naar eigen zeggen om het te beschermen tegen de Turken, die in die jaren het naar hen genoemde land veroverden, maar als u het wil aanduiden als “roof”, dan mag u.
De grafschenners vrome christelijke zeelieden hadden haast – er was nog een andere groep lijkenpikkers vrome christelijke zeelieden in de buurt – en hebben wat botten laten liggen. Die zijn later teruggevonden en liggen nu in het Archeologisch Museum van Antalya.
Het doosje hierboven is niet zo heel erg oud, maar het type afbeelding is dat wel. In de orthodoxe traditie wordt de heilige steeds op ongeveer dezelfde manier geschilderd. Dit is een fresco uit de elfde eeuw in het Byzantijnse Museum in Thessaloniki.

Toen de bovenstaande fresco werd geschilderd, had de cultus voor de beschermer van de zeevarenden zich al verspreid naar West-Europa. Dit was te danken aan één vrouw, de Byzantijnse prinses Theophanu, die aan het einde van de tiende eeuw was getrouwd met keizer Otto II van Duitsland. Ze had relikwieën mee genomen, zoals deze ampul uit de Dom van Worms, waarin enkele botjes van de man uit Myra werden bewaard. (Het is een replica: het origineel is in de Tweede Wereldoorlog verloren gegaan.)
Theophanu bouwde ook de Nicolaaskapel op het Valkhof in Nijmegen, een stad die misschien (zoals hier voorgesteld) eens moet worden aangewezen als vast aankomstpunt van de kindervriend.
In het westen werden aanvankelijk de oude legenden naverteld. Dit schilderij van Masaccio, te zien in de Gemäldegalerie in Berlijn, toont hoe een nog baardloze Nikolaas bij een arm gezin wat goud naar binnen werpt, zodat de dochters met een bruidsschat kunnen worden uitgehuwelijkt en de prostitutie kunnen vermijden.
Een nieuw verhaal is dat van de drie jongens die door een herbergier waren vermoord en ingepekeld, om als mals stuk vlees te kunnen worden geserveerd. De Sint wekte ze op uit de dood. Hier zitten ze bij hem op schoot – op een reliëf boven de ingang van de Nôtre Dame van Parijs.
In de veertiende eeuw duikt de beroemdste legende op: die over het Concilie van Nicaea, waarbij de bisschoppen van het Romeinse Rijk zich bogen over de twee naturen van Christus. Ook de bisschop van Myra was aanwezig. Gedreven door apostolische ijver gaf hij iemand die de rechte leer niet snel genoeg aanvaardde, een zó harde draai om de oren dat deze niet meer opstond. De scène is afgebeeld op een fresco uit het Soumela-klooster in het noorden van Turkije. De laatste keer dat de verf werd bijgewerkt moet in de negentiende eeuw zijn geweest, maar de afbeelding is eeuwen ouder.
De pastorale oplawaai is ook in muziek vereeuwigd. Uit de Verenigde Staten, waar Santa Claus niet in de nacht van 5 op 6 december maar in die van 24 op 25 december op bezoek komt, stamt het advies de heilige in ere te houden door iedere ketter een mep te geven. (Disclaimer: je kunt van Amerikaanse christenen alles verwachten maar dit is ironie.)
Uit de achttiende eeuw is deze bisschop uit Trier: de triomferende kerk van de barok in volle glorie, maar de staf en het boek ontbreken.
Dit beeld stond twaalf jaar geleden in Myra: Sinterklaas als beschermer van de hele wereld. Ik ben later nog eens terug geweest, en volgens mij was het beeld weggehaald.
Tot slot mijn favoriet: een zeventiende-eeuws gevelsteentje van de patroonheilige van Amsterdam, te vinden op de Dam, met de drie gepekelde kinderen. De brandweer hangt er elk jaar een krans op (filmpje). Ik heb eens gezien hoe, tijdens de jaarlijkse intocht, de acteur die Sinterklaas speelde zijn paard inhield en knikte naar de door hem gepersonifieerde heilige.
De afbeelding van het fresco uit het Soumela-klooster heb ik op mijn FB-pagina geplaatst en in mijn enthousiasme om te denken dat Sinterklaas hier een turkse islamiet tegen de vlakte sloeg vergat ik even dat ik ruim 300 jaar tekort kwam. Het slachtoffer is niemand minder dan de ketter Arius, die overigens pas zo’n tien jaar na de bewuste klap overleed.
Misschien was het toch niet zo’n slecht idee de resten van de sint naar minder ongewisse grond te brengen. Zo werd het graf van kerkvader Orígenes (gestorven waarsch. 253 in Tyrus of Caesarea) lange tijd druk bezocht, maar de laatste melding van iemand die het nog zag was in 1283, kort na het einde van de kruistochten.