Bij ons in het dorp hebben we een station voor de treinen die hier weleens langs komen. Sinds mensenheugenis zijn daar verbouwingswerkzaamheden en wordt het verkeer op de meest onmogelijke wijzen omgeleid. Hierboven ziet u de situatie voor ons station. Links ziet u een pijl bij het Noordhollands Koffiehuis, waar ik vandaag een afspraak had. Rechts ziet u een pijl bij de straat waar ik vandaan kwam. Tussen het ene punt en het andere is het minder dan 250 meter.
Je zou zeggen: laat de mensen even fietsen of wandelen over het stationsplein. Verminder eventueel de drukte door toeristen te adviseren vanaf het station de metro te nemen richting Rokin of Nieuwmarkt, zodat ze sneller weg zijn vanaf het station en niemand voor de voeten lopen.
Maar nee, onze gemeente laat de toeristen er een puinhoop van maken en heeft voor fietsers een speciale route aangewezen die u hieronder ziet. Je mag dus anderhalve kilometer omfietsen. Terwijl er, zoals we aan de achterkant van het station dagelijks zien, echt geen ongelukken gebeuren als je fietsers en voetgangers, toeristen desnoods, samen de ruimte laat delen.
De toenmalige verkeersdeskundige [ahum] in mijn huidige woonstee bestond het om een kruising te ontwerpen – het begin van de straat in dewelke ik kwam te wonen – waar op een lengte van pakweg vijftig meter een zijweg van links, een fietspad, een zijweg van rechts, een fietspad, een hoofdrijbaan, een busbaan in twee richtingen, weer een hoofdrijbaan, een fietspad, de uitrit van een parkeerplaats links en even later eenzelfde van rechts aansloten.
Vrijwel dagelijks een aanrijding, of twee. Eenmaal werd zelfs een brandweerwagen met sirene aangereden. Bij navraag vond de verkeersdeskundige dat het een prima kruising was, terwijl het volgens de statistiek een van de gevaarlijkste kruisingen was in heel Overijssel. Met de grote mond van een hoofdstedelijke boreling heb ik mij ertussen geworpen en na twaalf jaar was de situatie zover verbeterd dat ongelukken zeldzaam zijn geworden.
Maatschappelijke verantwoording nemen kost tijd en uithoudingsvermogen. Gelukkig heb ik een bescheiden basisinkomen dat zorgt voor tijd en onafhankelijkheid. Maar zeg, een beetje Amsterdammer is toch een eigengereid anarchistje ?
Wat verhindert je om dat stukje met de fiets aan de hand te lopen? Of er doorheen te fietsen als er geen politie kijkt?
Ha, een natuurkundige uitdaging. Ik vereenvoudig de boel en houd geen rekening met snelheidsveranderingen Dan kan ik de bekende formule s = v * t gebruiken, dwz afstand = snelheid maal tijd. Dat wordt dan t = s / v.
Voetganger: een snelheid van 4 km/uur (want het is druk, dus men kan niet lekker doorlopen) = 4000 m / 3600 s. De tijdsduur t wordt dan 250 / (4000 / 3600) = 250 * 3600 / 4000 = 225 s.
Fietser: een snelheid van 18 km/uur. De benodigde tijd is 1500 / (18 000 / 3600) = 1500 / 5 = 300 s.
Conclusie: afstappen met de fiets aan de hand gaat sneller en kost drie en een halve minuut. Daarmee is uw vraag volkomen gerechtvaardigd. Ik veronderstel dat voor iemand met de levensstijl van JonaL de extra drie minuten van groot belang zijn. Dat wordt ongetwijfeld versterkt door het jachtige leven bij hem in het dorp. Had ik niet al eens geschreven dat hij er verstandig aan zou doen te verhuizen naar een rustiger plaats?
Omdat ik te laat in de gaten kreeg dat ik werd weggestuurd van de snelste route. Het gaat me geen tweede keer gebeuren.
Juist, Jona! Zo hoort een goede Amsterdammer (of één die het geworden is) te reageren!
“als je fietsers en voetgangers, …., samen de ruimte laat delen.”
Eeuwige dwarsligger als ik ben moet ik dit tegenspreken. Toegegeven, bij het cultuurcentrum De Klinker te Winschoten werkt het, al heb ik geen flauw idee waar de fietsers geacht worden te fietsen. Wie vanaf Station Groningen het centrum wil binnenwandelen, voor en over de loopbrug waar JonaL altijd zijn nek verdraait omdat hij niet naar het aanliggende museum wil kijken, heeft het al moeilijker. Maar bij Station Europapark (voor de ongeïnformeerden: op loopafstand van het stadion van de plaatselijke FC) is het zeer goed mogelijk om bij oversteken van een autoloze weg (zo’n drie meter breed) tweemaal door fietsers van de sokken gereden te worden. Dat doet me terugverlangen naar die goede oude stoepranden, die iedereen duidelijk maakten wie zich waar diende te bevinden.
Shared space heet het concept, zo heb ik me laten vertellen. Waar auto’s en fietsers de ruimte moeten delen hebben onze creatieve zuiderlingen een toepasselijker term bedacht: moordstrookje. Die is ook in Oost-Groningen talrijk. Kunnen de zuiderlingen die de Mainzer Beobachter trouw lezen ook iets bedenken voor “shared space”? Liefst in dezelfde geest?
“waanzinweg”?
Scared space.
Technisch gezien delen auto’s en fietsers het moordstrookje niet. Het is wel degelijk een afgelijnd fietspad. Maar niet meer dan dat: afgelijnd. Je wordt er als fietser ‘beschermd’ door een geschilderde onderbroken lijn. Shared space voor fietsers en auto’s is bijvoorbeeld de fietssuggestiestrook: een fietspad dat er geen is.
En het is een vrije dag in het zuiden. Dus ik ben te lui om creatief te zijn.
of: “waanzinterug”?
Kent men overigens Belcampo’s Gemengd bericht, over een levensgevaarlijk kruispunt (in het Hollands)
Nu goed dan. Vloekpad.
Fietspaden worden ontworpen door autorijders die nooit op een fiets stappen. De Amsterdamse ontwerpers wonen waarschijnlijk allemaal ergens landelijk.
Dat idee heb ook ik weleens.
Dat is ook mijn idee ….
Stille groet,
Dit soort gemopper op deze blog vind ik heerlijk!
Ach ons dorp…