Oud en nieuw

Het was een herfstige dag, een tikje druilerig en koud, dus toen ik in een plaats kwam waar een restaurantje Da Antonio coffee to go schonk, stapte ik even af. “Maximaal drie klanten”, stond er op de ruit en omdat ik drie mensen zag staan, bleef ik buiten wachten. De man achter de bar gebaarde me echter dat ik binnen kon komen en eenmaal daar begreep ik waarom: twee van de aanwezigen waren zijn familie en stonden in een apart deel van de winkel waar de klanten niet konden komen. Ze bespraken wat familiezaken – in het Italiaans.

Op straat bedacht ik dat ik het leuk had gevonden die taal weer eens te horen en mijn gedachten dwaalden af naar de vraag waarom het Italiaans van deze mensen zo prettig was geweest om naar te luisteren, terwijl ik de klinkerrijke taal doorgaans ervaar als geschetter. Uit dat gepeins werd ik wakker toen ik me realiseerde dat de koffie verdraaid goed smaakte. Kortom, ik was even volmaakt gelukkig. Een moment om te koesteren.

Zeker aan het einde van een jaar dat menigeen hard heeft geraakt. Ik heb – afgezien van het overlijden van mijn moeder – in mijn kennissenkring twee corona-doden te betreuren, een ex meldt me net dat ze herstelt van corona, verder ken ik twee mensen met long covid, maar zelf ben ik er eigenlijk redelijk doorheen gerold en ik voorzie voor het komende jaar geen problemen die ik niet aankan. Desondanks kruipt de malheur ook mij onder de huid en had ik een moment als mijn Italiaanse koffie-revelatie nodig.

Keerpunt

Ik denk dat 2020 het keerpunt is geweest dat we nodig hadden. In de eerste plaats omdat de onzekerheid die veel mensen “aan de onderkant van de samenleving” al sinds de jaren negentig ervaren, nu ook die is van de hoogopgeleide upper middle class. Je zou willen dat het anders had gekund, maar om problemen op te lossen moeten ze eerst herkend worden. Dat is nu zo. Nogmaals: het was beter geweest als het inzicht sneller was gewonnen, maar nu de problemen niet meer ontkend kunnen worden, zijn ze bespreekbaar en oplosbaar. Eindelijk.

Een tweede punt dat positief stemt is dat duidelijker dan ooit is hoe makkelijk de wetenschap krediet kan verliezen. Het onbegrip dat al bestond voor de geesteswetenschappen breidt zich al jaren uit naar andere disciplines maar we keken ervan weg. De kwetsbaarheid van de wetenschap valt, met een medische crisis, nu echter niet langer te ontkennen. Ook hier kan worden gezocht naar oplossingen. Een drielijnige wetenschapscommunicatie dus die scepsis de pas afsnijdt. Een wetenschap, met andere woorden, die weer gaat doen waarvoor ze is: de samenleving verbeteren door ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen zo snel mogelijk zoveel mogelijk zo adequaat mogelijke informatie krijgen.

Wat wij kunnen doen

De bestudering van de oude wereld kenmerkt zich door een groot gebrek aan data en dé oudheidkundige vaardigheid is dat oudheidkundigen weten dat ze te weinig weten en daarom twijfel als uitgangspunt nemen. In een samenleving als de onze, waarin we door een informatieoveraanbod evenmin goed weten wat we weten, is de cruciale oudheidkundige vaardigheid belangrijker dan ooit.

Wat wij het komende jaar kunnen doen en wat ik u, indien u mij om advies zou vragen, als goede raad wil meegeven: blijf twijfelen. Wie zijn of haar onzekerheid erkent, heeft minder redenen het met anderen oneens te zijn en hoeft discussies niet uit de hand te laten lopen. Zekerheid zet mensen tegen elkaar op, twijfel verbindt ze.

Tot slot

  • Ik kreeg opvallend positieve reacties op dit blogje, waarin ik erop wees dat ook archeologen die niet leven van hype naar hype, schade ondervinden van de verkeerde beeldvorming. Die positieve respons stemt optimistisch.
  • Vanmiddag wordt in de rubriek “Geliefd boek” een prachtige titel aan u aangeraden. Voor volgend jaar zijn er ook alweer twee. Maar blijf boeken insturen – we hebben nog even te gaan tot de lockdown voorbij is.
  • Tot slot wens ik u oprecht veel Deventerstraten.

Tot volgend jaar!

Deel dit:

15 gedachtes over “Oud en nieuw

  1. Charles van den Broek

    Misschien is het een goed idee om in 2021 eens te stoppen met dat gejeremieer over de houdbaarheid van de geesteswetenschappen. Andere wetenschapsgebieden hebben met soortgelijke kwesties te maken. Artsen die jarenlang tegen niet geringe financiële bijdragen de tabaksindustrie ter wille waren, en astronomen die bij de eerste druppel water die ze op een nieuwe exoplaneet vermoeden, gelijk hysterisch schreeuwen dat daar mogelijk leven is (geweest). Deze vakgebieden vrezen ook niet dat men ze niet meer serieus neemt: er is geen mens die zegt dat geneeskunde intellectueel niks voor zou stellen omdat er corrupte artsen zijn. Waarom zou dat bij geschiedenis/archeologie wél zo zijn? Tenzij je die visie (zoals jij in feite doet) aanmoedigt door keer op keer die mening te herhalen…

    1. De vergelijking is zinvoller als archeologen een stichting tegen de kwakarcheologie zouden hebben, zoals artsen een stichting tegen de kwakzalverij hebben. Dat geen enkele wetenschap zonder fouten is, is geen reden niet terug te vechten. Archeologen laten dat na.

      1. Rob van Dam

        “Ik denk dat 2020 het keerpunt is geweest dat we nodig hadden. In de eerste plaats omdat de onzekerheid die veel mensen “aan de onderkant van de samenleving” al sinds de jaren negentig ervaren, nu ook die is van de hoogopgeleide upper middle class. Je zou willen dat het anders had gekund, maar om problemen op te lossen moeten ze eerst herkend worden. Dat is nu zo. Nogmaals: het was beter geweest als het inzicht sneller was gewonnen, maar nu de problemen niet meer ontkend kunnen worden, zijn ze bespreekbaar en oplosbaar. Eindelijk.”

        Nou, ik help het je hopen. Waar denk je eigenlijk precies aan bij “onzekerheid”, “problemen” en “inzicht”? En hoezo gaan uitgerekend de corona-ervaringen “de hoogopgeleide upper middle class” de ogen openen?

        Alle goeds toegewenst voor 2021!

  2. Frans

    Twijfel verbindt mensen? Ik heb daar zo mijn twijfels over. Mensen komen juist bij elkaar als ze het ergens over eens zijn, zoals in ons geval dat we geschiedenis belangrijk vinden.

  3. Martin

    “maar om problemen op te lossen moeten ze eerst herkend worden. Dat is nu zo.” Ja, maar hoezo gaan ze opgelost worden? Dat heeft de politiek nog nooit voor elkaar gekregen. De sociaal-democratie heeft wel veel bereikt, maar is nu aan een harde grens geraakt: die van de mensen zelf. De vraag is waarom mensen “aan de onderkant van de samenleving” terecht komen.

    1. Ja, Martin, dat is inderdaad de vraag: hoe lossen we ze op?

      En toch: aan die vraag gaat vooraf dat bestuurders de problemen moeten herkennen. De mechanismes waarmee mensen in de problemen steeds verder in de problemen worden gedrukt worden, zijn zichtbaar: niet iedereen kan doen aan “social distancing”, niet iedereen kan zomaar even een baan aannemen in een andere stad, de controle op fraude kan schadelijk uitpakken.

      Dat laatste is nu in het nieuws, maar speelde al in de jaren negentig. De politiek kan nu niet meer wegkijken. Dat is nog niet de oplossing, daarin heb je gelijk, maar in elk geval aan de voorwaarde dat het probleem zichtbaar moet zijn, is nu voldaan.

      1. Martin

        Die problemen hebben veel met armoede te maken. Dat is een oud probleem. De pogingen tot afdwingen van sociaal-economische gelijkheid hebben nooit gewerkt omdat daar onderdrukking voor nodig is. Ik doneer wel aan de Voedselbank, maar dat voelt dan wel als caritas. Eten geven aan mensen die niet veel hebben is altijd mooi, maar het verandert niets wezenlijks aan de situatie.

      2. Huibert Schijf

        Ooit was ik betrokken bij een onderzoek naar fraude. Daarvoor heb ik tientallenrapporten bij een sociale dienst gelezen. Wat onmiddellijk opviel was dat grote fraude zelden voorkwam, Kleinere gevallen wel maar die waren nauwelijks crimineel, eerder ging het per ongeluk. Daarom zijn die huidige berichten over fraude ook zo schrijnend. Over sociale ongelijkheid in huisvesting, gezondheid en vooral onderwijs zijn boekenkasten volgeschreven. En niet pas recent maar al beginnend voor de Tweede Wereldoorlog. Waarom staat dat nooit in de krant, zou je beschuldigend kunnen vragen en waarom weten politici dat niet. Het Sociaal Cultureel Planbureau schrijft vele rapporten per jaar die soms ook in de krant worden vermeld. Of volg anders de twitterberichten van Herman van der Werfhorst, een deskundige op dit gebied. Politici of althans hun assistenten, kunnen dus wel degelijk op de hoogte zijn. Maar met armen kun je niet scoren, zal toch de grondhouding van veel politici zijn. En de huidige ervaringen met Carona zullen daar weinig aan veranderen, vrees ik.

    1. Ben Spaans

      Ben ik bij de onderkant van de samenleving? Wajong (die is niet alleen voor jongeren, het gaat erom dat je een lichamelijke of geestelijke aandoening hebt die terug gaat tot voor de 18e verjaardag), geluk gehad met een behoorlijk lage sociale huur. Voordeel is dat ik in de huidige toestand materieel weinig te verliezen heb. Ziek ben ik nog niet geweest. Maar sociaal is het een absolute ramp. De wereld is echt doodeng geworden. En of dat nog goed komt…

      Laten we hopen dat 2021 ietsje verlichting brengt.

  4. “om problemen op te lossen moeten ze eerst herkend worden. Dat is nu zo.”
    Zou het? Hier in Oost-Groningen merk ik daar anders weinig van bij die hoogopgeleide boven-middenklasse, zelfs binnen mijn eigen partij. Niet dat alles kommer en kwel is, hoor. De cijfers wijzen uit dat het begrip voor KOZP toeneemt. Maar daar heeft COVID-19 niets mee te maken.

    “blijf twijfelen”
    Heb ik zojuist gedaan in bovenstaande regels.
    Eet niet teveel oliebollen vanavond, allemaal.

  5. Nanny

    Beste JL en alle bloglezers, iedere keer weer geniet ik van deze blog.
    De titel van deze blog is ‘Oud en Nieuw’.

    Ik ontving een gedicht wat ik graag met iedereen wil delen, omdat het mij zo raakte.
    Ik heb op internet gezocht naar de oorsprong, maar er zijn vele sites die het plaatsen en geen enkele vermeldt een naam, dus ik hoop dat er geen copyright-problemen zullen volgen.
    Rest mij nog u allen een goede / gezonde toekomst toe te wensen.

    DE TWEE KANTEN VAN TWINTIGTWINTIG

    Twintigtwintig heeft me niks gebracht!
    Mij hoor je nooit zeggen
    Dat we samen meer kunnen dan alleen
    Want als ik even verder kijk, ontdek ik
    Spanning en onrust om mij heen
    Elke week voelde ik minder
    Verbinding met mensen die me dierbaar zijn
    Ik voelde
    Dat ik vervreemd raakte van de buitenwereld
    En zeg me vooral niet
    “Er zit iets moois in iedere dag”
    Want hoe je het ook wendt of keert
    Ik heb dit jaar stilgestaan
    Je zult mij nooit horen zeggen:
    Twintigtwintig bracht me veel lichtpuntjes!

    Lees het gedicht nu van onder naar boven

Reacties zijn gesloten.