In mijn studentenjaren was ik uitermate gefascineerd door de Arthurlegenden. In de boekenwinkels om de universiteit trok ik steeds naar dezelfde schabben. Zo stootte ik op een dag toevallig op Arthur, koning voor eens en altijd van Terence (Tim) White.
Arthur is veel meer dan een navertelling van Malory’s Morte d’Arthur. De grote lijnen blijven bewaard: Arthurs afstamming, Lancelot en Guinevere, Mordred en Morgause. Oorspronkelijk vier apart gepubliceerde delen, werd het boek pas in 1958 als geheel uitgegeven. Na Whites dood werd er nog een vijfde boek aan toegevoegd.
Het eerste deel over Arthurs jeugd is nog vrij lichtvoetig en kon zodoende de basis vormen voor Disney’s The Sword in the Stone (1963). Gaandeweg verandert de toon. Eens Arthur koning is, wordt hij geconfronteerd met opstandige baronnen, een rancuneuze familie en de relatie tussen zijn beste vriend en zijn vrouw. Een gevoel van onafwendbare doem sluipt het verhaal binnen. Schrijvend in de jaren voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog buigt White zich bij monde van zijn personages over macht en recht, vriendschap en trouw, oorlog en vrede. Arthur, zijn vrienden en zijn vijanden zijn geen vlakke sprookjesfiguren, maar tekortschietende, twijfelende en vaak innerlijk verscheurde mensen.
White’s Arthur leeft niet in de late oudheid/vroege middeleeuwen tussen geromaniseerde Kelten, Angelen en Saksen. White transporteert zijn verhaal naar de late middeleeuwen en schrikt niet terug voor anachronismen. Merlijn zelf belichaamt die eigenaardigheid als tovenaar die achterwaarts in de tijd leeft.
Het boek is vanaf de eerste pagina een plezier om te lezen. White combineert spanning met een geweldige eruditie en onweerstaanbare humor. Al bij de tweede pagina moest ik hardop lachen, wat best vreemd overkwam in de universiteitsbibliotheek waar ik me had neergezet. Het dronken gesprek tussen Sir Ector en Sir Grummore (‘Wij doden al onze reuzen als ze nog klein zijn’) en het gekibbel van de vier broers Orkney die zich verbazen over ‘de enorme Engelse slechtheid’ zijn voor mij hoogtepunten, maar het boek zit vol parels als
Nadat Sir Bliant was weggereden, strompelde koning Pelles naar boven om wat aan bijbelse genealogie te doen.
De auteur van de inleiding tot de Nederlandse versie noemt het ‘het enige boek in ons bezit dat wij onder geen enkele voorwaarde zouden willen uitlenen’, en terecht. Regelt u zelf maar uw eigen exemplaar.
- Terence White, The Once and Future King (€15,99)
[Op mijn uitnodiging aan de vaste lezers van deze blog om geliefde boeken te delen, ging ook Dirk Zwysen in. Dank je wel Dirk!]
Goeie keuze! Er is onlangs een nieuwe vertaling verschenen, maar de vertaling van Max Schuchart blijft favoriet. Juist door alle geliefde dialogen en beschrijvingen die je bijna woordelijk kunt dromen als je een fan bent. Ieder jaar als het winter wordt herlees ik grote stukken. Wat een boek. Zonder T.H. White geen Harry Potter. The Goshawk van T.H. White was de inspiratie voor het prachtige ‘De H is van Havik’ van Helen MAcDonald, waarin ze ook veel over T.H. White schrijft.
Ha, een van mijn boeken die ik nooit nooit kwijt wil ! Dat het ook van iemand anders een lievelingsboek is brengt een glimlach op mijn gezicht.
Ik vermoed zelfs dat mijn liefde voor Engeland en voor geschiedenis daar vandaan komen.
Ik heb het boek weer uit de kast gepakt om opnieuw te gaan lezen
Mijn Prisma pocket is letterlijk kapot gelezen, maar vooral het eerste deel.
Dat boek heb ik verslonden toen ik een kind was. In die tijd vond ik koning Arthur veel interessanter dan Griekse Mythen en Sagen, dat is grondig veranderd en ik verloor koning Arthur uit het oog. Ik weet niet waar die Prisma pocket gebleven is, jammer! Misschien ga ik dat boek toch weer eens opzoeken. Bedankt voor de fijne jeugdherinnering.
Getuige constructies als “eens Arthur koning is…”, en “…universiteitsbibliotheek waar ik me had neergezet” heeft dat boek je Nederlandse taalgebruik ook doordrongen met de Engelse zinsbouw…
Mijn reactie was overigens voor bedoeld voor Mini’s, maar op het stuk. Geen idee waarom het hier terecht komt…
Dat zal ook te wijten zijn aan Monty Python, Arthur Conan Doyle, M.R. James en Charles Dickens. Al denk ik dat “eens dat…” vooral Vlaams is, als het geen correct Nederlands blijkt te zijn. Wellicht toch niet zoveel opgestoken aan die universiteit.
Wie bepaalt wat correct Nederlands is en wat niet? Ik mag hopen niet de NRC-lezers uit de Randstad en/of andere komma[bliep!]ers.
Naar mijn als altijd onbescheiden mening zoudt u nog veel vaker Vlaams in uw commentaren moeten verwerken. Geen enkele variant van het Nederlands ergert mij zozeer als ABN.
Veul haail en zegen in t nijjoar elkenain!
(OK, dit is geen Nederlands meer, maar wel een officiële taal in dit land)
Een lievelingsboek sinds een decennium of vier. Een van de boeken waar ik in lees als ik troost nodig heb.
Mijn eerste les op de middelbare school (1972) kreeg ik van mijn leraar klassieke talen P.v.T.
Hij begon zijn les met het voorlezen van een passage uit dit boek.
Zijn raad: lees dit boek! Koop dit boek!
Ik houd van dit boek – en ik houd van alles wat met klassieke talen te maken heeft tot op de dag van nu (1-1-2021)
Welke passage? Ik lees er ook altijd graag uit voor. Er zitten zoveel heerlijke stukken in.
Ik heb dit boek lang geleden uitgeleend van de lokale bibliotheek, en vond het geweldig. Later zag ik het staan in het uitstalraam van een tweedehands boekhandel, en heb het meteen gekocht! De hardcover Spectrum versie.
Vreemd genoeg ontbrak deze nog aan mijn ‘Arthurian’ collectie. Na het lezen van dit stuk heb ik ‘m meteen in het winkelmandje gegooid.
En wie heeft White’s kleine boekje over Merlijn ook gelezen? Minder goed dat het grote werk, wel een mooie aanvulling. Als velen: mooie jeugdherinnering.