Spokenjagers & duivelbezweerders

Ik houd van boeken die niet op andere boeken lijken, zoals Het Chazaars woordenboek van Milorad Pavic. Daarom was ik blij met The Seven Deaths of Evelyn Hardcastle van Stuart Turton, dat ik ooit typeerde als “Agatha Christie in combinatie met Groundhog Day in combinatie met Inferno van Larry Niven in combinatie met Cluedo in combinatie met De vale schepper in combinatie met Gosford Park”. Ik was opnieuw blij toen ik onlangs ontdekte dat Turton inmiddels een tweede roman heeft gepubliceerd, The Devil and the Dark Water.

Dit keer is het allemaal wat minder exuberant. Het is een spookverhaal met een detective, of een detectiveverhaal met horrorelementen. In 1634 vertrekt het VOC-schip Saardam van Batavia richting Amsterdam, maar al voor vertrek zijn er vreemde dingen gebeurd. Zo heeft een tongloze leproos, tongloos of niet, de naderende ondergang van het schip aangekondigd en vervolgens levend verbrand. Dan bent u op pagina 7. In de volgende 541 pagina’s gebeuren steeds vreemdere dingen, zoals dat het konvooi van zeven in de nachten gezelschap krijgt van een achtste schip, dat nooit te identificeren is en bij zonsopgang steeds verdwenen is. Dieren komen om het leven. De leproos, ofschoon dood, spookt door het schip. Iemand wordt vermoord in een afgesloten kamer. Er is een duivel aan boord.

Detective versus horrorverhaal

Het is aan Arent Hayes, de lijfwacht van een gevangene, om uit te zoeken wat er aan de hand is, bijgestaan door Sara Wessel, de echtgenote van gouverneur-generaal Jan Haan. (Ik verklap niet veel van de plot als ik vertel dat hij de Banda-eilanden heeft uitgemoord en dus het alter ego is van Jan Pieterszoon Coen.) En zoals het gaat in verhalen als dit, blijken alle opvarenden hun geheimen te hebben, zodat de schrijver de lezer enerzijds steeds een nieuw brokje informatie kan toewerpen en deelgenoot maakt in de speurtocht terwijl hij anderzijds volop mogelijkheden heeft om de lezer op het verkeerde been te zetten. In die zin is The Devil and the Dark Water een detectiveroman als alle andere.

Het is het occulte aspect dat het verhaal toch origineel maakt. En om de waarheid te zeggen: hoe spannend het boek ook is, het werkt uiteindelijk niet. Als er al teveel wonderbaarlijke dingen gebeuren, moet de auteur aan het einde óf werkelijk een duivels wezen opvoeren, waarmee het een spookverhaal wordt en onbevredigend eindigt voor wie het leest als detectiveroman, óf zoveel technische oplossingen bedenken waarmee een tongloze leproos kan spreken, waarmee een schip kan materialiseren en verdwijnen, en waarmee dieren zonder menselijke tussenkomst kunnen sterven, dat de ontknoping ongeloofwaardig is.

Goed en kwaad

Desondanks is het een fijn boek en dat komt doordat Turton dit keer niet meer hoeft te bewijzen dat hij een geniaal ingewikkelde plot kan bedenken. Dat heeft hij in zijn debuut al gedaan en leverde een boek op dat net iets te smart was en te weinig menselijk. Nu komen de hoofdrolspelers wel uit de verf: Arent en Sara, gebonden doordat ze allebei gewoon het goede willen doen.

Zeker Sara, die geen talent voor ondergeschiktheid heeft, komt mooi uit de verf. Tegenover haar staat de mondaine Creesjie Jens, de weduwe van een exorcist, die weet dat je in de wereld vooruitkomt door de regels van de wereld te volgen, vrouwelijke ondergeschiktheid te aanvaarden en dan elke man naar je hand te zetten. De een heeft de ruggengraat en de ander succes. In een spookverhaal, een bij uitstek moraliserend genre, zal de eerste dus overleven en de tweede niet – maar zo pakt het in The Devil and the Dark Water niet uit.

Moralisme

Toch is het punt belangrijk. De mensen die denken af en toe eens een concessie te moeten doen aan zaken waarvan ze weten dat ze eigenlijk niet goed zijn, zijn uiteindelijk de prooi van de duivel, of die bestaat of niet.

Wealth was their master and it was the only voice they heeded. Friendships were sacrificed at its behest, principles trampled to protect it. No matter how much they had, it was never enough. They went mad chasing more until they sat lonley atop their hoard, despised and afraid.

Dit gaat over de Heeren Zeventien, maar feitelijk over alle opvarenden, die uiteindelijk tot het uiterste bereid zullen zijn om niet te verliezen wat ze hebben gewonnen. Er is geen duivel nodig om het kwaad te laten zegevieren. The Devil and the Dark Water is daarmee uiteindelijk een diep moralistisch boek, maar het stoort niet. Daarvoor is het veel te goed geschreven. Het is wat minder fantastisch dan The Seven Deaths of Evelyn Hardcastle, maar een rijper boek, dat daardoor beter beklijft. Aanbevolen!

Deel dit:

3 gedachtes over “Spokenjagers & duivelbezweerders

  1. FrankB

    “Het is het occulte aspect dat het verhaal toch origineel maakt.”
    Niet echt. Googel op “supernatural detective” en merk op dat het een heel (sub)genre is. Ik heb er niet veel mee op, omdat het “alles mag, alles kan” principe vaak te verleidelijk is. Precies daarom werkt het meestal het beste als komedie. Zie bv. de film Ghostbusters.
    Het is toch al één van de problemen met fantasy (in de ruimste zin van het woord) – maar weinig auteurs hebben genoeg fantasie om origineel te zijn.

  2. Huibert Schijf

    Het boek doet me enigszins denken aan de griezelverhalen van Howard Philips Lovecraft (1890-1937) die ik wel op de middelbare school las, soms worstelend met het Engels. Nu zou ik er niet meer over piekeren om Lovecraft te lezen.

Reacties zijn gesloten.