Het Getty Museum (2)

In een tuin van het Getty Museum

Het Getty Museum in Malibu liet, zo zagen we in het vorige stukje, rijke Amerikanen bij kunsthandelaar Robert Hecht eenvoudige oudheden kopen, die ze vervolgens schonken aan het museum. Dat dreef, door een wetenschappelijke publicatie te doen, de prijs op, waarna de donateurs een enorme belastingaftrek konden opvoeren.

Arthur Houghton

Door de groei van het museum vond de Trust het wel nodig een nieuwe museumdirecteur te benoemen. Conservator Jiří Frel kon het met hem niet goed vinden en zorgde ervoor dat hij een assistent kreeg die als buffer moest fungeren. Dat pakte verkeerd uit, want deze Arthur Houghton vertelde de Trust over de door Frel ontworpen donatieconstructie. De bestuurders van de Trust besloten de zaak binnenshuis te houden en stuurden Frel met behoud van salaris terug naar Europa.

Houghton werd echter ook aangestoken door de Getty-cultuur en bedacht het principe van de ‘optische’ due dilligence: het museum deed zogenaamd oprecht onderzoek naar de herkomst van mogelijke aankopen en zorgde er voor dat iedere aankoop een ‘betrouwbare’ herkomst had. Maar het museum lette er ook op dat er niet te diep onderzoek werd gedaan naar een mogelijk onbetrouwbare en illegale herkomst. Op deze manier zou het museum nooit iets te verwijten zijn.

Lees verder “Het Getty Museum (2)”

Het Getty Museum (1)

Het Getty Museum in Malibu: de nagebouwd Villa dei Papiri uit Herculaneum.

In 2005 werd Marion True, conservator van de klassieke afdeling van het Getty Museum, in Italië aangeklaagd voor betrokkenheid bij de handel in illegale oudheden. In hun in 2011 verschenen boek Chasing Aphrodite beschreven de Los Angeles Times-journalisten Jason Felch en Ralph Frammolino dat True niet alleen handelde en dat er veel meer mis was bij het Amerikaanse museum. De gang van zaken blijkt te passen in een criminologisch model dat corruptie bij instellingen beschrijft.

Het Getty Museum

De stichter van het museum, J. Paul Getty (1892-1976), legde zelf al de basis voor hebzucht en vriendjespolitiek binnen de organisatie. Rijk geworden in de olie-industrie was hij begonnen met het verzamelen van oudheden. Aan een eigen museum had hij geen moment gedacht. Het was zijn accountant die met het idee kwam: schenkingen aan andere musea leverden immers belastingvoordelen op, en als hij zijn eigen museum zou beginnen zou hij nog veel meer aftrekposten krijgen. Getty liet daarop bij Los Angeles een museum bouwen dat was gebaseerd op de Villa dei Papyri in Herculaneum. Ondanks zijn rijkdom kon Getty zeer gierig zijn: airconditioning in het museum vond hij te duur en zijn museummedewerkers moesten bij wijze van spreken de aanschaf van de spreekwoordelijke puntenslijper verantwoorden. Tegelijkertijd overwoog hij afluisterapparatuur te installeren om te kunnen horen wat medewerkers zeiden.

Lees verder “Het Getty Museum (1)”